Home

Conclusie van advocaat-generaal Alber van 16 december 1999.

Conclusie van advocaat-generaal Alber van 16 december 1999.

A - Inleiding

1 In het onderhavige beroep wegens niet-nakoming verwijt de Commissie de Italiaanse Republiek dat zij richtlijn 95/30/EG van de Commissie van 30 juni 1995 tot aanpassing aan de vooruitgang van de techniek van richtlijn 90/679/EEG van de Raad betreffende de bescherming van de werknemers tegen de risico's van blootstelling aan biologische agentia op het werk (zevende bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van richtlijn 89/391/EEG)(1) (hierna: "richtlijn 95/30") niet tijdig in nationaal recht heeft omgezet, respectievelijk de overeenkomstige bepalingen niet aan de Commissie heeft meegedeeld.

2 Artikel 2, lid 1, van richtlijn 95/30 bepaalt: "De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 30 november 1996 aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis."

De administratieve procedure

3 Aangezien de Commissie geen enkele mededeling over de omzetting van richtlijn 95/30 had ontvangen, maande zij de Italiaanse Republiek bij brief van 30 mei 1997 krachtens artikel 169 EG-Verdrag (thans artikel 226 EG) aan, haar opmerkingen te maken. Uit brieven van de Italiaanse Permanente Vertegenwoordiging van 11 juli 1997 en 28 oktober 1997 blijkt, dat de Italiaanse autoriteiten voorbereidingen troffen om richtlijn 95/30 om te zetten. Daar de Commissie daarna echter geen verdere informatie ontving, zond zij de Italiaanse Republiek bij brief van 12 januari 1998 overeenkomstig artikel 169 EG-Verdrag een met redenen omkleed advies, waarin zij haar verzocht binnen twee maanden de nodige maatregelen te treffen. Op dit advies volgde geen reactie van de Italiaanse Republiek.

De procedure voor het Hof

4 Daarop leidde de Commissie bij verzoekschrift van 26 november 1998, ingeschreven ter griffie van het Hof op 3 december 1998, een niet-nakomingsprocedure tegen de Italiaanse Republiek in.

5 Volgens de Commissie wordt niet betwist, dat de Italiaanse Republiek op grond van artikel 2 van richtlijn 95/30 verplicht was, de desbetreffende wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast te stellen om uiterlijk op 30 november 1996 aan de richtlijn te voldoen. Die verplichting bestaat eveneens op grond van artikel 189, derde alinea, EG-Verdrag (thans artikel 249 EG) en artikel 5 EG-Verdrag (thans artikel 10 EG).

6 Aangezien de Commissie informatie over de omzettingsprocedure noch de tekst van de overeenkomstige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen heeft ontvangen, moet zij wel concluderen dat de Italiaanse Republiek de richtlijn niet tijdig heeft omgezet respectievelijk de Commissie daarvan geen mededeling heeft gedaan, zodat zij de krachtens het gemeenschapsrecht op haar rustende verplichtingen niet is nagekomen.

7 De Italiaanse Republiek betwist dit niet. Zij stelt slechts, dat de reeds aangevangen omzettingsprocedure niet is voortgezet, aangezien de Europese Commissie richtlijnen 97/59/EG(2) en 97/65/EG(3) met aanvullende aanpassingen aan de vooruitgang van de techniek van richtlijn 90/679(4) heeft vastgesteld. Het bevoegde Ministerie heeft het om redenen van proceseconomie opportuun geacht, richtlijn 95/30, 97/59 en 97/65 door middel van één decreet om te zetten, aangezien aan dezelfde voorwaarden moest worden voldaan. Het betrokken ontwerp is door het Ministerie van Arbeid en Sociale Voorzorg voor advies aan de andere betrokken Ministeries voorgelegd. Volgens de Italiaanse Republiek zal die procedure binnenkort worden beëindigd en zij verzoekt de Commissie, in dat geval afstand van instantie te doen.

8 De Commissie concludeert dat het het Hof behaagt:

1. vast te stellen dat de Italiaanse Republiek, door niet de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast te stellen of mee te delen die nodig zijn om te voldoen aan richtlijn 95/30/EG van de Commissie van 30 juni 1995 tot aanpassing aan de vooruitgang van de techniek van richtlijn 90/679/EEG van de Raad betreffende de bescherming van de werknemers tegen de risico's van blootstelling aan biologische agentia op het werk (zevende bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van richtlijn 89/391/EEG), de krachtens die richtlijn op haar rustende verplichtingen niet is nagekomen;

2. de Italiaanse Republiek te verwijzen in de kosten.

B - Juridische beoordeling

9 Gelijk uit artikel 2 van richtlijn 95/30 blijkt, had deze uiterlijk op 30 november 1996 in Italiaans recht moeten zijn omgezet. De Italiaanse Republiek betwist niet, dat zij niet de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen heeft vastgesteld die nodig zijn om aan die richtlijn te voldoen. Zij stelt slechts, dat zij een procedure tot vaststelling van een noodzakelijk decreet had ingeleid, doch deze weer heeft afgebroken, omdat de Commissie nieuwe aanvullende richtlijnen heeft vastgesteld, die men tezamen met richtlijn 95/30 wilde omzetten. Dit neemt echter niet weg, dat de Italiaanse Republiek verplicht was, tijdig de nodige bepalingen voor de omzetting van richtlijn 95/30 vast te stellen. In casu moet er bovendien op worden gewezen, dat de recentere richtlijnen 97/59 en 97/65 pas in oktober respectievelijk november 1997 zijn vastgesteld, dat wil zeggen op een tijdstip waarop richtlijn 95/30 reeds bijna een jaar had moeten zijn omgezet.

10 Derhalve moet worden vastgesteld, dat de Italiaanse Republiek de krachtens richtlijn 95/30 op haar rustende verplichtingen niet is nagekomen.

Kosten

11 Volgens artikel 69, lid 2, van het Reglement voor de procesvoering van het Hof wordt de in het ongelijk gestelde partij in de kosten verwezen.

C - Conclusie

12 Op grond van het voorgaande geef ik het Hof in overweging, te beslissen als volgt:

1. Door niet binnen de gestelde termijn de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast te stellen die nodig zijn om te voldoen aan richtlijn 95/30/EG van de Commissie van 30 juni 1995 tot aanpassing aan de vooruitgang van de techniek van richtlijn 90/679/EEG van de Raad betreffende de bescherming van de werknemers tegen de risico's van blootstelling aan biologische agentia op het werk (zevende bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van richtlijn 89/391/EEG), is de Italiaanse Republiek de krachtens deze richtlijn op haar rustende verplichtingen niet nagekomen.

2) De Italiaanse Republiek wordt verwezen in de kosten.

(1) - PB L 155, blz. 41.

(2) - Richtlijn 97/59/EG van de Commissie van 7 oktober 1997 tot aanpassing aan de vooruitgang van de techniek van richtlijn 90/679/EEG van de Raad betreffende de bescherming van de werknemers tegen de risico's van blootstelling aan biologische agentia op het werk (zevende bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van richtlijn 89/391/EEG) (PB L 282, blz. 33).

(3) - Richtlijn 97/65/EG van de Commissie van 26 november 1997 tot derde aanpassing aan de vooruitgang van de techniek van richtlijn 90/679/EEG van de Raad betreffende de bescherming van de werknemers tegen de risico's van blootstelling aan biologische agentia op het werk (PB L 335, blz. 17).

(4) - Richtlijn 90/679/EEG van de Raad van 26 november 1990 betreffende de bescherming van de werknemers tegen de risico's van blootstelling aan biologische agentia op het werk (zevende bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van richtlijn 89/391/EEG) (PB L 374, blz. 1).