Home

Arrest van het Hof (Zesde kamer) van 14 november 2002.

Arrest van het Hof (Zesde kamer) van 14 november 2002.

1 Bij verzoekschrift, neergelegd ter griffie van het Hof op 21 augustus 2000 en gewijzigd bij de op 27 februari 2001 ingediende repliek, heeft de Commissie van de Europese Gemeenschappen krachtens artikel 226 EG beroep ingesteld teneinde te doen vaststellen dat Ierland de krachtens de artikelen 7, lid 6, 18 en 19 van richtlijn 80/778/EEG van de Raad van 15 juli 1980 betreffende de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water (PB L 229, blz. 11) en het EG-Verdrag op hem rustende verplichtingen niet is nagekomen:

- door niet de inachtneming te verzekeren van de biologische parameters 57 (totaal aantal colibacteriën) en 58 (faecale colibacteriën) van bijlage I bij voornoemde richtlijn met betrekking tot bepaalde openbare waterleidingnetten en bepaalde netwerken voor gemeenschappelijke drinkwatervoorziening (niet zijnde die welke gemiddeld minder dan 10 m3 per dag leveren of waarvan minder dan 50 personen gebruikmaken, tenzij het water wordt geleverd in het kader van een commerciële of openbare activiteit), zoals vastgesteld in de officiële verslagen over voor menselijke consumptie bestemd water en in de briefwisseling over het plaatsje Ballycroy (Ierland), en

- door in zijn wettelijke regeling tot uitvoering van deze richtlijn niet het dwingend karakter van de eisen van bijlage I bij de richtlijn met betrekking tot netwerken voor gemeenschappelijke drinkwatervoorziening tot uiting te brengen.

Juridisch kader

Communautaire regelgeving

2 Volgens artikel 2 van richtlijn 80/778 wordt onder voor menselijke consumptie bestemd water verstaan, al het water, hetzij onbehandeld, hetzij na een behandeling, dat voor dat doel wordt gebruikt, ongeacht de herkomst en ongeacht de vraag of:

- het water betreft dat aan de verbruiker wordt geleverd,

- dan wel water:

- dat in een levensmiddelenbedrijf wordt gebruikt voor de vervaardiging, de behandeling, de conservering of het in de handel brengen van voor menselijke consumptie bestemde producten of stoffen, en

- dat van invloed is op de goede hoedanigheid van de levensmiddelen als eindproduct".

3 Artikel 7 van richtlijn 80/778 bepaalt:

1. De lidstaten stellen de waarden vast welke van toepassing zijn op voor menselijke consumptie bestemd water, en wel voor de in bijlage I vermelde parameters.

[...]

3. Ten aanzien van de parameters, vermeld in de tabellen A, B, C, D en E van bijlage I:

- moeten de door de lidstaten vast te stellen waarden lager dan of gelijk zijn aan de in de kolom ,Maximaal toelaatbare concentratie vermelde waarden;

- nemen de lidstaten voor het vaststellen van de waarden de in de kolom ,Richtniveau vermelde waarden als richtsnoer.

[...]

6. De lidstaten nemen de nodige maatregelen om te bewerkstelligen dat voor menselijke consumptie bestemd water ten minste in overeenstemming is met de in bijlage I aangegeven eisen."

4 Artikel 12, lid 1, van richtlijn 80/778 bepaalt dat de lidstaten alle nodige maatregelen nemen opdat de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water regelmatig wordt gecontroleerd.

5 Krachtens artikel 18, lid 1, van richtlijn 80/778 doen de lidstaten binnen twee jaar te rekenen vanaf de kennisgeving van deze richtlijn de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om aan deze richtlijn en haar bijlagen te voldoen.

6 Bedoelde richtlijn is op 18 juli 1980 ter kennis van Ierland gebracht, zodat de in artikel 18 voorziene omzettingstermijn is verstreken op 18 juli 1982.

7 Artikel 19 van richtlijn 80/778 bepaalt dat de lidstaten de nodige maatregelen nemen opdat de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water binnen een termijn van vijf jaar na kennisgeving van deze richtlijn daarmee in overeenstemming wordt gebracht. De in dit artikel voorziene termijn is dus op 18 juli 1985 verstreken.

8 Bijlage I bij richtlijn 80/778 bevat een lijst met parameters. Tabel E van deze bijlage somt de microbiologische parameters op en stelt de maximaal toelaatbare concentratie daarvan vast. Ten aanzien van de in casu centraal staande parameters ziet deze tabel er als volgt uit:

>lt>0

>lt>1

9 Richtlijn 80/778 is vervangen door richtlijn 98/83/EG van de Raad van 3 november 1998 betreffende de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water (PB L 330, blz. 32).

10 Krachtens artikel 18 ervan is richtlijn 98/83 op 25 december 1998 in werking getreden. Volgens artikel 17, lid 1, dienden de lidstaten de richtlijn uiterlijk op 25 december 2000 te hebben omgezet in nationaal recht. Op grond van artikel 14 moest de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water uiterlijk op 25 december 2003 in overeenstemming zijn met de bepalingen van de richtlijn. Krachtens artikel 16, lid 1, eerste alinea, van voornoemde richtlijn is richtlijn 80/778 met ingang van dezelfde datum ingetrokken.

11 Artikel 3, lid 2, van richtlijn 98/83 bepaalt:

De lidstaten mogen van toepassing van deze richtlijn uitzonderen:

[...]

b) voor menselijke consumptie bestemd water dat afkomstig is van een afzonderlijke voorziening die gemiddeld minder dan 10 m3 per dag levert of waarvan minder dan 50 personen gebruikmaken, tenzij het water wordt geleverd in het kader van een commerciële of openbare activiteit."

12 In bijlage I bij richtlijn 98/83 zijn faecale colibacteriën vervangen door Escherichia coli (E. Coli)" als dwingende microbiologische parameter, terwijl colibacteriën zijn ingedeeld bij de indicatorparameters.

Nationale regelgeving

13 Met het oog op de omzetting van richtlijn 80/778 in zijn nationale rechtsorde heeft Ierland Statutory Instrument nr. 81 van 1988, getiteld European Communities (Quality of Water Intented for Human Consumption) Regulations, 1988" (hierna: Regulations van 1988") vastgesteld.

14 Artikel 4 van de Regulations van 1988 bepaalt:

De met het toezicht op de volksgezondheid belaste autoriteiten nemen de nodige maatregelen om te verzekeren dat:

a) voor menselijke consumptie bestemd water voldoet aan de eisen van deze Regulations, behoudens in de gevallen waarin een afwijking is toegestaan op grond van artikel 5 [...]

[...]".

15 Artikel 8 van de Regulations 1988 bepaalt:

Indien naar aanleiding van een controle uit hoofde van artikel 7 naar voren komt dat de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water niet voldoet aan de eisen van deze Regulations, zal de met het toezicht op de volksgezondheid belaste autoriteit:

a) alle redelijke maatregelen nemen om de verbruikers van het betrokken water te waarschuwen indien er een onaanvaardbaar risico voor de volksgezondheid bestaat;

b) in het geval van een openbaar waterleidingnet, zo spoedig mogelijk een actieprogramma opstellen teneinde de kwaliteit van het water weer op peil te brengen;

c) in het geval van een particulier waterleidingnet, degene(n) die verantwoordelijk zijn voor de waterdistributie zo spoedig mogelijk verwittigen van de maatregelen die moeten worden genomen om de kwaliteit van het water weer op peil te brengen."

16 De Regulations van 1988 zijn gewijzigd bij Statutory Instrument nr. 350 van 1999, vastgesteld op 3 november 1999, en bij Statutory Instrument nr. 177 van 2000, vastgesteld op 20 juni 2000. Nadien zijn de Regulations per 1 januari 2004 ingetrokken en vervangen door Statutory Instrument nr. 439 van 2000, vastgesteld op 18 december 2000, teneinde uitvoering te geven aan richtlijn 98/83.

De feiten

17 Het onderhavige geding heeft met name betrekking op netwerken voor gemeenschappelijke drinkwatervoorziening) (Group Water Schemes"), die in Ierland van groot belang zijn. De Ierse regering geeft de volgende, door de Commissie onweersproken informatie over de kenmerken van deze netwerken.

18 In 1962 zijn de eerste Group Water Schemes opgericht. Zij vormden de oplossing voor de moeilijkheden, als gevolg van een geringe bevolkingsdichtheid, om de infrastructuur te creëren die nodig was om afgelegen plattelandsgebieden in Ierland van drinkwater te voorzien.

19 In Ierland is een Group Water Scheme een netwerk dat twee of meer huishoudens van drinkwater voorziet uit een gemeenschappelijke of gedeelde bron en een distributiesysteem dat eigendom is van een plattelandscoöperatie, die verantwoordelijk is voor het beheer en onderhoud ervan. De Group Water Schemes leveren drinkwater aan circa 145 000 plattelandshuishoudens. Het aantal huishoudens dat per netwerk wordt bediend, varieert van 2 tot meer dan 1 000. Uit een telling in 1991 is gebleken, dat een gemiddeld netwerk ongeveer 28 huishoudens (dus circa honderd personen) van drinkwater voorziet. Deze netwerken vloeien voort uit een samenwerkingsinitiatief van de lokale gemeenschap. Zij zijn de collectieve eigendom van hun leden. Deze richten een trust op waarin alle activa in collectieve eigendom zijn van de aangeslotenen op het netwerk, dan wel een vennootschap (coöperatieve of besloten vennootschap), teneinde het netwerk namens hen te exploiteren, te beheren en te onderhouden. Het Ministerie van Milieu en Locaal Bestuur verstrekt subsidies om de kapitaallasten in verband met de ontwikkeling en modernisering van deze netwerken te kunnen dragen.

20 Van de 145 000 hiervoor genoemde huishoudens worden er circa 90 000 bediend door Group Water Schemes die zijn aangesloten op de openbare waterleiding. In dit geval draagt de Group Water Scheme veelal zorg voor de distributie, terwijl de lokale overheid het aan de op het netwerk aangeslotenen te distribueren drinkwater levert.

21 De overige 55 000 huishoudens worden bediend door Group Water Schemes die hun water betrekken van particuliere bronnen, zoals een wel, een put, een rivier of een meer. De netwerken die worden bevoorraad door particuliere bronnen leveren de grootste problemen op in termen van onvoldoende kwaliteit van het water, aangezien het gebruik en het beheer van de filtratie- en ontsmettingsinstallaties soms te wensen overlaat.

22 Verder is nog van belang, dat de Ierse autoriteiten sinds 1991 jaarlijkse verslagen publiceren over de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water in Ierland (hierna: jaarlijkse verslagen").

De precontentieuze procedure en de procedure voor het Hof

23 Op basis van voornoemde jaarlijkse verslagen en naar aanleiding van klachten over de microbiologische verontreiniging van voor menselijke consumptie bestemd water in Ierland, heeft de Commissie Ierland op 30 oktober 1998 een aanmaningsbrief gezonden.

24 De Ierse autoriteiten hebben hierop geantwoord bij brief van 16 maart 1999. Zij zegden toe, ervoor te zullen zorgen dat de kwaliteit van dit water aan de eisen van richtlijn 80/778 zou voldoen.

25 Aangezien de Commissie dit antwoord onbevredigend achtte, heeft zij op 14 juli 1999 een met redenen omkleed advies tot Ierland gericht waarin zij verwees naar (1) de niet-inachtneming door de openbare waterleidingnetten van de in bijlage I bij richtlijn 80/778 vastgestelde microbiologische parameters 57 en 58, (2) de niet-inachtneming door de Group Water Schemes van dezelfde parameters en (3) het niet dwingende karakter, ten aanzien van de Group Water Schemes, van de Ierse uitvoeringsregeling van richtlijn 80/778. De Commissie gunde Ierland een termijn van twee maanden, te rekenen vanaf de kennisgeving van het advies, om zich naar de inhoud daarvan te voegen.

26 De Ierse autoriteiten hebben op dit met redenen omkleed advies gereageerd bij brief van 11 november 1999. Hierin erkenden zij het bestaan van problemen in verband met de Group Water Schemes en beloofden zij de Commissie opnieuw, ervoor te zullen zorgen dat alle drinkwatervoorzieningen zouden voldoen aan de eisen van richtlijn 80/778. Daarnaast verstrekten zij diverse gegevens over de stappen die waren ondernomen om de richtlijn in Iers recht om te zetten, welke gegevens zijn aangevuld bij een brief van 18 januari 2000 en een perscommuniqué van 27 maart 2000 van het Ierse ministerie van Milieu en Plaatselijk Bestuur.

27 Aangezien zij van oordeel was dat de inbreuk voortduurde, heeft de Commissie het onderhavige beroep ingesteld.

28 In repliek heeft de Commissie haar aanvankelijk in het verzoekschrift geformuleerde conclusies aldus gewijzigd, dat deze zijn afgestemd op artikel 3, lid 2, sub b, van richtlijn 98/83, namelijk door van de inbreuk uit te sluiten de Group Water Schemes die gemiddeld minder dan 10 m3 per dag leveren of waarvan minder dan 50 personen gebruik maken, voorzover het water niet afkomstig is van een openbare bron en de bevoorrade gebouwen niet dienen voor commerciële activiteiten die de levering van drinkwater aan het publiek omvatten.

Het beroep

29 Om te beginnen moet worden ingegaan op enkele opmerkingen van Ierland over de omstandigheden waarin het onderhavige beroep is ingesteld. De verwerende lidstaat betoogt namelijk, dat de inbreukprocedure is ingeleid tal van jaren nadat de Commissie in 1988 in kennis was gesteld van de wettelijke regeling tot omzetting van richtlijn 80/778 in Iers recht.

30 Voorts stelt de Ierse regering met betrekking tot de openbare waterleidingnetten dat de door richtlijn 80/778 voorgeschreven kwaliteitsnormen voor water in beginsel in acht zijn genomen; de opvatting van de Commissie dat deze bedrijven voor 100 % dienen te voldoen aan alle door voornoemde richtlijn voorgeschreven kwaliteitsparameters voor water, getuigt haars inziens niet van realiteitszin.

31 Wat de Group Water Schemes betreft, gaat het onderhavige beroep voorbij aan de belangrijke corrigerende maatregelen die zijn ingevoerd; evenmin houdt het rekening met de historische en culturele omstandigheden die aan het ontstaan van deze netwerken ten grondslag hebben gelegen.

32 In dit verband moet worden herinnerd aan de vaste rechtspraak volgens welke de Commissie binnen het stelsel van artikel 226 EG over een discretionaire bevoegdheid beschikt om een beroep wegens niet-nakoming in te stellen en dat het niet aan het Hof staat om te beoordelen, of zij deze bevoegdheid op passende wijze heeft uitgeoefend (arresten van 21 januari 1999, Commissie/België, C-207/97, Jurispr. blz. I-275, punt 24, en 10 mei 2001, Commissie/Nederland, C-152/98, Jurispr. blz. I-3463, punt 20).

33 Bovendien is het vaste rechtspraak dat het bestaan van een inbreuk moet worden beoordeeld naar de situatie waarin de lidstaat zich bevond aan het einde van de in het met redenen omkleed advies gestelde termijn. Met daarna opgetreden wijzigingen kan het Hof derhalve geen rekening houden (zie onder meer arresten van 11 september 2001, Commissie/Frankrijk, C-220/99, Jurispr. blz. I-5831, punt 33, en 30 mei 2002, Commissie/Italië, C-323/01, Jurispr. blz. I-4711, punt 8). In casu vloeit hieruit voort, dat het bestaan van de gestelde inbreuken moet worden beoordeeld in het licht van de Regulations van 1988 in hun oorspronkelijke versie, zonder rekening te houden met de wettelijke regelingen waarbij zij zijn gewijzigd en vervangen.

De grief betreffende niet-inachtneming door de openbare waterleidingnetten van de microbiologische parameters 57 en 58 van bijlage I bij richtlijn 80/778

34 Wat de openbare waterleidingnetten betreft produceert de Commissie een samenvatting van de jaarlijkse verslagen, die van 1993 tot en met 1998 van jaar tot jaar de situatie voor elk openbaar netwerk in Ierland moet weergeven op het gebied van microbiologische verontreiniging. Volgens de Commissie blijkt hieruit, dat een aanzienlijk aantal van deze openbare netwerken de microbiologische parameters 57 en 58 van bijlage I bij richtlijn 80/778 bij herhaling niet in acht heeft genomen. Bovendien zijn bij sommige van deze netwerken regelmatig hoge concentraties faecale colibacteriën geconstateerd.

35 Ierland erkent het bestaan van inbreuken op de vereisten van richtlijn 80/778, doch betoogt dat de kwaliteit van het water van de openbare netwerken in het algemeen goed is, zoals ook blijkt uit de achtereenvolgende jaarlijkse verslagen. Zo kan bijvoorbeeld uit het jaarlijks verslag van 1998 worden opgemaakt, dat 92 % van de monsters die bij de openbare waterleidingnetten zijn getrokken, in het geheel geen colibacteriën bevat en dat 95 % hiervan vrij is van faecale colibacteriën. Voorts meent Ierland, dat een nuancering van de uitlegging van de gegevens in voornoemde verslagen op zijn plaats is, aangezien veel monsters uitsluitend vanwege de aanwezigheid van totale colibacteriën, veelal in geringe aantallen en zonder dat daaronder faecale colibacteriën voorkomen, niet aan de normen voldoen. Het risico van schade voor de volksgezondheid is in dit geval zeer beperkt. De Ierse regering voegt hieraan toe, dat in de periode 1994-1999 aanzienlijke investeringen zijn gedaan om de waterdistributie in Ierland te verbeteren en dat het programma voor de jaren 2000-2006 in een verdriedubbeling van deze uitgaven voorziet.

36 In casu staat vast, dat de in het verzoekschrift van de Commissie genoemde openbare waterleidingnetten na afloop van de in het met redenen omklede advies gestelde termijn, te weten 14 september 1999, niet voldeden aan de microbiologische parameters 57 en 58 van bijlage I bij richtlijn 80/778. De door Ierland aangevoerde gegevens waaruit moet blijken dat de grenswaarden van voornoemde parameters slechts in betrekkelijk geringe mate zijn overschreden, bevestigen alleen maar dat de grenswaarden inderdaad zijn overschreden.

37 Ook het betoog van de Ierse regering dat zij initiatieven heeft genomen om de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water te verbeteren, kan niet worden aanvaard. Hoe groot de door deze lidstaat geleverde inspanningen om de kwaliteit van het drinkwater op zijn grondgebied te verbeteren immers ook mogen zijn, het blijft een feit dat artikel 7, lid 6, van richtlijn 80/778 geen inspanningsverplichting oplegt, maar een resultaatsverplichting.

38 Zoals het Hof reeds heeft geoordeeld, volgt uit artikel 7, lid 6, van richtlijn 80/778 dat de lidstaten de nodige maatregelen moeten nemen om te bewerkstelligen dat voor menselijke consumptie bestemd water ten minste in overeenstemming is met de in bijlage I bij deze richtlijn vermelde eisen. De enige toegestane afwijkingen van deze verplichting zijn te vinden in de artikelen 9, 10 en 20 van de richtlijn. De richtlijn verplicht de lidstaten dan ook, ervoor te zorgen dat bepaalde resultaten worden bereikt, zonder dat zij zich ter verschoning van de niet-nakoming van deze verplichting kunnen beroepen op bijzondere omstandigheden die niet onder de genoemde uitzonderingen vallen. Het feit dat al het mogelijke is gedaan, kan derhalve geen rechtvaardiging opleveren voor de niet-nakoming van bedoelde verplichting (zie arrest van 25 november 1992, Commissie/Verenigd Koninkrijk, C-337/89, Jurispr. blz. I-6103, punten 21-25).

39 Uit het voorgaande volgt, dat de grief betreffende niet-inachtneming van de microbiologische parameters 57 en 58 van bijlage I bij richtlijn 80/778 door de openbare netwerken die voor menselijke consumptie bestemd water leveren, gegrond is.

De grief betreffende de niet-inachtneming door de Group Water Schemes van de microbiologische parameters 57 en 58 van bijlage I bij richtlijn 80/778

40 Met betrekking tot de Group Water Schemes stelt de Commissie, dat deze binnen de toepassingssfeer van richtlijn 80/778 vallen. Op grond van de gegevens in de jaarlijkse verslagen over de jaren 1993 tot en met 1998 produceert zij een samenvatting van de jaarlijkse verslagen waarin een aantal van deze netwerken wordt genoemd die de microbiologische parameters 57 en 58 van bijlage I bij richtlijn 80/778 niet in acht nemen. Voorts stelt de Commissie, onder verwijzing naar specifieke klachten over Ballycroy en de briefwisseling die zij daarover met de Ierse autoriteiten heeft gevoerd, dat het door de Group Water Schemes in deze locatie geleverde water verontreinigd is. Aangezien uit deze verslagen en uit de briefwisseling over de situatie van Ballycroy blijkt, dat tal van Group Water Schemes in Ierland de parameters 57 en 58 niet in acht nemen, is de Commissie van oordeel dat deze lidstaat zijn verplichtingen krachtens de artikelen 7, lid 6, en 19 van richtlijn 80/778 niet is nagekomen. De door de Ierse autoriteiten genomen initiatieven om aan deze richtlijn te voldoen, zijn ontoereikend zolang zij er niet in slagen de naleving van de maximaal toelaatbare concentraties aan totale colibacteriën en faecale colibacteriën te verzekeren.

41 De Ierse regering betoogt, dat richtlijn 80/778 niet van toepassing is op Group Water Schemes. In zijn arrest van 5 juli 1990, Commissie/België (C-42/89, Jurispr. blz. I-2821, punten 17-19), heeft het Hof haars inziens geoordeeld dat deze richtlijn enkel van toepassing is op water dat voor menselijke consumptie wordt geleverd en niet op water dat afkomstig is uit particuliere bronnen, waaronder ook de Group Water Schemes dienen te worden gerangschikt.

42 Aangaande de initiatieven die de Ierse autoriteiten hebben genomen om aan de eisen van richtlijn 80/778 te voldoen, betoogt de Ierse regering dat de lozingen van de landbouw en het afvalwater afkomstig van diffuse bronnen en puntbronnen (stallen, septic tanks, inkuilingen etc.) de belangrijkste oorzaken zijn van de verontreiniging van het oppervlaktewater en het grondwater in plattelandsgebieden. Dit probleem wordt op diverse fronten aangepakt door een geïntegreerd nationaal beleid, dat een aantal gedetailleerde maatregelen omvat. Ierland onderstreept de doeltreffendheid van deze maatregelen tot bescherming aan de bron en betoogt dat zij volledig stroken met het communautaire milieubeleid. Overigens worden deze maatregelen voor het merendeel gefinancierd door de structuurfondsen en het Cohesiefonds van de Europese Unie.

43 Op voorhand zij opgemerkt dat de Ierse regering niet betwist, dat de in het verzoekschrift van de Commissie genoemde Group Water Schemes de microbiologische parameters 57 en 58 van bijlage I bij richtlijn 80/778 niet in acht nemen.

44 Ierland betwist in hoofdzaak de toepasselijkheid van richtlijn 80/778 op dergelijke netwerken. Dienaangaande is het een feit dat het Hof in punt 17 van het arrest Commissie/België, reeds aangehaald, heeft uitgemaakt dat deze richtlijn slechts van toepassing is op water dat voor menselijke consumptie wordt geleverd en water dat door een levensmiddelenbedrijf wordt gebruikt, terwijl water uit particuliere bronnen van de werkingssfeer van de richtlijn is uitgesloten. Bij de uitlegging binnen de context van voornoemd arrest van het begrip particuliere bronnen is van belang, dat dit arrest betrekking had op een nationale uitvoeringsbepaling van richtlijn 80/778, op grond waarvan water dat door natuurlijke personen voor gezinsgebruik wordt geput, van de toepassingssfeer ervan was uitgesloten. Uit de punten 18 en 19 van hetzelfde arrest volgt, dat de uitspraak gebaseerd is op het onderscheid tussen water afkomstig van particuliere bronnen en water dat voor menselijke consumptie wordt geleverd. De in dit arrest erkende uitsluiting moet derhalve aldus worden opgevat, dat zij enkel geldt voor putten en andere particuliere bronnen waaraan water rechtstreeks door de particulier voor eigen gebruik wordt onttrokken. Een situatie daarentegen waarin water door een distributienet naar verschillende verbruikers wordt geleid, valt duidelijk onder het begrip levering aan de consument en daarmee binnen de werkingssfeer van richtlijn 80/778. In tegenstelling immers tot water dat door een particulier voor eigen gebruik wordt geput, vormt het water dat door een distributienet naar verschillende verbruikers wordt geleid, het voorwerp van winnings- en distributieactiviteiten, zodat het niet door elke verbruiker individueel kan worden gecontroleerd.

45 Hieruit volgt dat Group Water Schemes onder richtlijn 80/778 vallen. Het is in dit verband irrelevant, dat de betrokken installatie een beperkt aantal consumenten bedient, aangezien hierbij sprake is van de exploitatie van een distributienet.

46 Aan deze uitlegging doet niet af, dat Group Water Schemes de vorm van een trust of een vennootschap hebben en niet van een openbare instelling. Ongeacht hun rechtsvorm worden deze netwerken immers gekenmerkt door het feit, dat het water dat aldus aan de verbruikers wordt geleverd, niet aan de individuele controle van deze verbruikers is onderworpen.

47 Wat betreft de maatregelen die Ierland zou hebben genomen ter verbetering van de kwaliteit van door de Group Water Schemes geleverd water, deze kunnen om de in de punten 37 en 38 van dit arrest uiteengezette redenen de niet-nakoming van de in geding zijnde verplichting niet rechtvaardigen.

48 Uit het voorgaande volgt, dat de grief betreffende niet-inachtneming door de Group Water Schemes van de microbiologische parameters 57 en 58 van bijlage I bij richtlijn 80/778 gegrond is.

De grief volgens welke de Ierse regeling tot uitvoering van richtlijn 80/778 niet met deze richtlijn strookt

49 De Commissie is van oordeel, dat de Ierse regeling tot uitvoering van richtlijn 80/778, te weten de Regulations van 1988, niet het dwingende karakter van de eisen van bijlage I daarvan met betrekking tot Group Water Schemes tot uiting brengt. Volgens de Commissie laat deze richtlijn geen enkele twijfel bestaan over het dwingende karakter van voornoemde bijlage. De Regulations van 1988 bepalen echter niet duidelijk en ondubbelzinnig, dat elke rechtspersoon gehouden is te waarborgen dat het door de Ierse netwerken voor drinkwatervoorziening gedistribueerde water voldoet aan de eisen van voornoemde bijlage. Aan de distribuerende vennootschappen of trusts wordt geen enkele rechtstreekse verplichting met betrekking tot de naleving van deze eisen opgelegd. Bijgevolg is de Commissie van oordeel, dat Ierland de krachtens de artikelen 7, lid 6, 18 en 19 van richtlijn 80/778 op hem rustende verplichtingen niet is nagekomen.

50 De Ierse regering betoogt, dat de onderhavige grief uitgaat van de premisse dat de voorschriften van richtlijn 80/778 van toepassing zijn op Group Water Schemes. Zij betwist deze uitlegging op dezelfde gronden als die welke in punt 41 van dit arrest zijn uiteengezet.

51 Bovendien wijst de Ierse regering op artikel 6, lid 3, van de in 1962 vastgestelde Local Government (Sanitary Services) Act, volgens welke bepaling de met het toezicht op de volksgezondheid belaste autoriteiten bevoegd zijn waterleidingnetten te kopen indien een daartoe strekkend verzoek is ingediend door alle of een meerderheid van de personen die gerechtigd zijn tot de verkoop daarvan en bedoelde waterleidingnetten goed functioneren en goed onderhouden zijn.

52 Zoals hiervoor in de punten 44 tot en met 46 van dit arrest is uiteengezet, is richtlijn 80/778 van toepassing op de Group Water Schemes. Krachtens de artikelen 7, lid 6, 18 en 19 van voornoemde richtlijn was Ierland derhalve gehouden, het dwingende karakter van bijlage I bij deze richtlijn met betrekking tot die netwerken te verzekeren.

53 Artikel 8 van de Regulations van 1988 voorziet in geval van niet-inachtneming van de kwaliteitsparameters echter slechts in een waarschuwing aan de verbruikers voorzover sprake is van een onaanvaardbaar risico voor de volksgezondheid, en in een aanbeveling om maatregelen ter verbetering van de kwaliteit van het water te nemen. Geconstateerd moet worden, dat dergelijke bepalingen ontoereikend zijn om het dwingend karakter van bijlage I bij deze richtlijn te verzekeren.

54 Het is in dit verband irrelevant, dat de met het toezicht op de volksgezondheid belaste autoriteiten ingevolge de Local Government (Sanitary Services) Act bevoegd zijn waterleidingnetten te kopen indien een daartoe strekkend verzoek wordt ingediend door alle of een meerderheid van de personen die gerechtigd zijn tot de verkoop daarvan. Een dergelijke bevoegdheid heeft immers niet tot gevolg, dat de kwaliteitsparameters voor het water een dwingend karakter krijgen, aangezien zij louter facultatief is en uitsluitend op verzoek van de betrokken particulieren wordt uitgeoefend.

55 Bijgevolg is de grief volgens welke de Ierse regeling tot uitvoering van richtlijn 80/778 niet met deze richtlijn strookt, gegrond.

56 Gelet op de voorgaande overwegingen moet worden geconstateerd, dat Ierland de krachtens de artikelen 7, lid 6, 18 en 19 van richtlijn 80/778 op hem rustende verplichtingen niet is nagekomen:

- door niet de inachtneming te verzekeren van de biologische parameters 57 (totaal aantal colibacteriën) en 58 (faecale colibacteriën) van bijlage I bij voornoemde richtlijn met betrekking tot bepaalde openbare waterleidingnetten en bepaalde netwerken voor gemeenschappelijke drinkwatervoorziening (niet zijnde die welke gemiddeld minder dan 10 m3 per dag leveren of waarvan minder dan 50 personen gebruikmaken, tenzij het water wordt geleverd in het kader van een commerciële of openbare activiteit), zoals vastgesteld in de officiële verslagen over voor menselijke consumptie bestemd water en in de briefwisseling over het plaatsje Ballycroy, en

- door in zijn wettelijke regeling tot uitvoering van deze richtlijn niet het dwingend karakter van de eisen van bijlage I bij de richtlijn met betrekking tot netwerken voor gemeenschappelijke drinkwatervoorziening tot uiting te brengen.

HET HOF VAN JUSTITIE (Zesde kamer),

rechtdoende, verstaat:

1) - Door niet de inachtneming te verzekeren van de biologische parameters 57 (totaal aantal colibacteriën) en 58 (faecale colibacteriën) van bijlage I bij richtlijn 80/778/EEG van de Raad van 15 juli 1980 betreffende de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water, met betrekking tot bepaalde openbare waterleidingnetten en bepaalde netwerken voor gemeenschappelijke drinkwatervoorziening (niet zijnde die welke gemiddeld minder dan 10 m3 per dag leveren of waarvan minder dan 50 personen gebruikmaken, tenzij het water wordt geleverd in het kader van een commerciële of openbare activiteit), zoals vastgesteld in de officiële verslagen over voor menselijke consumptie bestemd water en in de briefwisseling over het plaatsje Ballycroy (Ierland), en

- door in zijn wettelijke regeling tot uitvoering van deze richtlijn niet het dwingend karakter van de eisen van bijlage I bij de richtlijn met betrekking tot netwerken voor gemeenschappelijke drinkwatervoorziening tot uiting te brengen,

is Ierland de krachtens de artikelen 7, lid 6, 18 en 19 van voornoemde richtlijn op hem rustende verplichtingen niet nagekomen.

2) Ierland wordt verwezen in de kosten.

$$Een situatie waarin water door een distributienet, en met name door een netwerk voor gemeenschappelijke drinkwatervoorziening, naar verschillende verbruikers wordt geleid, valt onder het begrip levering aan de consument en daarmee binnen de werkingssfeer van richtlijn 80/778 betreffende de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water.

In tegenstelling immers tot water dat door een particulier voor eigen gebruik wordt geput, vormt het water dat door een distributienet naar verschillende verbruikers wordt geleid, het voorwerp van winnings- en distributieactiviteiten, zodat het niet door elke verbruiker individueel kan worden gecontroleerd. Het is in dit verband irrelevant, dat de betrokken installatie een beperkt aantal consumenten bedient, aangezien hierbij sprake is van de exploitatie van een distributienet.

( cf. punten 44-46, 52 )

Harmonisatie van wetgevingen - Kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water - Richtlijn 80/778 - Werkingssfeer - Netwerk voor gemeenschappelijke drinkwatervoorziening - Daaronder begrepen

(Richtlijn 80/778 van de Raad, art. 2)

Kosten

57 Volgens artikel 69, lid 2, van het Reglement voor de procesvoering wordt de in het ongelijk gestelde partij in de kosten verwezen, voorzover zulks is gevorderd. Aangezien de Commissie heeft geconcludeerd tot verwijzing van Ierland in de kosten en laatstgenoemde in het ongelijk is gesteld, dient Ierland in de kosten te worden verwezen.

In zaak C-316/00,

Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door R. B. Wainwright als gemachtigde, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg,

verzoekster,

tegen

Ierland, vertegenwoordigd door D. J. O'Hagan als gemachtigde, bijgestaan door E. Fitzsimons, SC, en E. Galligan, BL, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg,

verweerder,

betreffende een verzoek aan het Hof om vast te stellen dat Ierland de krachtens de artikelen 7, lid 6, 18 en 19 van richtlijn 80/778/EEG van de Raad van 15 juli 1980 betreffende de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water (PB L 229, blz. 11) en het EG-Verdrag op hem rustende verplichtingen niet is nagekomen:

- door niet de inachtneming te verzekeren van de biologische parameters 57 (totaal aantal colibacteriën) en 58 (faecale colibacteriën) van bijlage I bij voornoemde richtlijn met betrekking tot bepaalde openbare waterleidingnetten en bepaalde netwerken voor gemeenschappelijke drinkwatervoorziening (niet zijnde die welke gemiddeld minder dan 10 m3 per dag leveren of waarvan minder dan 50 personen gebruikmaken, tenzij het water wordt geleverd in het kader van een commerciële of openbare activiteit), zoals vastgesteld in de officiële verslagen over voor menselijke consumptie bestemd water en in de briefwisseling over het plaatsje Ballycroy (Ierland), en

- door in zijn wettelijke regeling tot uitvoering van deze richtlijn niet het dwingend karakter van de eisen van bijlage I bij de richtlijn met betrekking tot netwerken voor gemeenschappelijke drinkwatervoorziening tot uiting te brengen,

wijst

HET HOF VAN JUSTITIE (Zesde kamer),

samengesteld als volgt: J.-P. Puissochet, kamerpresident, R. Schintgen, V. Skouris, F. Macken en J. N. Cunha Rodrigues (rapporteur), rechters,

advocaat-generaal: A. Tizzano,

griffier: H. von Holstein, adjunct-griffier,

gezien het rapport ter terechtzitting,

gehoord de pleidooien van partijen ter terechtzitting van 7 februari 2002,

gehoord de conclusie van de advocaat-generaal ter terechtzitting van 25 april 2002,

het navolgende

Arrest