Arrest van het Gerecht van eerste aanleg (Zevende kamer) van 15 oktober 2008.
Arrest van het Gerecht van eerste aanleg (Zevende kamer) van 15 oktober 2008.
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof EU
- Datum uitspraak
- 15 oktober 2008
Uitspraak
Arrest van het Gerecht (Zevende kamer) van 15 oktober 2008 – Camar / Commissie
(Gevoegde zaken T‑457/04 en T‑223/05)
„Gemeenschappelijke ordening der markten – Bananen – Overgangsmaatregelen – Artikel 30 van verordening (EEG) nr. 404/93 van Raad – Arrest waarbij verzuim van Commissie wordt vastgesteld – Weigering om uitvoering te geven aan arrest van Gerecht – Beroep tot nietigverklaring – Verzoek tot veroordeling om uitvoering aan arrest te geven door betaling van vervangende geldelijke prestatie – Vergoeding van morele schade – Onrechtmatig verzuim van Commissie – Beroep tot schadevergoeding – Stuiting van verjaringstermijn – Artikel 46 van Statuut van Hof van Justitie – Niet-ontvankelijkheid”
1. Beroep tot nietigverklaring – Arrest houdende nietigverklaring – Gevolgen – Verplichting maatregelen ter uitvoering vast te stellen (Art. 230 EG, 232 EG, 233 EG en 288, tweede alinea, EG) (cf. punten 39‑41, 49-50)
2. Niet-contractuele aansprakelijkheid – Voorwaarden – Onrechtmatigheid – Schade – Causaal verband – Niet-nakoming van verplichting tot uitvoering van arrest houdende nietigverklaring (Art. 288, tweede alinea, EG) (cf. punten 57‑58, 60-62)
3. Beroep tot schadevergoeding – Beroepstermijnen – Vijfjarige verjaringstermijn (Art. 288, tweede alinea, EG; Statuut van het Hof van Justitie, art. 46) (cf. punten 75, 77, 79-80)
Voorwerp
Met betrekking tot zaak T‑457/04, verzoek tot, ten eerste, nietigverklaring van de – bij brief van 10 september 2004 meegedeelde – beschikking van de Commissie houdende weigering om uitvoering te geven aan punt 1 van het dictum van het arrest van het Gerecht van 8 juni 2000, Camar en Tico/Commissie en Raad (T‑79/96, T‑260/97 en T‑117/98, Jurispr. blz. II‑2193), ten tweede, veroordeling van de Commissie tot uitvoering van punt 1 van het dictum van het reeds aangehaalde arrest Camar en Tico/Commissie en Raad door betaling van een vervangende geldelijke prestatie ter waarde van de niet-afgegeven certificaten en, ten derde, veroordeling van de Commissie tot vergoeding van de morele schade, alsmede, met betrekking tot zaak T‑223/05, verzoek tot veroordeling van de Commissie tot vergoeding, uit hoofde van de niet-contractuele aansprakelijkheid van de Europese Gemeenschap, van de schade die verzoekster stelt te hebben geleden |
Dictum
1) |
De beschikking van de Commissie, meegedeeld door de directeur-generaal van het directoraat-generaal Landbouw bij brief van 10 september 2004, houdende weigering om uitvoering te geven aan punt 1 van het dictum van het arrest van het Gerecht van 8 juni 2000, Camar en Tico/Commissie en Raad (T‑79/96, T‑260/97 en T‑117/98, Jurispr. blz. II‑2193), wordt nietig verklaard. |
2) |
Het beroep in zaak T‑457/04 wordt voor het overige ongegrond verklaard. |
3) |
Het beroep in zaak T‑223/05 wordt niet-ontvankelijk verklaard. |
4) |
In zaak T‑457/04 zullen Camar Srl en de Commissie elk de helft van hun eigen kosten dragen alsook de helft van de kosten van de andere partij. |
5) |
In zaak T‑223/05 wordt Camar verwezen in haar eigen kosten alsook in die van de Commissie. |