Home

Zaak C-347/06: Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 17 juli 2008 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Tribunale Amministrativo Regionale per la Lombardia — Italië) — ASM Brescia SpA/Comune di Rodengo Saiano (Artikelen 43 EG, 49 EG en 86 EG — Openbaredienstconcessies voor gasdistributie — Richtlijn 2003/55 — Vervroegde beëindiging bij de afloop van overgangsperiode — Vertrouwensbeginsel en rechtszekerheidsbeginsel)

Zaak C-347/06: Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 17 juli 2008 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Tribunale Amministrativo Regionale per la Lombardia — Italië) — ASM Brescia SpA/Comune di Rodengo Saiano (Artikelen 43 EG, 49 EG en 86 EG — Openbaredienstconcessies voor gasdistributie — Richtlijn 2003/55 — Vervroegde beëindiging bij de afloop van overgangsperiode — Vertrouwensbeginsel en rechtszekerheidsbeginsel)

30.8.2008

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 223/7


Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 17 juli 2008 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Tribunale Amministrativo Regionale per la Lombardia — Italië) — ASM Brescia SpA/Comune di Rodengo Saiano

(Zaak C-347/06)(1)

(Artikelen 43 EG, 49 EG en 86 EG - Openbaredienstconcessies voor gasdistributie - Richtlijn 2003/55 - Vervroegde beëindiging bij de afloop van overgangsperiode - Vertrouwensbeginsel en rechtszekerheidsbeginsel)

(2008/C 223/09)

Procestaal: Italiaans

Verwijzende rechter

Tribunale Amministrativo Regionale per la Lombardia

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: ASM Brescia SpA

Verwerende partij: Comune di Rodengo Saiano

In tegenwoordigheid van: Anigas — Associazione Nazionale Industriali del Gas

Voorwerp

Verzoek om een prejudiciële beslissing — Tribunale Amministrativo Regionale per la Lombardia — Uitlegging van de artikelen 43, 49 en 86, lid 1, EG en van artikel 23, lid 1, van richtlijn 2003/55/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2003 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor aardgas en houdende intrekking van richtlijn 98/30/EG (PB L 176, blz. 57) — Automatische verlenging van openbaredienstconcessies voor de aardgasdistributie

Dictum

1)

Richtlijn 2003/55/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2003 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor aardgas en houdende intrekking van richtlijn 98/30/EG, verzet zich er niet tegen dat een regeling van een lidstaat als aan de orde in het hoofdgeding, onder de daarin bepaalde voorwaarden voorziet in verlenging van de overgangsperiode bij de afloop waarvan een concessie voor aardgasdistributie als die in het hoofdgeding vervroegd zal vervallen. In deze omstandigheden verzetten artikel 10 EG en het evenredigheidsbeginsel zich evenmin tegen een dergelijke regeling.

2)

De artikelen 43 EG, 49 EG en 86, lid 1, EG verzetten er zich niet tegen dat een regeling van een lidstaat als aan de orde in het hoofdgeding, onder de daarin bepaalde voorwaarden voorziet in verlenging van de overgangsperiode bij de afloop waarvan een concessie voor aardgasdistributie als die in het hoofdgeding vervroegd zal vervallen, voor zover een dergelijke verlenging noodzakelijk kan worden geacht om de medecontractanten in staat te stellen hun contractuele betrekkingen in aanvaardbare omstandigheden af te wikkelen, zowel vanuit het oogpunt van de eisen van de openbare dienst, als in economisch opzicht.