Home

Hof van Justitie EU 30-01-2003 ECLI:EU:C:2003:64

Hof van Justitie EU 30-01-2003 ECLI:EU:C:2003:64

Gegevens

Instantie
Hof van Justitie EU
Datum uitspraak
30 januari 2003

Conclusie van advocaat-generaal

F. G. Jacobs

van 30 januari 2003(*)

In deze zaak verzoekt de Commissie het Hof krachtens artikel 226 EG vast te stellen dat het Koninkrijk Spanje, doordat het slechts voor bepaalde regio's op zijn grondgebied kwetsbare gebieden heeft aangewezen, niet heeft voldaan aan de verplichtingen die op hem rusten krachtens artikel 5 van richtlijn 91/271/EEG van de Raad van 21 mei 1991 inzake de behandeling van stedelijk afvalwater.(*)

Luidens artikel 5, lid 1, van richtlijn 91/271 moesten de lidstaten uiterlijk op 31 december 1993 volgens de in bijlage II bij de richtlijn genoemde criteria kwetsbare gebieden aanwijzen. Overeenkomstig artikel 5, lid 2, moesten zij ervoor zorgen dat stedelijk afvalwater dat in opvangsystemen terechtkomt vóór lozing in kwetsbare gebieden uiterlijk op 31 december 1998, voor alle lozingen van agglomeraties met meer dan 10 000 i.e. (inwonerequivalent), aan een behandeling wordt onderworpen die verder gaat dan de behandeling in andere gevallen.

Volgens de Commissie bleek uit de gegevens die Spanje tijdens de precontentieuze procedure had verstrekt, dat de Spaanse overheid de kwetsbare gebieden in de onder haar bevoegdheid vallende wateren had aangewezen, maar dat sommige autonome gemeenschappen dit niet hadden gedaan voor de onder hun bevoegdheid vallende wateren. Weliswaar hadden Andalusië, Galicië, Murcia en Cantabrië de nodige aanwijzingen gedaan, in hun publicatieblad bekendgemaakt en aan de Commissie betekend, maar andere autonome gemeenschappen hadden dit nagelaten. Dienaangaande verwijst de Commissie naar Catatonië, de Balearen, Baskenland, Valencia, Asturië, de Canarische Eilanden, en de autonome steden Ceuta en Melilla.

In zijn verweerschrift erkent Spanje, in wezen, dat meerdere van die autoriteiten inderdaad geen kwetsbare gebieden hebben aangewezen als voorgeschreven in de richtlijn. Het stelt immers dat deze autoriteiten bijna klaar zijn met de vereiste aanwijzingen. Enkel wat Melilla en Asturië betreft, betwist Spanje rechtstreeks de door de Commissie aangevoerde grief. De autoriteiten van Melilla zouden namelijk niet bevoegd zijn voor de betrokken wateren, en Asturië zou geen kwetsbare gebieden hebben. Aangezien de Commissie geen repliek heeft neergelegd, kan over deze twee punten geen uitspraak worden gedaan. Voor het overige is het beroep van de Commissie echter gegrond.

Conclusie

Derhalve geef ik het Hof in overweging:

  1. vast te stellen dat het Koninkrijk Spanje, doordat het slechts voor bepaalde regio's op zijn grondgebied kwetsbare gebieden heeft aangewezen, niet heeft voldaan aan de verplichtingen die op hem rusten krachtens artikel 5 van richtlijn 91/271/EEG van de Raad van 21 mei 1991 inzake de behandeling van stedelijk afvalwater;

  2. het Koninkrijk Spanje te verwijzen in de kosten.