Hof van Justitie EU 15-01-2004 ECLI:EU:C:2004:29
Hof van Justitie EU 15-01-2004 ECLI:EU:C:2004:29
Gegevens
- Instantie
- Hof van Justitie EU
- Datum uitspraak
- 15 januari 2004
Conclusie van advocaat-generaal
C. Stix-Hackl
van 15 januari 2004(1)
I — Opmerkingen vooraf
1. Deze zaak gaat over de indeling in het douanetarief van vrachtauto's die voor het vervoer en lossen van materialen in het terrein zijn bestemd en daartoe in het bijzonder zijn voorzien van een ingewikkelde, veelzijdige en precieze kiepfunctie.
II — Rechtskader
2. Voor douanerechtelijke en statistische doeleinden worden goederen in de Gemeenschap ingedeeld volgens de tariefindeling van de gecombineerde nomenclatuur (hierna: „GN”), die is gebaseerd op het wereldwijd geharmoniseerde systeem(2) (hierna: „GS”). De GN is te vinden in bijlage I bij verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief.(3) In de relevante periode waren verschillende versies van bijlage I(4) van toepassing, die echter wat de hier in geding zijnde tariefposten van hoofdstuk 87 betreft, onveranderd zijn gebleven. Ter precisering van de afzonderlijke posten en postonderverdelingen van de GN zijn er nog verscheidene andere documenten die hierna — voorzover relevant — worden weergegeven.
3. Bijlage I bij de GN in de voor het hoofdgeding relevante versie luidt als volgt:
„Hoofdstuk 87
AUTOMOBIELEN, TRACTORS, RIJWIELEN, MOTORRIJWIELEN EN ANDERE VOERTUIGEN VOOR VERVOER OVER LAND, ALSMEDE DELEN EN TOEBEHOREN DAARVAN
[...]
GN-code
Omschrijving van de goederen
8704
Automobielen voor goederenvervoer:
8704 10
— Dumpers ontworpen voor gebruik in het terrein:
[...]
8704 10 19
— — — andere
[...]
— andere, met een motor met zelfontsteking (diesel- of semidieselmotor):
8704 21
— — — met een maximaal toegelaten gewicht van niet meer dan 5 ton:
[...]
8704 21 91
— — — — — nieuwe
”
4. De algemene regels voor de interpretatie van de GN zijn neergelegd in het eerste deel daarvan, titel I, A, en bepalen onder meer:
„Voor de indeling van goederen in de gecombineerde nomenclatuur gelden de volgende bepalingen.
1. De tekst van de opschriften van de afdelingen, van de hoofdstukken en van de onderdelen van hoofdstukken wordt geacht slechts als aanwijzing te gelden; voor de indeling zijn wettelijk bepalend de bewoordingen van de posten en de aantekeningen op de afdelingen of op de hoofdstukken en — voorzover dit niet in strijd is met de bewoordingen van bedoelde posten en aantekeningen — de navolgende regels. [...]
3. Indien goederen [...] vatbaar zijn voor indeling onder twee of meer posten, geschiedt de indeling als volgt:
de post met de meest specifieke omschrijving heeft voorrang boven posten met een meer algemene strekking.”
5. Verordening (EEG) nr. 396/92 van de Commissie van 18 februari 1992 houdende indeling van bepaalde goederen in de gecombineerde nomenclatuur (PB L 44, blz. 9). (hierna: „verordening nr. 396/92”) bevat een bijlage waarin bepaalde goederen worden beschreven en onder een postonderverdeling worden ingedeeld. Daarnaast is telkens een motivering te vinden. De bijlage bepaalt onder meer:
„[...]
Omschrijving van de goederen
Indeling
GN-code
Motivering
[...]
[...]
[...]
3. Voertuig (lengte 180 cm, breedte 87 cm en hoogte 100 cm) voorzien van een viertakt ééncilinder benzinemotor (400 cm3 cilinderinhoud), een bedieningsinrichting, een besturingsinrichling en een verstevigde, met de hand kantelbare, laadbak met een laadvermogen van 400 kg en rubberen rupsbanden. Dit voertuig met een leeg gewicht van 250 kg, een maximumsnelheid van 6,8 km/uur en een vermogen van 5,37 kW is voorzien van een versnellingsbak met drie versnellingen vooruit en één achteruit. Dit soort voertuigen wordt voornamelijk op bouwplaatsen gebruikt voor het lossen en het vervoer van aarde, zand en dergelijke materialen.
8704 10 19
De indeling is vastgesteld op basis van de algemene regels 1 en 6 voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur, alsmede de tekst van GN-codes 8704, 8704 10 en 8704 10 19.
Op grond van hel ontwerp, in het bijzonder de aanwezigheid van zowel een kiepbak als rubberen rupsbanden, alsmede de waarschijnlijke plaats van gebruik dient dit voertuig niet onder post 8709 te worden ingedeeld.
4. Voertuig, nieuw, (lengte 255 cm, breedte 108 cm en hoogte 128 cm) voorzien van een viertakt ééncilinder benzinemotor (400 cm3 cilinderinhoud), een open cabine met bedienings- en besturingsinrichting en een verstevigde laadbak, voorzien van een hydraulisch kantelmechanisme, met een laadvermogen van 800 kg en met neerklapbare zijen achterwanden. Dit voertuig op rubberen rupsbanden bereikt een maximumsnelheid van 8,7 km/uur, heeft een vermogen van 7,46 kW en is voorzien van een versnellingsbak met vier versnellingen vooruit en drie achteruit. Dit soort voertuigen wordt voornamelijk op bouwplaatsen gebruikt voor het lossen en het vervoer van aarde, zand en dergelijke materialen
8704 031 91
De indeling is vastgesteld op basis van de algemene regels 1 en 6 voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur, alsmede de tekst van GN-codes 8704, 8704 31 en 8704 31 91.
Op grond van het ontwerp, in het bijzonder de aanwezigheid van zowel een kiepbak als rubberen rupsbanden, alsmede de waarschijnlijke plaats van gebruik dient dit voertuig niet onder post 8709 te worden ingedeeld. Door de veelzijdige toepasbaarheid en de ingewikkelde constructie kan dit voertuig niet worden aangemerkt als een dumper als bedoeld bij onderverdeling 8704 10.
[...]
[...]
[...]
”
6. De door de Commissie vastgestelde Toelichtingen op de gecombineerde nomenclatuur van de Europese Gemeenschappen(5) (hierna: „GN-toelichtingen”) bepalen onder meer:
„8704 10 11 t/m 8704 10 90 Dumpers ontworpen voor gebruik in het terrein
1. Tot deze onderverdelingen behoren voornamelijk voertuigen met een naar voren of naar achteren kiepende bak of met een zelfopenende bodem, die speciaal zijn geconstrueerd voor het vervoer van zand, grind, aarde, gesteente, enz., in steengroeven en mijnen of op bouwplaatsen (voor gebouwen, wegen, vliegvelden of havens). Afbeeldingen van de verschillende typen dumpers zijn opgenomen aan het slot van deze toelichting.
2. Tot deze onderverdelingen behoren eveneens kleinere voertuigen van het type dat wordt gebruikt op bouwplaatsen voor het vervoer van aarde, puin, cement, vloeibaar beton, enz. Deze hebben een vast of geleed chassis en twee of vier aangedreven wielen, terwijl de bak van de dumper boven de ene as is geplaatst en de zitplaats van de bestuurder boven de andere. De zitplaats van de bestuurder wordt gewoonlijk niet door een cabine beschermd.”
Deze omschrijvingen worden gevolgd door afbeeldingen van twee als „typische” dumpers omschreven vrachtauto's en verder van vier soorten bijzondere dumpers.
7. Op basis van artikel 6, lid 1, van het internationaal verdrag van 14 juni 1983 is onder de naam „Comité voor het geharmoniseerde systeem” bij de Internationale Douaneraad een comité ingesteld dat is samengesteld uit vertegenwoordigers van elk van de verdragsluitende partijen. Dit comité heeft onder meer tot taak, toelichtingen, indelingsadviezen en andere adviezen voor de interpretatie van het GS op te stellen. De toelichtingen op het GS inzake de omschrijving en de codering van goederen (hierna: „GS-toelichtingen”), die door de Internationale Douaneraad worden gepubliceerd, bepalen onder meer:
Bij post 87 04
„1. Deze groep omvat bovendien:
dumpers, zijnde sterk gebouwde vrachtauto's van een speciaal type, meestal met kiepbak — soms met zelfopenende bodem — voor grondverzet of het transport van materialen. Deze voertuigen, die een stijf of een geleed chassis hebben, zijn in het algemeen voorzien van wielen geschikt voor alle terreinen en kunnen op losse grond rijden. Deze groep omvat zowel zware als lichte dumpers. De laatste zijn soms uitgerust met een draaibare zitplaats, met twee tegenover elkaar geplaatste zitplaatsen of met een dubbel stuur, waardoor de bestuurder zicht houdt op de laadbak en het lossen kan regelen.”
Bij postonderverdeling 87 04 10
„Deze dumpers zijn in het algemeen van andere voertuigen voor goederenvervoer (in hel bijzonder van vrachtwagens met kiepbak) te onderscheiden door de volgende kenmerken:
de bak van de dumper bestaat uit zeer sterke platen, waarvan de voorste wand lol boven de cabine doorloopt om de bestuurder te beschermen en waarvan de vloer naar achteren geheel of gedeeltelijk schuin oploopt;
[...]
Bepaalde dumpers zijn speciaal ontworpen om te worden gebezigd in mijnen en tunnels, b.v. die met zelfopenende bodem. Deze vertonen enige van bovengenoemde kenmerken, maar zijn niet voorzien van een bestuurderscabine terwijl de bak niet in een soort beschermend dak uitloopt.”
III — Feiten en hoofdgeding
8. Blijkens de verwijzingsbeschikking deed verzoekster in het hoofdgeding, de onderneming DFDS BV (hierna: „DFDS”), in 1995 en 1996 bij verweerder in het hoofdgeding, de bevoegde Nederlandse douanepost, aangifte voor het vrije verkeer van zogenoemde „Minitracs” onder GN-post 8704 10 19. De douanepost was echter van mening dat de voertuigen onder GN-post 8704 21 91 moesten worden ingedeeld en gaf een dienovereenkomstige beschikking jegens DFDS. DFDS maakte daartegen bezwaar. Bij beschikking van 24 december 1997 wees de douanepost het bezwaar af. Daartegen heeft DFDS beroep ingesteld bij de verwijzende rechter.
9. De verwijzingsbeschikking van de nationale rechter van 6 november 2002 bevat de volgende prejudiciële vraag:
„Zijn vrachtauto's, ontworpen voor gebruik in het terrein, en bestemd voor het transport en lossen van materialen, en daartoe in het bijzonder voorzien van een ingewikkelde, veelzijdige en precieze kiepfunctie, uitgesloten van het begrip dumper in post 8704 10 van het gemeenschappelijk douanetarief?”
IV — De prejudiciële vraag
10. De prejudiciële vraag is in wezen erop gericht te vernemen of de litigieuze Minitracs als dumpers onder GN-postonderverdeling 8704 10 dan wel als vrachtwagens met kiepbak onder een van de andere postonderverdelingen van GN-post 8704 (automobielen voor goederenvervoer) moeten worden ingedeeld.
11. Volgens de overeenstemmende beschrijvingen van de twee betrokken Minitracmodellen door de verwijzende rechter en de partijen gaat het om voertuigen die in het bijzonder zijn ontworpen voor gebruik op bouwplaatsen, dus in het terrein, en die voor het vervoer en het lossen van puin en andere stortgoederen zijn bestemd. De Minitracs verschillen van traditionele dumpers door het feit dat zij om te lossen niet over een kuipvormige, louter in één richting kantelbare kiepbak of over een kiepbak met zelfopenende bodem beschikken. De Minitracs beschikken in plaats daarvan — naar gelang van het model — ofwel over een vlakke kiepbak met verticale, afzonderlijk te openen zijwanden, die naar drie kanten kan worden gekanteld ofwel over een kuipvormige kiepbak die door een hydraulisch systeem tot 180o kan worden gedraaid. Door deze bijzondere vormen van kiepbakken is het mogelijk preciezer te lossen naar verschillende kanten, zonder dat het voertuig zelf moet worden gedraaid.
Voornaamste argumenten van partijen
12. De Nederlandse regering en de Commissie zijn van mening dat de Minitracs niet de kenmerken van dumpers van GN-postonderverdeling 8704 10 bezitten en daarom niet onder GN-postonderverdeling 8704 10 19 kunnen worden ingedeeld.
13. Zij beroepen zich allereerst op de GS-toelichtingen bij GS-post 8704. Uit de in de toelichting bij postonderverdeling 8704 10 genoemde kenmerken om dumpers van vrachtwagens met kiepbak te onderscheiden kan worden afgeleid dat dumpers voertuigen met een sterke maar relatief eenvoudige kiep- en laadconstructie zijn waarvan de kiepbak geheel of gedeeltelijk naar achteren schuin oploopt om de lading te storten. De Minitracs hebben evenwel bijzonder flexibele en wendbare kiepbakken met ingewikkelde inrichtingen om te kiepen naar verschillende kanten.
14. Ook uil de GN-toelichtingen bij de GN-postonderverdelingen 8704 10 11 tot en met 8704 10 90 blijkt dal dumpers voertuigen met een eenvoudige constructie zijn. Uit punt 1 van de GN-toelichtingen blijkt dat dumpers moeten beschikken over een kiepbak die kan worden gelost door hem op te richten of die van een zelfopenende bodem is voorzien. Uit de bijgevoegde tekeningen blijkt bovendien dat de bak kuipvormig moet zijn, aangezien geen van de in de GN-toelichtingen afgebeelde voertuigen over een plat laadvlak met verticale zijwanden beschikt. Bovendien kan uit de GN-toelichtingen worden afgeleid dat de bak telkens slechts naar één kant (meestal naar achteren) kiepbaar mag zijn.
15. Om die redenen heeft de Commissie in punt 4 van de bijlage bij verordening nr. 396/92 met de litigieuze Minitracs vergelijkbare voertuigen onder GN-postonderverdeling 8704 31 91 ingedeeld en een indeling onder GN-postonderverdeling 8704 10 afgewezen op grond dat „door de veelzijdige toepasbaarheid en de ingewikkelde constructie [...] dit voertuig niet [kan] worden aangemerkt als een dumper als bedoeld bij [GN] -onderverdeling 8704 10”.(6)
16. DFDS is van mening dat de Minitracs als dumpers onder GN-postonderverdeling 8704 10 moeten worden ingedeeld.
17. Een enkele technische eigenschap — in casu de bijzondere beweegbaarheid van de kiepbak — kan op zichzelf niet doorslaggevend zijn voor de indeling van automobielen voor goederenvervoer onder de onderverdelingen van GN-post 8704. Van belang is veeleer het gebruik waarvoor het voertuig is bestemd. De Minitracs dienen voor het vervoer en het lossen van materialen zodat zij, wat doel en gebruik betreft, niet van traditionele dumpers verschillen.
18. DFDS is daarom van mening dat de door de Commissie bij verordening nr. 396/92 verrichte indeling van het onder punt 4 van de bijlage beschreven voertuig zich niet verdraagt met de GN. Er bestaat derhalve twijfel over de rechtsgeldigheid van verordening nr. 396/92, die daarom niet de grondslag voor de tariefindeling van soortgelijke voertuigen kan zijn.
19. Uit de laatste alinea van de GS-toelichtingen bij GS-postonderverdeling 87.04.10 blijkt dat de daarin gegeven omschrijving van dumpers geenszins uitputtend is. Integendeel, ook voertuigen die voor speciale doeleinden zijn ontworpen en daarom slechts een paar van bovengenoemde kenmerken bezitten, kunnen daaronder worden ingedeeld.(7)
20. De door de Commissie in punt 4 van de bijlage bij verordening nr. 396/92 verrichte indeling berust kennelijk op economische overwegingen, die zich niet verdragen met de bevoegdheid tot het vaststellen van verordeningen tot toelichting van de GN (artikel 10, lidi, GN).(8)
Beoordeling
21. In de onderhavige zaak gaat het om het verschil voor de indeling in het douanetarief tussen dumpers en vrachtwagens met kiepbak die in de tariefindeling onder een verschillende onderverdeling van GN-post 8704 (automobielen voor goederenvervoer) staan.
22. Volgens vaste rechtspraak van het Hof moet in het belang van de rechtszekerheid en van een gemakkelijke controle het beslissende criterium voor de tariefindeling van goederen in beginsel worden gezocht in de objectieve kenmerken en eigenschappen van de goederen, zoals deze in de tekst van de post van de GN zijn omschreven.(9) De overeenkomstige GS-toelichtingen vormen een belangrijk, zij het rechtens niet bindend hulpmiddel bij de uitlegging van de individuele posten(10)
23. De Nederlandse regering en de Commissie gaan er thans kennelijk van uit dat de vorm van de kiepbak en het uitgerust zijn met een eenvoudig kantelmechanisme (de materialen kunnen slechts in één richting worden gelost) noodzakelijke voorwaarden zijn om een voertuig als dumper in het tarief in te delen. Laatstgenoemde voorwaarde ligt kennelijk ook ten grondslag aan de tariefindeling in punt 4 van de bijlage bij verordening nr. 396/92.
24. Deze stelling gaat mijns inziens eraan voorbij dat de vorm en de functionaliteit van hel laadvlak, en dus van de kiepbak, slechts één van de verschillende bruikbare criteria voor een algemene afbakening van dumpers en vrachtwagens met kiepbak is. Mijns inziens is dit criterium ook niet noodzakelijk het enige doorslaggevende. Dit blijkt uit volgende overwegingen.
25. Uit de opbouw van de GN blijkt dat voor vrachtwagens die als „dumpers” worden aangemerkt, onder GN-post 8704 (automobielen voor goederenvervoer) een eigen GN-postonderverdeling (8704 10) bestaat. Vrachtwagens met kiepbak worden daarentegen niet afzonderlijk vermeld en moeten daarom onder een van de algemene GN-postonderverdelingen voor vrachtwagens („andere”) (8704 21 lol en met 8704 32) worden ingedeeld. In laatstgenoemde postonderverdelingen wordt onderscheid gemaakt naar gelang van de aard van de motor en/of in het gewicht van de vrachtwagen. Ten slotte voorziet GN-postonderverdeling 8704 09 00 in een restpost voor vrachtwagens die noch dumpers noch andere vrachtwagens met de hierboven vermelde technische kenmerken zijn.
26. De opbouw van de tariefposten binnen GN-post 8704 voor automobielen voor goederenvervoer toont aan dat GN-postonderverdeling 8704 10 voor dumpers een bijzondere post is voor voertuigen voor een welbepaald gebruik, te weten kiepwerkzaamheden in het terrein. Alle andere postonderverdelingen maken geen onderscheid naar gelang van het gebruik, maar alleen naar gelang van bepaalde technische kenmerken (motor en gewicht). Dit toont aan dal voor de indeling van dumpers het gebruik van de voertuigen bepalend is en niet de vorm of de functionaliteit van de kiepbak.
27. Dit onderscheid naar gelang van het gebruik is ook in overeenstemming met de GN-toelichtingen en de GS-toelichtingen bij postonderverdeling 8704 10.
28. De omschrijvingen in de GN-toelichtingen hebben betrekking op voertuigen die „speciaal” zijn geconstrueerd voor het vervoer van materialen in steengroeven, mijnen of op bouwplaatsen, en zien derhalve op speciale voertuigen die van meet af aan voor gebruik in het terrein zijn gebouwd. De omschrijving van de kiepinstallatie is weliswaar alleen van toepassing op traditionele dumpers, die slechts naar één kant kunnen lossen. Toch lijkt het inleidende woord „voornamelijk” vrachtwagens met een technologisch meer ontwikkelde kiepbak niet van meet af aan uit sluiten van een indeling als dumper.
29. In de GS-toelichtingen worden dumpers van vrachtwagens met kiepbak afgebakend door middel van kenmerken waarvan de meeste bij de litigieuze Minitracs aanwezig zijn. Toch stemt de omschrijving van de kiepbak overeen met de traditionele vorm. In de GS-toelichtingen bij GS-postonderverdeling 87 04 10 wordt echter alleen gezegd dat dumpers „in het algemeen” van andere vrachtwagens kunnen worden onderscheiden door de aldaar genoemde kenmerken. Bovendien wordt er in de laatste zin op gewezen dat voor bijzondere doeleinden (steeds in het terrein) ontworpen dumpers, zelfs wanneer zij slechts „enige van bovengenoemde kenmerken [vertonen]”, dumpers in de zin van GS-postonderverdeling 87 0410 blijven.
30. Uit de GN-toelichtingen en de GS-toelichtingen kan derhalve niet worden afgeleid dat de vorm of de functionaliteit van de kiepbak het doorslaggevende kenmerk is voor de indeling van een voertuig als dumper. Uit die toelichtingen blijkt veeleer dat technische aanpassingen voor de met de dumpers te verrichten werkzaamheden een indeling in GN-postonderverdeling 8704 10 niet in de weg staan.
31. Wat de vorm betreft, verschillen traditionele dumpers vooral daarin van vrachtwagens met kiepbak, dat de kiepbak van dumpers meestal kuipvormig is en de kiepbak van genoemde vrachtwagens vlak met vier verticale zijwanden. Die verschillende vorm beantwoordt echter aan het verschillend gebruik waarvoor de voertuigen bestemd zijn. Een vrachtwagen met kiepbak is in de eerste plaats gebouwd voor transport op het wegennet, en zo gezien is het lossen bijkomstig. Bij traditionele dumpers staan daarentegen het vervoer en het lossen van materialen in het terrein op de voorgrond. Wanneer nu een voertuig — zoals een Minitrac — over een vlakke kiepbak beschikt die echter in drie richtingen kan worden gekiept en verticale zijwanden heeft die afzonderlijk kunnen worden geopend, dan is niet echt duidelijk waarom de kiepbak — ondanks zijn vorm — niet eveneens mag worden gebruikt voor het laden en lossen van materialen in het terrein, maar dan wel met het doel preciezer te lossen en te laden.
32. Daarom is het ook niet te begrijpen waarom een technisch ingewikkeld en meer geperfectioneerd mechanisme, waardoor het voertuig beter aan zijn doel beantwoordt, dat voertuig zou uitsluiten van een indeling als dumper.
33. Tegen de door de Commissie en de Nederlandse regering geponeerde stelling dat de Minitracs juist vanwege de bijzondere beweegbaarheid van de kiepbak, niet als dumper kunnen worden ingedeeld, pleit ook het feit dat het slechts in één richting kunnen lossen een gemeenschappelijk kenmerk van traditionele dumpers en vrachtwagens met een kiepbak is en alleen al daarom niet als onderscheidingscriterium in aanmerking komt. Aangezien bovendien — zoals hierboven in de punten 25 en 26 is uiteengezet — uit de opbouw van GN-posl 8704 blijkt dat het bijzondere gebruik waarvoor dumpers zijn bestemd (kiepwerkzaamheden in hel terrein), hel doorslaggevende criterium is voor de indeling in GN-poslonderverdeling 8704 10, kan de bijzondere beweegbaarheid van de kiepbak, die alleen een technische verbetering vormt(11) (preciezer laden en lossen van materialen bij beperkte rangeermogelijkheden) geen criterium zijn voor de uitsluiting van de indeling als dumper.
34. Het gebruik waarvoor voertuigen zoals de Minitracs zijn bestemd, pleit derhalve voor een indeling als dumper in GN-postonderverdeling 8704 10 en de vorm noch de beweegbaarheid van hun kiepbak kan rechtvaardigen dat zij van deze indeling worden uitgesloten.
35. Met belrekking lot punt 4 van de bijlage bij verordening nr. 396/92 valt derhalve alleen vast te stellen dat de verordening op basis van de hierboven gemotiveerde interpretatie van de GN niet als grondslag kan dienen voor een andere dan de hier voorgestelde interpretatie van GN-postonderverdeling 8704 10. Veeleer moet worden aangenomen dat verordening nr. 396/92 ongeldig is wegens overschrijding van de rechtsgrondslag (artikel 9, lid 1, GN(12)).
V — Conclusie
36. Op grond van het voorgaande geef ik het Hof in overweging, de vraag van de verwijzende rechter te beantwoorden als volgt:
„Bijlage I bij verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief, in de voor het hoofdgeding relevante versie, moet aldus worden uitgelegd dat vrachtauto's die ontworpen zijn voor het transport en het lossen van materialen in het terrein, en daartoe in het bijzonder voorzien zijn van een ingewikkelde, veelzijdige en precieze kiepfunctie, onder het begrip dumper in post 8704 10 van de gecombineerde nomenclatuur vallen.”