Home

Beschikking van de president van het Gerecht van eerste aanleg van 1 oktober 1997.

Beschikking van de president van het Gerecht van eerste aanleg van 1 oktober 1997.

Aan de in artikel 104, lid 2, van het Reglement voor de procesvoering van het Gerecht gestelde voorwaarde van spoedeisendheid is niet voldaan, wanneer bij het onderzoek van een verzoek om voorlopige maatregelen, dat is ingediend door importeurs van bananen uit derde landen en dat strekt tot opschorting, vóór de vaststelling van de definitieve verminderingscoëfficiënt voor het lopende verkoopseizoen en tot aan de uitspraak van het arrest in de hoofdzaak, van de tenuitvoerlegging van verordening nr. 1155/97 tot vaststelling van de verminderingscoëfficiënten voor het bepalen van de hoeveelheid bananen die in het kader van het tariefcontingent voor 1997 aan elke marktdeelnemer van de categorieën A en B wordt toegewezen alsmede tot toekenning van het aantal invoercertificaten waarop de verzoekers recht menen te hebben, blijkt, enerzijds, dat het verlies van het marktaandeel dat de verzoekers stelt te zullen lijden, niet kan worden geacht ondernemingen van zijn omvang ernstige schade toe te brengen, en, anderzijds, de gestelde schade niet onherstelbaar lijkt, voor zover de vermindering van de invoer een economisch verlies vormt, dat via de beroepswegen waarin het Verdrag voorziet, kan worden goedgemaakt.

Bovendien zou inwilliging van dit verzoek betekenen, dat de bevoegdheid van de Commissie om de verminderingscoëfficiënt vast te stellen, wordt uitgehold, en zou dit erop neerkomen, dat niet maatregelen met een voorlopig karakter worden vastgesteld, doch maatregelen met veeleer dezelfde gevolgen als die welke met het beroep in de hoofdzaak worden beoogd: zij zouden immers de gevolgen van de eventuele nietigverklaring van de bestreden verordening vervroegen.

Kort geding - Opschorting van tenuitvoerlegging - Voorlopige maatregelen - Voorwaarden - Ernstige en onherstelbare schade - Niet voorhanden in geval van importeur van bananen die toepassing vraagt van gunstiger verminderingscoëfficiënt dan vastgesteld in bestreden regeling

(EG-Verdrag, art. 185 en 186; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 104, lid 2)