Home

Arrest van het Hof (Zesde kamer) van 12 december 2002. - Ángel Rodríguez Caballero tegen Fondo de Garantía Salarial (Fogasa). - Verzoek om een prejudiciële beslissing: Tribunal Superior de Justicia de Castilla-La Mancha - Spanje. - Sociale politiek - Bescherming van werknemers bij insolventie van werkgever - Richtlijn 80/987/EEG - Werkingssfeer - Begrip 'aanspraken' - Begrip 'bezoldiging' - 'Salarios de tramitación' - Betaling gewaarborgd door waarborgfonds - Betaling afhankelijk van rechterlijke beslissing. - Zaak C-442/00.

Arrest van het Hof (Zesde kamer) van 12 december 2002. - Ángel Rodríguez Caballero tegen Fondo de Garantía Salarial (Fogasa). - Verzoek om een prejudiciële beslissing: Tribunal Superior de Justicia de Castilla-La Mancha - Spanje. - Sociale politiek - Bescherming van werknemers bij insolventie van werkgever - Richtlijn 80/987/EEG - Werkingssfeer - Begrip 'aanspraken' - Begrip 'bezoldiging' - 'Salarios de tramitación' - Betaling gewaarborgd door waarborgfonds - Betaling afhankelijk van rechterlijke beslissing. - Zaak C-442/00.

Arrest van het Hof (Zesde kamer) van 12 december 2002. - Ángel Rodríguez Caballero tegen Fondo de Garantía Salarial (Fogasa). - Verzoek om een prejudiciële beslissing: Tribunal Superior de Justicia de Castilla-La Mancha - Spanje. - Sociale politiek - Bescherming van werknemers bij insolventie van werkgever - Richtlijn 80/987/EEG - Werkingssfeer - Begrip 'aanspraken' - Begrip 'bezoldiging' - 'Salarios de tramitación' - Betaling gewaarborgd door waarborgfonds - Betaling afhankelijk van rechterlijke beslissing. - Zaak C-442/00.

Jurisprudentie 2002 bladzijde I-11915


Samenvatting
Partijen
Overwegingen van het arrest
Beslissing inzake de kosten
Dictum


1. Sociale politiek - Harmonisatie van wetgevingen - Bescherming van werknemers bij insolventie van werkgever - Richtlijn 80/987 - Werkingssfeer - Begrip aanspraken" - Begrip bezoldiging" - Onrechtmatig ontslag - Loon dat verschuldigd is tijdens procedure waarin ontslag wordt aangevochten (salarios de tramitación) - Krachtens nationale wettelijke regeling daaronder begrepen alleen bedragen vastgesteld bij rechterlijke beslissing met uitsluiting van die welke tijdens minnelijke schikking zijn erkend - Schending van beginsel van gelijke behandeling - Ontoelaatbaarheid

(Richtlijn nr. 80/987 van de Raad, art. 1, lid 1, 3, lid 1, en 10)

2. Sociale politiek - Harmonisatie van wetgevingen - Bescherming van werknemers bij insolventie van werkgever - Richtlijn 80/987 - Omvang van door waarborgfonds geboden waarborg - Nationale wettelijke regeling houdende waarborg in geval van onrechtmatig ontslag voor bij rechterlijke beslissing vastgestelde bedragen ter zake van loon dat is verschuldigd tijdens procedure waarin ontslag wordt aangevochten (salarios de tramitación), maar niet voor bedragen die zijn erkend tijdens minnelijke schikking - Schending van beginsel van gelijke behandeling - Verplichtingen en bevoegdheden van nationale rechter - Opheffing van discriminatie - Toepassing van regeling die geldt voor leden van bevoordeelde groep, op leden van door discriminatie benadeelde groep

(Richtlijn nr. 80/987 van de Raad, art. 1, lid 1)


$$1. Het algemene beginsel van gelijkheid en non-discriminatie, dat tot de grondrechten behoort, staat in de weg aan een nationale regeling volgens welke de salarios de tramitación", te weten het loon dat verschuldigd is tijdens de procedure waarin het ontslag wordt aangevochten, en waarop onrechtmatig ontslagen werknemers recht hebben, in geval van insolventie van de werkgever niet worden beschouwd als aanspraken in de zin van de artikelen 1, lid 1, en 3, lid 1, van richtlijn 80/987 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake de bescherming van de werknemers bij insolventie van de werkgever, en alleen voor rekening van het garantiefonds komen wanneer zij zijn vastgesteld bij rechterlijke beslissing, terwijl de bedragen die zijn erkend tijdens een schikkingsprocedure niet voor rekening van dit fonds komen. Deze uitsluiting kan niet op grond van artikel 10 van de richtlijn worden gerechtvaardigd als een maatregel met het oog op het voorkomen van misbruik, aangezien de schikkingsprocedure onder toezicht staat en zich niet leent voor frauduleuze handelingen.

( cf. punten 33-40, dictum 1 )

2. Wanneer een met het gemeenschapsrecht strijdige discriminatie is vastgesteld, kan, zolang er geen maatregelen zijn getroffen om deze discriminatie op te heffen, de eerbiediging van het gelijkheidsbeginsel alleen worden verzekerd door aan de leden van de benadeelde groep dezelfde voordelen toe te kennen als de leden van de bevoordeelde groep genieten.

Ook dient de nationale rechter buiten beschouwing te laten een nationale regeling die, in strijd met het gelijkheidsbeginsel, de in een schikkingsprocedure voor een rechter overeengekomen en door laatstgenoemde goedgekeurde aanspraken van onrechtmatig ontslagen werknemers ter zake van loon dat verschuldigd is tijdens de procedure waarin het ontslag wordt aangevochten, uitsluit van het begrip bezoldiging" in de zin van artikel 2, lid 2, van richtlijn 80/987 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake de bescherming van de werknemers bij insolventie van de werkgever. Op de leden van de door die discriminatie benadeelde groep dient hij de regeling toe te passen die geldt voor werknemers van wie gelijksoortige, bij rechterlijke beslissing toegekende aanspraken op grond van de nationale definitie van het begrip bezoldiging" binnen de werkingssfeer van de richtlijn vallen.

( cf. punten 42, 44, dictum 2 )


In zaak C-442/00,

betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van het Tribunal Superior de Justicia de Castilla-La Mancha (Spanje), in het aldaar aanhangig geding tussen

Ángel Rodríguez Caballero

en

Fondo de Garantía Salarial (Fogasa),

om een prejudiciële beslissing over de uitlegging van artikel 1 van richtlijn 80/987/EEG van de Raad van 20 oktober 1980 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake de bescherming van de werknemers bij insolventie van de werkgever (PB L 283, blz. 23),

wijst

HET HOF VAN JUSTITIE (Zesde kamer),

samengesteld als volgt: J.-P. Puissochet, kamerpresident, C. Gulmann, en V. Skouris, F. Macken en N. Colneric (rapporteur), rechters,

advocaat-generaal: L. A. Geelhoed,

griffier: R. Grass,

gelet op de schriftelijke opmerkingen ingediend door:

- de Spaanse regering, vertegenwoordigd door M. López-Monís Gallego als gemachtigde,

- de regering van het Verenigd Koninkrijk, vertegenwoordigd door J. E. Collins als gemachtigde, bijgestaan door K. Smith, barrister,

- de Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door I. Martínez del Peral als gemachtigde,

- de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA, vertegenwoordigd door D. Sif Tynes als gemachtigde,

gezien het rapport van de rechter-rapporteur,

gehoord de conclusie van de advocaat-generaal ter terechtzitting van 27 juni 2002,

het navolgende

Arrest


1 Bij beschikking van 27 oktober 2000, ingekomen bij het Hof op 30 november daaraanvolgend, heeft het Tribunal Superior de Justicia de Castilla-La Mancha krachtens artikel 234 EG drie prejudiciële vragen gesteld over de uitlegging van artikel 1 van richtlijn 80/987/EEG van de Raad van 20 oktober 1980 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake de bescherming van de werknemers bij insolventie van de werkgever (PB L 283, blz. 23; hierna: richtlijn").

2 Deze vragen zijn gerezen in een geding tussen Á. Rodríguez Caballero en het Fondo de Garantía Salarial (loongarantiefonds; hierna: Fogasa") over de weigering van het Fogasa om op grond van zijn subsidiaire aansprakelijkheid aan Rodríguez Caballero de salarios de tramitación" (lonen tijdens de procedure) uit te betalen die tussen de werknemer en zijn werkgever zijn overeengekomen in het kader van een minnelijke schikking voor een rechterlijke instantie naar aanleiding van het onrechtmatig ontslag van Rodríguez Caballero.

Toepasselijke bepalingen

De communautaire regeling

3 Artikel 1, lid 1, van de richtlijn luidt: Deze richtlijn is van toepassing op uit arbeidsovereenkomsten of arbeidsverhoudingen voortvloeiende aanspraken van werknemers tegenover werkgevers die in staat van insolventie in de zin van artikel 2, lid 1, verkeren."

4 Volgens artikel 2, lid 2, doet deze richtlijn geen afbreuk aan het nationale recht met betrekking tot de definitie van de termen werknemer", werkgever", bezoldiging", verkregen recht" of recht in wording".

5 Artikel 3, lid 1, luidt: De lidstaten treffen de nodige maatregelen opdat waarborgfondsen onder voorbehoud van artikel 4 de onvervulde aanspraken van de werknemers honoreren die voortvloeien uit arbeidsovereenkomsten of arbeidsverhoudingen en die betrekking hebben op het loon over de vóór een bepaalde datum vallende periode."

6 Volgens artikel 4 hebben de lidstaten de bevoegdheid om de in artikel 3 bedoelde betalingsverplichting van de garantiefondsen te limiteren, door deze te beperken tot het loon over een bepaalde periode of door een plafond vast te stellen.

7 Overeenkomstig artikel 10, sub a, doet deze richtlijn geen afbreuk aan de bevoegdheid van de lidstaten [...] om de nodige maatregelen te treffen met het oog op het voorkomen van misbruiken".

De Spaanse regeling

8 Volgens artikel 26, lid 1, van Real Decreto Legislativo nr. 1/1995 van 24 maart 1995, houdende goedkeuring van de herziene tekst van het Estatuto de los Trabajadores (werknemersstatuut) (BOE nr. 75 van 29 maart 1995, blz. 9654), omvat het loon alle economische voordelen in geld of in natura die werknemers ontvangen als tegenprestatie voor de door hen uit hoofde van hun dienstverband voor rekening van een ander verrichte werkzaamheden, wanneer deze voordelen het loon vormen voor verricht werk, ongeacht de vorm van het loon, of voor de vakantieperioden die met werk worden gelijkgesteld.

9 Artikel 33, lid 1, van het Estatuto de los Trabajadores luidt:

Het Fondo de Garantía Salarial is een zelfstandig, onder het Ministerio de Trabajo y Seguridad Social (Ministerie van Arbeid en Sociale Zaken) vallend orgaan met rechtspersoonlijkheid en handelingsbevoegdheid ter verwezenlijking van zijn doelstellingen, dat aan werknemers de lonen uitkeert die hun niet zijn uitbetaald wegens insolvabiliteit, surseance van betaling of faillissement van de ondernemers.

Als loon in de zin van bovenstaand artikel wordt aangemerkt het als zodanig in een minnelijke schikking of bij rechterlijke beslissing erkende bedrag betreffende alle aanspraken als bedoeld in artikel 26, lid 1, van het Estatuto de los Trabajadores, alsmede de eventueel door de bevoegde rechterlijke instantie bepaalde aanvullende schadeloosstelling bij wege van de ,salarios de tramitación, met dien verstande dat het Fondo in geen geval, in totaal dan wel in gedeelten, een hoger bedrag kan uitkeren dan het bedrag dat wordt verkregen door het dubbele minimumdagloon te vermenigvuldigen met het aantal dagen waarover geen loon werd uitgekeerd, tot een maximum van honderdtwintig dagen."

10 Volgens lid 4 van artikel 33 van het Estatuto de los Trabajadores neemt het Fogasa de in de voorgaande leden bedoelde verplichtingen voor zijn rekening, na op basis van het dossier de juistheid ervan te hebben onderzocht.

11 Artikel 56, leden 1 en 2, van het Estatuto de los Trabajadores bepaalt:

1. Wanneer het ontslag onrechtmatig is verklaard, kan de werkgever tot vijf dagen na bekendmaking van het vonnis kiezen tussen het weer in dienst nemen van de werknemer, met betaling van de sub b van dit lid bedoelde ,salarios de tramitación, en de betaling van de volgende bedragen, die in het vonnis worden vastgesteld:

a) een schadeloosstelling die overeenkomt met 45 dagen loon per dienstjaar, waarbij perioden korter dan een jaar naar rata van het aantal maanden worden berekend, tot een maximum van 42 maanden;

b) een bedrag gelijk aan de som van de lonen die verschuldigd zijn vanaf de datum van het ontslag tot die van de bekendmaking van het vonnis waarbij het ontslag onrechtmatig is verklaard, of tot de datum waarop de werknemer opnieuw werk heeft gevonden, indien deze vóór de uitspraak van het vonnis valt, en de werkgever het bewijs levert van de uitbetaling van de sommen, opdat deze van de ,salarios de tramitación kunnen worden afgetrokken.

De werkgever dient de aanmelding van de werknemer bij de sociale verzekering te handhaven gedurende de hierboven sub b bedoelde periode waarover lonen verschuldigd zijn.

2. Indien de werkgever de keuze heeft tussen het opnieuw in dienst nemen en de schadeloosstelling, blijft de in lid 1, sub b, bedoelde som beperkt tot het loon dat verschuldigd is over de periode tussen de datum van ontslag en die van de minnelijke schikking, indien de werkgever in de getroffen schikking de onrechtmatigheid van het ontslag erkent, de in lid 1, sub a, bedoelde schadeloosstelling aanbiedt en deze binnen 48 uur na het sluiten van de schikkingsovereenkomst ter beschikking van de werknemer bij de Juzgado de lo Social deponeert."

12 Volgens artikel 63 van Real Decreto Legislativo nr. 2/1995 van 7 april 1995, houdende goedkeuring van de herziene tekst van de Ley de Procedimiento laboral (procedurewet op het gebied van het arbeidsrecht; hierna: LPL") (BOE nr. 86 van 11 april 1995), blz. 10695, moet een gerechtelijke procedure worden voorafgegaan door een schikkingsprocedure voor een administratieve instantie.

13 Artikel 84 LPL schrijft voor dat na een mislukking van de schikkingsprocedure voor deze instantie een nieuwe schikkingsprocedure voor de bevoegde rechterlijke instantie vereist is.

Het hoofdgeding

14 Op 30 maart 1997 werd Rodríguez Caballero, die verantwoordelijk was voor de externe relaties van de onderneming AB Diario de Bolsillo SL, door zijn werkgever ontslagen. In het kader van de gerechtelijke procedure van artikel 84 LPL kwam een minnelijke schikking tot stand, waarbij de onderneming de onrechtmatigheid van het ontslag erkende en toegaf dat de door haar verschuldigde salarios de tramitación" zouden moeten worden uitgekeerd vanaf de datum van het ontslag tot aan de dag waarop de minnelijke schikking werd getroffen. Het ging daarbij om een bedrag van 136 896 ESP.

15 De salarios de tramitación" zijn evenwel niet uitbetaald door de onderneming. Als gevolg daarvan werd de executoriale procedure ingeleid, tijdens welke de onderneming AB Diario de Bolsillo SL in staat van insolventie is verklaard. Daarop vorderde Rodríguez Caballero de salarios de tramitación" van het Fogasa, die deze echter bij beschikking van 30 april 1998 afwees.

16 Tegen deze beschikking stelde Rodríguez Caballero bij de Juzgado de lo Social n° 2 de Albacete (Spanje) beroep in. Bij uitspraak van 16 april 1999 verwierp deze rechter het beroep op grond dat, wanneer een onderneming insolvent is verklaard, het Fogasa volgens artikel 33 van het Estatuto de los Trabajadores enkel subsidiair voor de salarios de tramitación" aansprakelijk is wanneer deze door de bevoegde rechter zijn vastgesteld en niet wanneer zij voortvloeien uit een minnelijke schikking tussen partijen.

17 Rodriguez Caballero stelde tegen dit vonnis hoger beroep in bij het Tribunal Superior de Justicia de Castilla-La Mancha.

De prejudiciële vragen

18 In de verwijzingsbeschikking stelt het Tribunal Superior de Justicia de Castilla-La Mancha vast dat het Fogasa volgens artikel 33 van het Estatuto de los Trabajadores, zoals met name uitgelegd door het Tribunal Supremo (Spanje), wanneer de aanspraak tijdens de schikkingsprocedure voor een rechter of een administratief orgaan is erkend, enkel aansprakelijk is voor de gewone lonen en niet voor de salarios de tramitación". Deze kunnen namelijk alleen onder de loongarantie vallen wanneer zij erkend zijn bij rechterlijke beslissing.

19 Ten aanzien van de subsidiaire aansprakelijkheid van het Fogasa stelt het Tribunal evenwel dat er geen redelijke gronden zijn om een onderscheid te maken tussen aanspraken uit arbeid betreffende de salarios de tramitación" en aanspraken betreffende andere lonen.

20 Naar Spaans recht is het voor de aansprakelijkheid van het Fogasa voor gewone loonaanspraken voldoende dat die aanspraken in enigerlei minnelijke schikking, voor de rechter of een administratief orgaan, zijn erkend.

21 De minnelijke schikking voor de rechter is bindend en moet door laatstgenoemde worden goedgekeurd. Voorts is de rechter verplicht om partijen uit te nodigen met elkaar te onderhandelen. De schikking kan in alle gevallen worden aangevochten, ook door het Fogasa, indien dit orgaan van mening is dat zij een wetsontduiking oplevert of in strijd is met zijn belangen.

22 Voordat het Fogasa subsidiair aansprakelijk wordt verklaard nadat eerst is geprobeerd om het bij minnelijke schikking overeengekomene ten uitvoer te leggen, is een gerechtelijke procedure vereist waarbij de rechter de werkgever surseance van betaling verleent, en waarbij het Fogasa zelf een specifiek recht heeft om de relevant geachte opmerkingen te maken.

23 Volgens de verwijzende rechter kan het Fogasa in elk geval bij een met redenen omklede beschikking, die wordt gegeven in het op verzoek van de werknemer ingeleide onderzoek, de gevraagde subsidiaire betaling afwijzen, indien naar zijn oordeel de minnelijke schikking als wetsontduiking moet worden aangemerkt. Het Fogasa kan dit ook doen wanneer de loonaanspraak bij vonnis is erkend. Zo gezien beschikt het Fogasa dus over voldoende waarborgen om elke vorm van ontduiking te voorkomen.

24 Gelet op het voorgaande, heeft het Tribunal Superior de Justicia de Castilla-La Mancha besloten de behandeling van de zaak te schorsen en het Hof de volgende drie prejudiciële vragen te stellen:

1) Omvat het begrip ,uit arbeidsovereenkomsten of arbeidsverhoudingen voortvloeiende aanspraken van werknemers, als bedoeld in artikel 1, lid 1, van richtlijn 80/987/EEG van de Raad van 20 oktober 1980 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake de bescherming van de werknemers bij insolventie van de werkgever, de in het hoofdgeding bedoelde ,salarios de tramitación, die de werkgever aan de werknemer moet uitbetalen wegens onrechtmatig ontslag?

2) Zo ja, vloeit uit artikel 1, lid 1, van richtlijn 80/987 de verplichting voort, dat aanspraken van werknemers bij rechterlijke of administratieve beslissing moeten worden vastgesteld, of dienen deze aanspraken alle aanspraken uit loon te omvatten, die zijn erkend in enige andere bij wet voorgeschreven procedure, die in rechte kan worden getoetst, zoals een verplicht te beproeven minnelijke schikking die tot stand komt voor de rechter die bij partijen daarop moet aandringen voor de aanvang van de gerechtelijke procedure, de inhoud ervan moet goedkeuren en de schikking kan afwijzen indien de inhoud ervan naar zijn oordeel een van de partijen ernstig benadeelt, de wet ontduikt of misbruik van recht vormt?

3) Indien onder het begrip ,aanspraken van werknemers ook de ,salarios de tramitación vallen die in minnelijke schikking voor de rechter tot stand zijn gekomen en door de rechter zijn goedgekeurd, kan dan de nationale rechter waarbij het geding aanhangig is, de nationale bepaling volgens welke het nationale waarborgfonds, het Fondo de Garantía Salarial, niet aansprakelijk is voor deze loonaanspraak, buiten toepassing laten en artikel 1, lid 1, van richtlijn 80/987 rechtstreeks toepassen, daar dit artikel duidelijk, nauwkeurig en onvoorwaardelijk wordt geacht?"

De eerste twee vragen

25 Met de eerste twee vragen, die tezamen moeten worden behandeld, wenst de verwijzende rechter in wezen te vernemen of, en zo ja, onder welke omstandigheden, aanspraken ter zake van salarios de tramitación" onder het begrip uit arbeidsovereenkomsten of arbeidsverhoudingen voortvloeiende aanspraken van werknemers" als bedoeld in artikel 1, lid 1, van de richtlijn, vallen.

26 Allereerst moet erop worden gewezen dat uit artikel 1, lid 1, juncto artikel 3, lid 1, volgt dat deze richtlijn alleen de uit arbeidsovereenkomsten of arbeidsverhoudingen voortvloeiende aanspraken van werknemers betreft die betrekking hebben op het loon in de zin van genoemd artikel 3, lid 1.

27 Volgens artikel 2, lid 2, van de richtlijn is het aan het nationale recht om de term bezoldiging" te definiëren, alsmede de inhoud ervan te bepalen. In casu verwijst de richtlijn dus naar het Spaanse recht.

28 Bij de vaststelling welke lonen ten laste komen van het Fogasa, bepaalt artikel 33 van het Estatuto de los Trabajadores, volgens de uitlegging van het Tribunal Supremo, dat de aanspraken ten laste van het Fogasa naast het loon in de zin van artikel 26, lid 1, van voornoemd Estatuto enkel de salarios de tramitación" omvatten die bij rechterlijke beslissing zijn erkend.

29 De vraag is evenwel, of de aan het nationale recht toegekende mogelijkheid om te bepalen welke uitkeringen voor rekening komen van het garantiefonds niet onderworpen is aan door het gemeenschapsrecht gestelde eisen, en of het Koninkrijk Spanje, toen het het begrip bezoldiging" in de zin van artikel 2, lid 2, van de richtlijn definieerde, wel aan deze eisen heeft voldaan.

30 Wat deze eisen betreft, is het enerzijds vaste rechtspraak dat de grondrechten een wezenlijk onderdeel vormen van de algemene rechtsbeginselen welker eerbiediging het Hof verzekert, en anderzijds dat de eisen van bescherming van de fundamentele rechten in de communautaire rechtsorde de lidstaten ook bij de uitvoering van gemeenschapsregelingen binden. Bijgevolg zijn de lidstaten gehouden deze regelingen zo veel mogelijk in overeenstemming met bedoelde eisen toe te passen (arresten van 24 maart 1994, Bostock, C-2/92, Jurispr. blz. I-955, punt 16, en 13 april 2000, Karlsson e.a., C-292/97, Jurispr. blz. I-2737, punt 37).

31 Zodra een nationale wettelijke regeling binnen de werkingssfeer van het gemeenschapsrecht komt, moet het Hof ingeval het om een prejudiciële beslissing wordt verzocht, alle uitleggingsgegevens verschaffen die de nationale rechter nodig heeft om te kunnen beoordelen of die regeling verenigbaar is met de fundamentele rechten waarvan het Hof de eerbiediging verzekert (arresten van 18 juni 1991, ERT, C-260/89, Jurispr. blz. I-2925, punt 42, en 19 november 1998, SFI, C-85/97, Jurispr. blz. I-7447, punt 29).

32 Tot deze grondrechten behoort in het bijzonder het algemene beginsel van gelijkheid en non-discriminatie. Dit beginsel vereist dat vergelijkbare situaties niet verschillend worden behandeld, tenzij dit objectief gerechtvaardigd is (zie bijvoorbeeld arresten van 12 juli 2001, Jippes, C-189/01, Jurispr. blz. I-5689, punt 129, en 23 november 1999, Portugal/Raad, C-149/96, Jurispr. blz. I-8395, punt 91).

33 Zowel uit de motivering van de verwijzingsbeschikking als uit de schriftelijke opmerkingen van de Spaanse regering volgt duidelijk dat volgens de Spaanse wetgeving alle onrechtmatig ontslagen werknemers zich in dezelfde situatie bevinden, in die zin dat zij recht hebben op salarios de tramitación". Toch voorziet artikel 33, lid 1, van het Estatuto de los Trabajadores bij insolvabiliteit van de werkgever in een ongelijke behandeling van ontslagen werknemers, voorzover het recht op uitbetaling van aanspraken op salarios de tramitación" door het Fogasa enkel geldt voor aanspraken die bij rechterlijke beslissing zijn vastgesteld.

34 Een dergelijke ongelijke behandeling is alleen toelaatbaar wanneer deze objectief gerechtvaardigd is.

35 Ter rechtvaardiging van deze ongelijke behandeling stelt de Spaanse regering met een uitdrukkelijk beroep op artikel 10 van de richtlijn, dat de betrokken ongelijke behandeling beoogt misbruik te voorkomen.

36 Weliswaar machtigt artikel 10 van de richtlijn de lidstaten om de nodige maatregelen te treffen teneinde misbruik te voorkomen, doch uit de verduidelijkingen in de verwijzingsbeschikking en de opmerkingen van de Spaanse regering met betrekking tot de rol van het Fogasa blijkt dat dit orgaan over voldoende waarborgen beschikt om elke vorm van fraude te kunnen voorkomen. Met name kan het Fogasa in elk geval bij een met redenen omklede beschikking die wordt gegeven in het op verzoek van de werknemer ingeleide onderzoek, de gevraagde subsidiaire betaling afwijzen, indien naar zijn oordeel de minnelijke schikking als wetsontduiking moet worden aangemerkt.

37 Uit de motivering van de verwijzingsbeschikking blijkt overigens dat de minnelijke schikking, voorzover deze is gebaseerd op artikel 84 van de LPL, nauwlettend wordt getoetst door een rechter, die de inhoud ervan moet goedkeuren.

38 Daarom kan de omstandigheid dat de uitkering van aanspraken op salarios de tramitación" alleen dan door het Fogasa wordt verzekerd wanneer zij bij rechterlijke beslissing zijn vastgesteld, niet als een maatregel met het oog op het voorkomen van misbruik in de zin van artikel 10 van de richtlijn worden aangemerkt.

39 Aangezien er geen enkel ander argument naar voren is gebracht ter rechtvaardiging van de onder punt 33 van dit arrest genoemde ongelijke behandeling, moet worden vastgesteld dat er geen overtuigende argumenten zijn aangevoerd die het verschil in behandeling tussen gewone loonaanspraken en bij rechterlijke beslissing ingewilligde aanspraken op salarios de tramitación" enerzijds, en aanspraken op na een schikkingsprocedure toegekende salarios de tramitación" anderzijds kunnen rechtvaardigen om deze laatste categorie van de werkingssfeer van de richtlijn uit te sluiten.

40 Gelet op het voorgaande moet op de eerste twee vragen worden geantwoord dat aanspraken ter zake van salarios de tramitación" als uit arbeidsovereenkomsten of arbeidsverhoudingen voortvloeiende aanspraken van werknemers, in de zin van de artikelen 1, lid 1, en 3, lid 1, van de richtlijn moeten worden beschouwd ongeacht volgens welke procedure zij zijn vastgesteld, indien dergelijke op grond van de betrokken nationale regeling bij rechterlijke beslissing erkende aanspraken de aansprakelijkheid van het waarborgfonds doen ontstaan en een ongelijke behandeling van identieke aanspraken die zijn vastgesteld in een schikkingsprocedure, niet objectief gerechtvaardigd is.

De derde vraag

41 Met de derde vraag wenst de verwijzende rechter in wezen te vernemen of hij een nationale regeling als bedoeld in het hoofdgeding buiten beschouwing mag laten wanneer deze regeling niet bij rechterlijke beslissing vastgestelde aanspraken ter zake van salarios de tramitación" op discriminatoire wijze van het begrip bezoldiging" in de zin van artikel 2, lid 2, van de richtlijn uitsluit.

42 Wanneer een met het gemeenschapsrecht strijdige discriminatie is vastgesteld, kan, zolang er geen maatregelen zijn getroffen om deze discriminatie op te heffen, de eerbiediging van het gelijkheidsbeginsel alleen worden verzekerd door de leden van de benadeelde groep dezelfde voordelen toe te kennen als de leden van de bevoordeelde groep genieten.

43 In een dergelijk geval dient de nationale rechter elke nationale discriminerende bepaling buiten beschouwing te laten, zonder dat hij de opheffing ervan door de wetgever heeft te vragen of af te wachten, en dient hij op de leden van de door die discriminatie benadeelde groep dezelfde regeling toe te passen als op de andere werknemers (zie voor de gelijke beloning van mannelijke en vrouwelijke werknemers, arresten van 7 februari 1991, Nimz, C-184/89, Jurispr. blz. I-297, punten 18-20, en 28 september 1994, Avdel Systems, C-408/92, Jurispr. blz. I-4435, punt 16).

44 Mitsdien moet op de derde vraag worden geantwoord dat de nationale rechter een nationale regeling die, in strijd met het gelijkheidsbeginsel, aanspraken ter zake van salarios de tramitación", die in een schikkingsprocedure voor een rechter zijn overeengekomen en door laatstgenoemde zijn goedgekeurd, uitsluit van het begrip bezoldiging" in de zin van artikel 2, lid 2, van de richtlijn, buiten beschouwing dient te laten; op de leden van de door die discriminatie benadeelde groep dient hij de regeling toe te passen die geldt voor werknemers van wie gelijksoortige aanspraken op grond van de nationale definitie van het begrip bezoldiging" binnen de werkingssfeer van de richtlijn vallen.


Kosten

45 De kosten door de Spaanse regering en de regering van het Verenigd Koninkrijk, alsmede de Commissie van de Europese Gemeenschappen en de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA wegens indiening van hun opmerkingen bij het Hof gemaakt, kunnen niet voor vergoeding in aanmerking komen. Ten aanzien van de partijen in het hoofdgeding is de procedure als een aldaar gerezen incident te beschouwen, zodat de nationale rechterlijke instantie over de kosten heeft te beslissen.


HET HOF VAN JUSTITIE (Zesde kamer),

uitspraak doende op de door het Tribunal Superior de Justicia de Castilla-La Mancha bij beschikking van 27 oktober 2000 gestelde vragen, verklaart voor recht:

1) Aanspraken ter zake van salarios de tramitación" dienen te worden beschouwd als uit arbeidsovereenkomsten of arbeidsverhoudingen voortvloeiende aanspraken van werknemers in de zin van de artikelen 1, lid 1, en 3, lid 1, van richtlijn 80/987/EEG van de Raad van 20 oktober 1980 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake de bescherming van de werknemers bij insolventie van de werkgever, ongeacht volgens welke procedure zij zijn vastgesteld, indien dergelijke op grond van de betrokken nationale regeling bij rechterlijke beslissing erkende aanspraken de aansprakelijkheid van het waarborgfonds doen ontstaan en een ongelijke behandeling van identieke aanspraken die zijn vastgesteld in een schikkingsprocedure niet objectief gerechtvaardigd is.

2) De nationale rechter dient een nationale regeling die, in strijd met het gelijkheidsbeginsel, aanspraken ter zake van salarios de tramitación", die in een schikkingsprocedure voor een rechter zijn overeengekomen en door laatstgenoemde zijn goedgekeurd, uitsluit van het begrip bezoldiging" in de zin van artikel 2, lid 2, van richtlijn 80/987, buiten beschouwing te laten; op de leden van de door die discriminatie benadeelde groep dient hij de regeling toe te passen die geldt voor werknemers van wie gelijksoortige aanspraken op grond van de nationale definitie van het begrip bezoldiging" binnen de werkingssfeer van deze richtlijn vallen.