Home

Hof van Justitie EU 20-09-2001 ECLI:EU:C:2001:466

Hof van Justitie EU 20-09-2001 ECLI:EU:C:2001:466

Gegevens

Instantie
Hof van Justitie EU
Datum uitspraak
20 september 2001

Conclusie van advocaat-generaal

J. Mischo

van 20 september 2001(1)

1. In een beroep krachtens artikel 226 EG, waarvan het aanvankelijke voorwerp in de fase van de repliek is beperkt, verzoekt de Commissie van de Europese Gemeenschappen het Hof om vast te stellen dat de Italiaanse Republiek door de Commissie, wat de regio's Sicilië en Basilicata betreft, geen informatie met betrekking tot de plannen voor beheer en verwijdering van afvalstoffen en gevaarlijke stoffen en, wat alle Italiaanse regio's betreft, geen informatie met betrekking tot de plannen voor beheer van verpakking en verpakkingsafval mee te delen, de verplichtingen niet is nagekomen die op haar rusten krachtens artikel 7 van richtlijn 75/442/EEG van de Raad van 15 juli 1975 betreffende afvalstoffen(2), zoals gewijzigd bij richtlijn 91/156/EEG van de Raad van 18 maart 1991(3), artikel 6 van richtlijn 91/689/EEG van de Raad van 12 december 1991 betreffende gevaarlijke afvalstoffen(4), zoals gewijzigd bij richtlijn 94/31/EG van de Raad van 27 juni 1994(5), en artikel 14 van richtlijn 94/62/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 1994 betreffende verpakking en verpakkingsafval(6).

2. Artikel 7, leden 1 en 2, van richtlijn 75/442, zoals gewijzigd bij richtlijn 91/156 bepaalt:

„1. Om de in de artikelen 3, 4 en 5 vermelde doelstellingen te verwezenlijken dienen de in artikel 6 bedoelde instanties zo spoedig mogelijk een of meer plannen voor het beheer van afvalstoffen op te stellen. [...]

2. De lidstaten werken bij de opstelling van deze plannen eventueel samen met de andere betrokken lidstaten en de Commissie. Zij delen ze aan de Commissie mede.”

3. Artikel 2, lid 1, eerste alinea, van richtlijn 91/156 laat de mededelingsverplichting onverlet en stelt 1 april 1993 vast als datum waarop de lidstaten de nodige maatregelen moeten nemen om aan deze richtlijn te voldoen.

4. Artikel 6 van richtlijn 91/689 bepaalt:

„1. Zoals in artikel 7 van richtlijn 75/442/EEG is bepaald, stellen de bevoegde instanties, in het kader van hun algemene planning voor het beheer van afvalstoffen of los daarvan, plannen op voor het beheer van gevaarlijke afvalstoffen en maken zij die plannen openbaar.

2. De Commissie onderwerpt deze plannen en met name de methoden voor verwijdering en nuttige toepassing daarin aan een vergelijkend evaluatie. De Commissie stelt deze informatie ter beschikking van de bevoegde instanties van de lidstaten die daarom verzoeken.”

5. Artikel 1 van richtlijn 94/31 laat de op de lidstaten rustende mededelingsverplichting onverlet en stelt 27 juni 1995 vast als datum waarop de lidstaten de nodige maatregelen moeten nemen om aan deze richtlijn te voldoen.

6. Artikel 14 van richtlijn 94/62 bepaalt:

„Ter verwezenlijking van de in deze richtlijn genoemde doelstellingen en maatregelen nemen de lidstaten in de in artikel 7 van richtlijn 75/442/EEG bedoelde afvalbeheersplannen een speciaal hoofdstuk op over het beheer van verpakkingen en verpakkingsafval [...].”

7. Volgens artikel 22, lid 1, van richtlijn 94/62 moeten de lidstaten de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking doen treden om vóór 30 juni 1996 aan deze richtlijn te voldoen en de Commissie daarvan onverwijld in kennis stellen.

8. De Italiaanse autoriteiten hebben de Commissie een reeks regionale plannen voor het beheer van afvalstoffen toegezonden. Aangezien zij voor de regio's Sicilië en Basilicata noch voor vier provincies van de regio Toscane (Florence, Livorno, Pisa en Lucca) enig plan had ontvangen en had vastgesteld dat bepaalde plannen onvolledig waren en uiteindelijk geen van de plannen verpakking en verpakkingsafval betrof, heeft de Commissie bij brief van 14 januari 1998 de procedure wegens niet-nakoming ingeleid en de Italiaanse autoriteiten aangemaand om binnen twee maanden hun opmerkingen in te dienen.

9. Op 21 oktober 1998 heeft de Commissie de Italiaanse autoriteiten een met redenen omkleed advies doen toekomen waarin zij preciseert dat de Italiaanse Republiek door niet tijdig de maatregelen te nemen als bedoeld in artikel 7 van richtlijn 75/442, zoals gewijzigd bij richtlijn 91/156, artikel 6 van richtlijn 91/689, zoals gewijzigd bij richtlijn 94/31, artikel 14 van richtlijn 94/62, en haar daarvan in elk geval niet in kennis te stellen, de krachtens deze richtlijnen op haar rustende verplichtingen niet is nagekomen.

10. Aangezien de Italiaanse regering niet op dit met redenen omkleed advies heeft gereageerd, heeft de Commissie het onderhavige beroep wegens niet-nakoming tegen de Italiaanse Republiek ingesteld. In dat kader heeft zij het Hof niet meer verzocht om te constateren dat de Italiaanse Republiek geen plannen had vastgesteld, maar enkel dat zij haar geen informatie over de bij de drie richtlijnen bedoelde beheersplannen had medegedeeld.

11. In haar verzoekschrift preciseert de Commissie dat de artikelen 6 van richtlijn 91/689 en 14 van richtlijn 94/62 weliswaar niet letterlijk de verplichting noemen om de plannen voor beheer van afvalstoffen mee te delen, maar dat een dergelijke verplichting kan worden afgeleid uit de verwijzing in die artikelen naar artikel 7 van richtlijn 75/442, zoals gewijzigd bij richtlijn 91/156.

12. Ik ben het eens met dit standpunt, ook al lijkt deze mededelingsverplichting, wat artikel 6 van richtlijn 91/689 betreft, eerder voort te vloeien uit lid 2, dat de Commissie verplicht om de beheersplannen aan een vergelijkende evaluatie te onderwerpen, wat uiteraard pas na kennisgeving mogelijk is, dan uit lid 1 waarnaar de Commissie verwijst en dat bepaalt dat de plannen openbaar gemaakt moeten worden.

13. Hoe het ook zij, de Italiaanse regering heeft haar verweer niet op dit punt geconcentreerd. Weliswaar bestrijdt zij in haar verweerschrift van 27 maart 2000 niet dat deze situatie een niet-nakoming van het gemeenschapsrecht vormt, maar zij bestrijdt wel de stelling van de Commissie in haar verzoekschrift evenals in het met redenen omkleed advies, dat geen enkel plan is medegedeeld, wat niet strookt met de werkelijkheid.

14. De juistheid hiervan is door de Commissie erkend, want in repliek heeft zij haar verzoek beperkt. Zoals reeds in punt 1 van deze conclusie gezegd, handhaaft zij immers slechts haar verzoek om vaststelling van niet-nakoming van de artikelen 7 van richtlijn 75/442, zoals gewijzigd bij richtlijn 91/156, en 6 van richtlijn 91/689, wat de regio's Sicilië en Basilicata betreft. Wat artikel 14 van richtlijn 94/62 (verpakking) betreft, handhaaft zij haar verzoek voor alle Italiaanse regio's. De Commissie preciseert dat zij de situatie van de regio's Calabria, Lazio, Lombardia, Puglia, Sardinia, Toscana en Veneto, die onvolledige plannen hebben meegedeeld, apart zal onderzoeken.

15. Ter terechtzitting heeft de Italiaanse regering verklaard dat in de twee eerder genoemde regio's spoedmaatregelen zijn genomen. Wat verpakking en verpakkingsafval betreft, is de aandacht van het Hof gevestigd op een kaderakkoord dat is gesloten tussen de nationale bond van verpakkingsproducenten en de nationale vereniging van gemeenten. Dit plan zou reeds op ruime schaal worden toegepast.

16. Vaststaat echter dat de Italiaanse Republiek bij het verstrijken van de in het met redenen omkleed advies gestelde termijn de Commissie nog steeds niet alle door de richtlijnen 75/442, zoals gewijzigd bij richtlijn 91/156, 91/689, zoals gewijzigd bij richtlijn 94/31, en 94/62 voorgeschreven informatie had medegedeeld en dat de nieuwe maatregelen voor verpakking nog niet zijn opgenomen in de plannen die zijn opgesteld door de bevoegde autoriteiten, namelijk de regio's. Het verzoek van Commissie zoals geformuleerd in repliek moet dus worden toegewezen.

17. Wat de kosten betreft lijkt mij het feit dat de Commissie in haar verzoekschrift de Italiaanse Republiek ten onrechte een totale niet-nakoming van haar verplichtingen had verweten, wat in repliek in feite tot een vorm van afstand van instantie heeft geleid, moet meebrengen dat de Italiaanse Republiek niet alle kosten draagt. Ik kan evenwel slechts vaststellen dat de Italiaanse Republiek met betrekking tot de kosten niets heeft gevorderd. Derhalve kan zij niet ontkomen aan verwijzing in alle kosten (artikel 69, leden 5 en 2, van het Reglement voor de procesvoering van het Hof).

Conclusie

18. Gelet op het voorgaande geef ik het Hof in overweging te beslissen als volgt:

  • door de Commissie van de Europese Gemeenschappen, wat de regio's Sicilië en Basilicata betreft, geen informatie over de plannen voor beheer en verwijdering van afvalstoffen en gevaarlijke afvalstoffen en, wat alle Italiaanse regio's betreft, geen informatie over de plannen voor het beheer van verpakking en verpakkingsafval mee te delen, is de Italiaanse Republiek de verplichtingen niet nagekomen die op haar rusten krachtens artikel 7 van richtlijn 75/442/EEG van de Raad van 15 juli 1975 betreffende afvalstoffen, zoals gewijzigd bij richtlijn 91/156/EEG van de Raad van 18 maart 1991, artikel 6 van richtlijn 91/689/EEG van de Raad van 12 december 1991 betreffende gevaarlijke afvalstoffen, zoals gewijzigd bij richtlijn 94/31/EG van de Raad van 27 juni 1994, en artikel 14 van richtlijn 94/62/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 1994 betreffende verpakking en verpakkingsafval;

  • de Italiaanse Republiek wordt verwezen in de kosten”.