Home

Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 23 februari 2006.

Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 23 februari 2006.

Vrij verkeer van personen

-

Werknemers

-

Beperkingen (Art. 39 EG) (cf. punten 49-52, 55, dictum 1)

Voorwerp

Niet-nakoming - Artikelen 10 EG en 39 EG - Voorwaarden waaraan in Finland wonende en in het buitenland tewerkgestelde werknemers moeten voldoen om voertuigen te gebruiken die in het buitenland zijn ingeschreven en die hun door de werkgever ter beschikking zijn gesteld

Dictum

1) Door te beletten dat in Finland wonende en in een andere lidstaat tewerkgestelde grensarbeiders gebruik maken van in deze andere lidstaat ingeschreven dienstvoertuigen die hun die door hun in die andere lidstaat gevestigde werkgevers ter beschikking zijn gesteld, op de uitsluitende grond dat de betrokken grensarbeiders wonen op het Finse grondgebied, waarheen de aan hun werkgevers toebehorende voertuigen worden gebracht,

en

door de betrokken grensarbeiders te beletten voor beroepsdoeleinden en particuliere doeleinden gebruik te maken van de in een andere lidstaat ingeschreven bedrijfsvoertuigen die hun door hun in die andere lidstaat gevestigde werkgevers ter beschikking zijn gesteld, terwijl die voertuigen niet zijn bestemd om permanent vooral in Finland te worden gebruikt en de facto ook niet aldus worden gebruikt, op de uitsluitende grond dat de betrokken grensarbeiders wonen op het Finse grondgebied, waarheen de aan hun werkgevers toebehorende voertuigen worden gebracht,

is de Republiek Finland de krachtens artikel 39 EG op haar rustende verplichtingen niet nagekomen.

2) Het beroep wordt verworpen voor het overige.

3) Elke partij draagt de eigen kosten.

4) Het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland draagt de eigen kosten.