Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 17 maart 2005.
Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 17 maart 2005.
Gemeenschappelijk douanetarief - Tariefposten - Toestel voor opname en weergave van signalen in kader van videobewaking - Toestel dat eigen functie, andere dan automatische gegevensverwerking, in zin van aantekening 5 E bij hoofdstuk 84 van gecombineerde nomenclatuur vervult
Een toestel dat voor videobewakingsdoeleinden door camera's uitgezonden signalen opneemt en, na deze te hebben gecomprimeerd, op scherm weergeeft, vervult een eigen functie, andere dan automatische gegevensverwerking, in de zin van aantekening 5 E bij hoofdstuk 84 van de gecombineerde nomenclatuur van het gemeenschappelijk douanetarief in bijlage I bij verordening nr. 2658/87 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief, zoals gewijzigd bij verordening nr. 2031/2001.
(cf. punt 31 en dictum)
In zaak C-467/03,
betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 234 EG, ingediend door het Finanzgericht München (Duitsland) bij beslissing van
24 juni 2003
, ingekomen bij het Hof op
6 november 2003
, in de procedure
Ikegami Electronics (Europe) GmbH
tegen
Oberfinanzdirektion Nürnberg,
wijst
HET HOF VAN JUSTITIE (Vierde kamer),
samengesteld als volgt: K. Lenaerts (rapporteur), kamerpresident, J. N. Cunha Rodrigues en E. Levits, rechters,
advocaat-generaal: J. Kokott,
griffier: K. Sztranc, administrateur,
gezien de stukken en na de terechtzitting op
9 december 2004,
gelet op de opmerkingen van:
- Ikegami Electronics (Europe) GmbH, vertegenwoordigd door H. Nehm, Rechtsanwalt,
- de Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door J.-C. Schieferer als gemachtigde,
gehoord de conclusie van de advocaat-generaal ter terechtzitting van
20 januari 2005,
het navolgende
Arrest
1. Het verzoek om een prejudiciële beslissing betreft de uitlegging van aantekening 5 E bij hoofdstuk 84 van de gecombineerde nomenclatuur van het gemeenschappelijk douanetarief (hierna: "GN") in bijlage I bij verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (PB L 256, blz. 1), zoals gewijzigd bij verordening (EG) nr. 2031/2001 van de Commissie van 6 augustus 2001 (PB L 279, blz. 1).
2. Dit verzoek is ingediend in het kader van een geding tussen de vennootschap Ikegami Electronics (Europe) GmbH (hierna: "Ikegami") en de Oberfinanzdirektion Nürnberg met betrekking tot de door de Zolltechnische Prüfungs- und Lehranstalt München (douanetechnisch opleidings- en onderzoeksinstituut München) verstrekte bindende tariefinlichting voor een toestel voor digitale opname.
Rechtskader
3. De op het tijdstip van de feiten in het hoofdgeding toepasselijke versie van de GN is opgenomen in bijlage I bij verordening nr. 2031/2001. Het tweede deel van deze bijlage bevat een afdeling XVI met als opschrift "Machines, toestellen en elektrotechnisch materieel, alsmede delen daarvan; toestellen voor het opnemen of het weergeven van geluid, voor het opnemen of het weergeven van beelden en geluid voor televisie, alsmede delen en toebehoren van deze toestellen".
4. Deze afdeling bestaat uit twee hoofdstukken, te weten hoofdstuk 84 met als opschrift "Kernreactoren, stoomketels, machines, toestellen en mechanische werktuigen, alsmede delen daarvan", en hoofdstuk 85 met als opschrift "Elektrische machines, apparaten, uitrustingsstukken, alsmede delen daarvan; toestellen voor het opnemen of het weergeven van geluid, toestellen voor het opnemen of het weergeven van beelden en geluid voor televisie, alsmede delen en toebehoren van deze toestellen".
5. Onder hoofdstuk 84 valt onder meer post 8471, "Automatische gegevensverwerkende machines en eenheden daarvoor; magnetische en optische lezers, machines voor het in gecodeerde vorm op dragers overzetten van gegevens en machines voor het verwerken van die gegevens, elders genoemd noch elders onder begrepen".
6. Postonderverdeling 8471 50 heeft betrekking op "digitale verwerkingseenheden, andere dan die bedoeld bij de onderverdelingen 8471 41 of 8471 49, die in dezelfde behuizing een of twee van de volgende soorten eenheden mogen bevatten: geheugeneenheden, invoereenheden en uitvoereenheden". Postonderverdeling 8471 50 90 betreft dergelijke producten die niet voor burgerluchtvaartuigen bestemd zijn. Ingevolge verordening nr. 2031/2001 zijn deze producten vrijgesteld van het conventionele douanerecht.
7. Onder hoofdstuk 85 van de GN valt onder meer post 8521, "Video-opname- en videoweergaveapparaten, ook indien met ingebouwde videotuner". Postonderverdeling 8521 90 00 ziet op dergelijke producten die niet met magneetbanden werken. Overeenkomstig verordening nr. 2031/2001 is het op deze producten toepasselijke conventionele douanerecht vastgesteld op 14 %.
8. Aantekening 4 bij afdeling XVI van de GN bepaalt dat "[i]ndien een machine of een combinatie van machines uit individuele elementen bestaat (ook indien afzonderlijk opgesteld of onderling verbonden door elektrische of andere leidingen, overbrengingsmechanismen of andere voorzieningen), bestemd om gezamenlijk een welbepaalde functie te verrichten, zoals bedoeld bij een der posten van hoofdstuk 84 of 85, [.] het geheel [wordt] ingedeeld onder de post die in verband met die functie van toepassing is".
9. Aantekening 5 bij hoofdstuk 84 van de GN omvat onder meer de volgende aanwijzingen:
"A. Voor de toepassing van post 8471 wordt onder ,automatische gegevensverwerkende machines' verstaan:
a) digitale machines, die:
1) het verwerkingsprogramma of de verwerkingsprogramma's en ten minste de gegevens die voor de uitvoering van dit programma of deze programma's onmiddellijk noodzakelijk zijn, kunnen opslaan;
2) vrij kunnen worden geprogrammeerd overeenkomstig de behoeften van de gebruiker;
3) door de gebruiker te bepalen rekenkundige bewerkingen kunnen uitvoeren;
4) zonder menselijke tussenkomst een verwerkingsprogramma kunnen uitvoeren, waarbij zij in staat moeten zijn de uitvoering van het programma gedurende het verwerkingsverloop door logische beslissing te wijzigen;
[.]
E. Machines die een eigen functie, andere dan automatische gegevensverwerking, vervullen en die een automatische gegevensverwerkende machine bevatten of daarmede in samenhang worden gebruikt, worden ingedeeld onder de post die overeenkomstig hun functie in aanmerking komt of, bij ontbreken daarvan, onder een sluitpost."
Hoofdgeding en prejudiciële vraag
10. Op 6 december 2001 verzocht Ikegami de Zolltechnische Prüfungs- und Lehranstalt München om een bindende tariefinlichting voor een als "Digital Recorder SDR-G 8000-8" aangeduid toestel. Zij wenste dit toestel onder postonderverdeling 8471 50 90 van de GN ingedeeld te zien.
11. De verwijzingsbeschikking beschrijft het toestel als volgt:
"Naast een toetsenbord en een muis, bestaat het toestel uit een behuizing met video-digitizer-board voor 4 videokaarten met aansluitingen voor maximaal 8 televisiecamera's, een beeldbewegingssturing, een mainboard met processor en 3 slots voor harde schijven, een videogeheugen, modem-, grafische-, LAN- en geluidskaarten, een harde schijf en een CDRW-drive. Op de harde schijf zijn het besturingssysteem Windows ME, software voor de digitale recorder en de software voor de CDRW-drive geïnstalleerd."
12. Op 14 januari 2002 verstrekte de Zolltechnische Prüfungs- und Lehranstalt München een bindende tariefinlichting met nr. DE M/119/02-1, waarbij het toestel werd ingedeeld onder postonderverdeling 8521 90 00 van de GN.
13. Nadat haar bezwaar was afgewezen, stelde Ikegami bij het Finanzgericht München beroep in tegen de bindende tariefinlichting, waarbij zij zich op het standpunt stelde dat het toestel moest worden beschouwd als een gegevensverwerkende machine op grond dat zowel de afzonderlijke onderdelen als de werkwijze ervan uitsluitend op dergelijke verwerking zijn gericht.
14. In zijn verwijzingsbeschikking merkt het Finanzgericht München op dat het litigieuze toestel voldoet aan de voorwaarden die in aantekening 5 A, sub a, bij hoofdstuk 84 van de GN zijn gesteld om te kunnen spreken van een automatische gegevensverwerkende machine, en dat het zou kunnen worden gebruikt als een personal computer, maar dat het op grond van de bijzondere uitrusting ervan als digitale videorecorder wordt aangeduid, verhandeld en gebruikt. Het toestel verwerkt de gegevens met een welbepaald doel en is uitsluitend met het oog op dit doel uitgerust, te weten de opname, de visualisatie en de opslag of de weergave van videosignalen. Voorts staat het ontbreken van passende software aan een gebruik van dit toestel voor andere doeleinden in de weg. De verwijzende rechterlijke instantie meent dat deze bijzondere functie van het toestel een andere functie dan de gegevensverwerking in de zin van aantekening 5 E bij hoofdstuk 84 van de GN zou kunnen vormen.
15. In deze omstandigheden heeft het Finanzgericht München besloten de behandeling van de zaak te schorsen en het Hof de volgende prejudiciële vraag voor te leggen:
"Moet aantekening 5 E bij de gecombineerde nomenclatuur in de versie van bijlage I bij verordening (EG) nr. 2031/2001 [.] tot wijziging van bijlage I bij verordening (EEG) nr. 2658/87 [.] aldus worden uitgelegd dat een toestel voor videobewaking dat signalen van verschillende camera's in gecomprimeerde vorm opslaat op harde schijven voor weergave op monitoren, een andere functie dan automatische gegevensverwerking vervult?"
Beantwoording van de prejudiciële vraag
16. Met haar vraag wenst de verwijzende rechterlijk instantie in wezen te vernemen of een toestel voor digitale opname, zoals aan de orde in het hoofdgeding, moet worden beschouwd als een toestel dat een eigen functie, andere dan automatische gegevensverwerking, in de zin van aantekening 5 E bij hoofdstuk 84 van de GN vervult.
17. Het is vaste rechtspraak, dat in het belang van de rechtszekerheid en van een gemakkelijke controle, het beslissende criterium voor de tariefindeling van goederen in de regel moet worden gezocht in hun objectieve kenmerken en eigenschappen, zoals deze in de tekst van de GN-post zijn omschreven. De door de Commissie vastgestelde toelichtingen op de GN en de in het kader van de Werelddouaneorganisatie uitgewerkte toelichtingen op het geharmoniseerd systeem inzake de omschrijving en de codering van goederen (hierna: "GS") zijn, hoewel rechtens niet bindend, belangrijke hulpmiddelen bij de uitlegging van de draagwijdte van de verschillende tariefposten (zie arrest van 4 maart 2004, Krings, C-130/02, nog niet gepubliceerd in de Jurisprudentie, punt 28).
18. In casu ziet de tekst van post 8471 van de GN, waaronder volgens Ikegami het in het hoofdgeding aan de orde zijnde toestel moet worden ingedeeld, onder meer op automatische gegevensverwerkende machines en eenheden daarvoor. De tekst van post 8521 van de GN, waaronder dit toestel volgens de Duitse douaneadministratie moet worden ingedeeld, betreft onder meer video-opname- en videoweergaveapparaten.
19. Uit aantekening 5 E bij hoofdstuk 84 van de GN volgt dat machines die een eigen functie, andere dan automatische gegevensverwerking, vervullen en die een automatische gegevensverwerkende machine bevatten of daarmee in samenhang worden gebruikt, worden ingedeeld onder de post die overeenkomstig hun functie in aanmerking komt of, bij ontbreken daarvan, onder een sluitpost.
20. Volgens de in de verwijzingsbeschikking vermelde beschrijving, zoals door Ikegami zowel in haar schriftelijke opmerkingen als ter terechtzitting vervolledigd, omvat het toestel dat aan de orde is in het hoofdgeding, naast de voor automatische gegevensverwerkende machines kenmerkende uitrusting, een bijzondere uitrusting die het mogelijk maakt analoge signalen die overeenstemmen met van externe bronnen afkomstige beelden of geluiden, op te slaan, digitaal om te zetten, te comprimeren en op scherm weer te geven. De verwijzende rechterlijke instantie voegt hieraan toe dat het toestel op grond van de bijzondere uitrusting ervan als digitale videorecorder wordt verhandeld, wat door Ikegami in de opmerkingen ter terechtzitting werd bevestigd.
21. Hoewel voorzien van een uitrusting die gegevensverwerking mogelijk maakt, onderscheidt het toestel zich niet alleen door zijn bijzondere functie inzake opslag van videosignalen, maar ook door de wijze waarop het wordt verhandeld en aan het publiek wordt aangeboden (zie in dit verband arrest Gerecht van 30 september 2003, Sony Computer Entertainment Europe/Commissie, T-243/01, Jurispr. blz. II-4189, punt 112), van een automatische machine die uitsluitend een gegevensverwerkende functie vervult.
22. Ook al kunnen, zoals Ikegami betoogt, met het in het hoofdgeding aan de orde zijnde toestel noch gelijktijdig geluid en beeld worden opgenomen, noch bewegende beelden worden opgenomen en weergegeven, deze omstandigheid, zo zij al zou vaststaan, staat er niet aan in de weg dat wordt vastgesteld dat dit toestel, dat is uitgerust met onderdelen die de opslag en de weergave van zowel geluiden als beelden mogelijk maken, een functie vervult die verder gaat dan de automatische gegevensverwerking.
23. Voorts kan volgens de rechtspraak van het Hof de bestemming van het product een objectief criterium voor de tariefindeling zijn, wanneer die bestemming inherent is aan het product. Deze inherentie moet kunnen worden beoordeeld aan de hand van de objectieve kenmerken en eigenschappen van het product (arrest van 5 april 2001, Deutsche Nichimen, C-201/99, Jurispr. blz. I-2701, punt 20, en arrest Krings, reeds aangehaald, punt 30).
24. In casu blijkt uit de in de verwijzingsbeschikking vermelde beschrijving dat een van de objectieve kenmerken van het toestel dat in het hoofdgeding aan de orde is, wordt gevormd door de mogelijkheid die het biedt om voor videobewakingsdoeleinden te worden aangesloten op televisiecamera's. Blijkens deze beschikking en de verduidelijkingen door Ikegami ter terechtzitting is dit toestel voorzien van een besturingsmechanisme dat het mogelijk maakt de grootte van de beelden te regelen en de richting van de ermee verbonden camera's te wijzigen. Ter terechtzitting heeft Ikegami voorts benadrukt dat de reclamecampagnes voor dit toestel gericht zijn op met gebouwenbewaking belaste personen.
25. De verwijzende rechterlijke instantie preciseert voorts dat het toestel zoals het is uitgerust, behalve voor de automatische gegevensverwerking die de basisuitrusting ervan mogelijk maakt, niet kan worden gebruikt voor andere doeleinden dan de opname en de weergave van beelden en geluiden in het kader van de videobewaking, omdat de passende software ontbreekt.
26. Deze bijzondere bestemming, die inherent is aan de objectieve kenmerken van de onderdelen waarmee het in het hoofdgeding aan de orde zijnde toestel is uitgerust, biedt steun aan de zienswijze dat dit toestel een eigen functie, andere dan automatische gegevensverwerking, vervult.
27. Ter ondersteuning van haar betoog beroept Ikegami zich op de aantekening die volgt na de GS-toelichtingen met betrekking tot aantekening 4 bij afdeling XVI van de GN, in de versie die geldt op het moment van de feiten van het hoofdgeding.
28. Deze aantekening luidt als volgt:
"Opgemerkt wordt dat samenstellende elementen die niet beantwoorden aan de bepalingen van aantekening 4 op afdeling XVI, naar eigen aard moeten worden ingedeeld. Dit is onder meer het geval bij systemen voor videobewaking in een gesloten circuit, samengesteld uit een veranderlijk aantal televisiecamera's en videomonitoren die via coaxiale kabels verbonden zijn met een besturingseenheid, schakelaars, audiokaarten/ontvangers en, eventueel, automatische gegevensverwerkende machines (voor de opslag van gegevens) en/of videorecorders (voor de opname van beelden)."
29. Ikegami betoogt dat, gelet op de voormelde aantekening, aangenomen moet worden dat het toestel dat in het hoofdgeding aan de orde is, een gegevensverwerkende machine is die, wanneer zij is aangesloten op televisiecamera's, weliswaar een systeem van videobewaking kan vormen, maar die desondanks voor het tarief anders moet worden ingedeeld.
30. Door onderscheid te maken tussen automatische gegevensverwerkende machines bestemd voor de opslag van gegevens ("saving data") en toestellen waarvan de functie bestaat in de opname van beelden ("video recorders"), bevestigt de in punt 28 van dit arrest weergegeven aantekening dat een toestel als in het hoofdgeding aan de orde, dat is uitgerust met een functie voor digitale beeld- en geluidsopname, moet worden beschouwd als een toestel dat een eigen functie vervult die verder gaat dan de automatische gegevensverwerking.
31. Gelet op het voorgaande moet op de prejudiciële vraag worden geantwoord dat een toestel dat voor videobewakingsdoeleinden door camera's uitgezonden signalen opneemt en, na deze te hebben gecomprimeerd, op scherm weergeeft, een eigen functie, andere dan automatische gegevensverwerking, in de zin van aantekening 5 E bij hoofdstuk 84 van de GN vervult.
Kosten
32. Ten aanzien van de partijen in het hoofdgeding is de procedure als een aldaar gerezen incident te beschouwen, zodat de nationale rechterlijke instantie over de kosten heeft te beslissen. De door anderen wegens indiening van hun opmerkingen bij het Hof gemaakte kosten komen niet voor vergoeding in aanmerking.
Het Hof van Justitie (Vierde kamer) verklaart voor recht:
Een toestel dat voor videobewakingsdoeleinden door camera's uitgezonden signalen opneemt en, na deze te hebben gecomprimeerd, op scherm weergeeft, vervult een eigen functie, andere dan automatische gegevensverwerking, in de zin van aantekening 5 E bij hoofdstuk 84 van de gecombineerde nomenclatuur van het gemeenschappelijk douanetarief in bijlage I bij verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief, zoals gewijzigd bij verordening (EG) nr. 2031/2001 van de Commissie van 6 augustus 2001.