Home

Beschikking van het Gerecht van eerste aanleg (Tweede kamer) van 19 februari 2004.

Beschikking van het Gerecht van eerste aanleg (Tweede kamer) van 19 februari 2004.

Samenvatting

Procedure - Kosten - Begroting - Invorderbare kosten - Begrip - In aanmerking te nemen elementen - Kosten als gevolg van wijzing van raadsman tijdens procedure - Uitgesloten behoudens ingeval van onmogelijkheid om oorspronkelijke raadsman te behouden

(Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 91)

Omdat een tariefregeling in het gemeenschapsrecht ontbreekt, moet de gemeenschapsrechter in het kader van een begroting van kosten de gegevens van de zaak vrijelijk beoordelen, daarbij rekening houdend met het onderwerp en de aard van het geschil, het belang ervan uit het oogpunt van het gemeenschapsrecht, de moeilijkheid van de zaak, de hoeveelheid werk die de gemachtigden of de raadslieden aan de contentieuze procedure kunnen hebben gehad, en het economisch belang van het geschil voor de partijen. De gemeenschapsrechter is als enige bevoegd om het bedrag te bepalen dat de in het ongelijk gestelde partij uit hoofde van invorderbare kosten aan de in het gelijk gestelde partij verschuldigd is. Hierbij behoeft geen rekening te worden gehouden met nationale tarieven voor advocatenhonoraria noch met een eventuele overeenkomst dienaangaande tussen de betrokken partij en haar gemachtigden of raadslieden.

De extra kosten en honoraria als gevolg van het feit dat een partij tussen de sluiting van de schriftelijke behandeling en de terechtzitting een andere raadsman heeft genomen, kunnen alleen als invorderbare kosten in de zin van artikel 91, sub b, van het Reglement voor de procesvoering van het Gerecht worden aangemerkt, indien die wijziging gerechtvaardigd werd door redenen die de voortzetting van de volmacht van de oorspronkelijke raadsman onmogelijk maken.

(cf. punten 12, 15 en 19)

Referentie: Hof 26 november 1985, Leeuwarder Papierwarenfabriek/Commissie, 318/82 DEP, Jurispr. blz. 3727, punten 2 en 3; Gerecht 15 oktober 1999, Hagleitner/Commissie, T-94/96 DEP, niet gepubliceerd in de Jurisprudentie, punt 11