Arrest van het Hof (Vijfde kamer) van 15 februari 2007.
Arrest van het Hof (Vijfde kamer) van 15 februari 2007.
Gemeenschappelijk douanetarief - Tariefposten - Toetsenbordfolies uit polycarbonaat die bestemd zijn om in mobiele telefoons te worden ingebouwd
De gecombineerde nomenclatuur, die is opgenomen in bijlage I bij verordening nr. 2658/87 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief, zoals gewijzigd bij verordening nr. 1789/2003, dient aldus te worden uitgelegd dat toetsenbordfolies uit polycarbonaat met gegoten toetsen aan de bovenkant en niet-geleidende contactpennen aan de onderkant, die bestemd zijn om in mobiele telefoons te worden ingebouwd, die ontegenzeglijk een onmisbaar onderdeel voor de werking van de genoemde mobiele telefoons zijn, en waarvan de structuur en de manier waarop zij werken, ieder ander gebruik dan als onderdeel daarvan uitsluiten, moeten worden ingedeeld in onderverdeling 8529 90 40 als delen van mobiele telefoons in de zin van post 8525.
(cf. punten 33, 37-38, 40, dictum 1)
In zaak C-183/06,
betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 234 EG, ingediend door het Finanzgericht München (Duitsland) bij beslissing van 23 februari 2006, ingekomen bij het Hof op 13 april 2006, in de procedure
RUMA GmbH
tegen
Oberfinanzdirektion Nürnberg,
wijst
HET HOF VAN JUSTITIE (Vijfde kamer),
samengesteld als volgt: R. Schintgen, kamerpresident, A. Borg Barthet (rapporteur) en E. Levits, rechters,
advocaat-generaal: V. Trstenjak,
griffier: R. Grass,
gezien de stukken,
gelet op de opmerkingen van:
- RUMA GmbH, vertegenwoordigd door M. Beer, Rechtsanwalt,
- de Hongaarse regering, vertegenwoordigd door J. Fazekas als gemachtigde,
- de Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door J. Hottiaux als gemachtigde, bijgestaan door B. Wägenbaur, avocat,
- gelet op de beslissing, de advocaat-generaal gehoord, om de zaak zonder conclusie te berechten,
het navolgende
Arrest
1. Het verzoek om een prejudiciële beslissing betreft de uitlegging van de posten 8529 en 8538 van de gecombineerde nomenclatuur, die is opgenomen in bijlage I bij verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (PB L 256, blz. 1), zoals gewijzigd bij verordening (EG) nr. 1789/2003 van de Commissie van 11 september 2003 (PB L 281, blz. 1; hierna: "GN").
2. Dit verzoek is ingediend in het kader van een geding tussen RUMA Finanzierungs- & Beteiligungsgesellschaft mbH (hierna: "RUMA") en de Oberfinanzdirektion Nürnberg (hierna: "Oberfinanzdirektion") over de tariefindeling van een toetsenbordfolie voor mobiele telefoons met organizerfunctie.
Toepasselijke bepalingen
3. De GN, ingesteld bij verordening nr. 2658/87, is gebaseerd op het geharmoniseerde systeem inzake de omschrijving en de codering van goederen (hierna: "GS"), dat is opgesteld door de Internationale Douaneraad, thans de Werelddouaneorganisatie, en is ingevoerd bij het Internationaal Verdrag van Brussel van 14 juni 1983, dat namens de Gemeenschap is goedgekeurd bij besluit 87/369/EEG van de Raad van 7 april 1987 (PB L 198, blz. 1). De GN stemt overeen met het GS wat de posten en de uit zes cijfers bestaande subposten betreft, en alleen de onderverdelingen met een zevende en achtste cijfer zijn specifiek voor de GN.
4. De op het tijdstip van de feiten in het hoofdgeding toepasselijke versie van de GN is opgenomen in bijlage I bij verordening nr. 1789/2003. Het tweede deel van deze bijlage bevat een afdeling XVI met als opschrift "Machines, toestellen en elektrotechnisch materieel, alsmede delen daarvan; toestellen voor het opnemen of het weergeven van geluid, voor het opnemen of het weergeven van beelden en geluid voor televisie, alsmede delen en toebehoren van deze toestellen". Deze afdeling bestaat uit twee hoofdstukken, waarvan hoofdstuk 85 als opschrift heeft: "Elektrische machines, apparaten, uitrustingsstukken, alsmede delen daarvan; toestellen voor het opnemen of het weergeven van geluid, toestellen voor het opnemen of het weergeven van beelden en geluid voor televisie, alsmede delen en toebehoren van deze toestellen".
5. Hoofdstuk 85 van de GN bevat met name de volgende posten en onderverdelingen:
>lt>2
6. Post 8537 van de GN heeft als opschrift "Borden, panelen, kasten en dergelijke, voorzien van twee of meer toestellen bedoeld bij post 8535 of 8536, voor elektrische bediening of voor het verdelen van elektrische stroom [...]".
7. Post 8538, met als opschrift "Delen waarvan kan worden onderkend dat zij uitsluitend of hoofdzakelijk bestemd zijn voor de toestellen bedoeld bij post 8535, 8536 of 8537", bevat met name de volgende onderverdelingen:
>lt>3
8. Alle afdelingen - en binnen elke afdeling, alle hoofdstukken - van de GN worden voorafgegaan door een aantal aantekeningen, te weten aantekeningen bij de afdelingen of bij de hoofdstukken. Aantekening 2 bij afdeling XVI van de GN bepaalt met name:
"[...]
a) delen die als zodanig onder een van de posten van hoofdstuk 84 of 85 (andere dan de posten 8409, 8431, 8448, 8466, 8473, 8485, 8503, 8522, 8529, 8538 en 8548) kunnen worden ingedeeld, blijven onder die posten ingedeeld, ongeacht de machine waarvoor zij bestemd zijn;
b) delen, andere dan die bedoeld onder a) hiervoor, waarvan kan worden onderkend dat zij uitsluitend of hoofdzakelijk bestemd zijn voor een bepaalde machine of voor verschillende onder eenzelfde post vallende machines [...], worden ingedeeld onder de post waaronder die machine valt of die machines vallen of onder een der posten 8409, 8431, 8448, 8466, 8473, 8503, 8522, 8529 of 8538, naar gelang van het geval; [...]
[...]".
9. De algemene regels voor de interpretatie van de GN, die zijn neergelegd in het eerste deel, titel I, A, bepalen met name:
"Voor de indeling van goederen in de gecombineerde nomenclatuur gelden de volgende bepalingen.
1. De tekst van de opschriften van de afdelingen, van de hoofdstukken en van de onderdelen van hoofdstukken wordt geacht slechts als aanwijzing te gelden; voor de indeling zijn wettelijk bepalend de bewoordingen van de posten en de aantekeningen op de afdelingen of op de hoofdstukken en, voor zover dit niet in strijd is met de bewoordingen van bedoelde posten en aantekeningen, de navolgende regels.
[...]
3. Indien goederen [...] vatbaar zijn voor indeling onder twee of meer posten, geschiedt de indeling als volgt.
a) de post met de meest specifieke omschrijving heeft voorrang boven posten met een meer algemene strekking. [...]
[...]
6. Voor de indeling van goederen onder de onderverdelingen van een post zijn wettelijk bepalend de bewoordingen van die onderverdelingen en de aanvullende aantekeningen, alsmede ,mutatis mutandis' de vorenstaande regels, met dien verstande dat uitsluitend onderverdelingen van gelijke rangorde met elkaar kunnen worden vergeleken. Voor de toepassing van deze regel en voor zover niet anders is bepaald, zijn de aantekeningen op de afdelingen en op de hoofdstukken eveneens van toepassing."
10. Verordening (EG) nr. 2505/96 van de Raad van 20 december 1996 betreffende de opening en wijze van beheer van autonome communautaire tariefcontingenten voor bepaalde landbouw- en industrieproducten (PB L 345, blz. 1), zoals gewijzigd bij verordening (EG) nr. 2243/2004 van de Raad van 22 december 2004 (PB L 381, blz. 1; hierna: "verordening nr. 2505/96"), bevat in bijlage I een volgnummer 09.2995 inzake toetsenborden, waarvan de volgende onderdelen voor het hoofdgeding relevant zijn:
>lt>4
11. Verordening (EG) nr. 1578/2006 van de Commissie van 19 oktober 2006 tot indeling van bepaalde goederen in de gecombineerde nomenclatuur (PB L 291, blz. 3) bepaalt met name, in de overwegingen 1 en 3:
"1) Om de uniforme toepassing te waarborgen van de gecombineerde nomenclatuur die als bijlage bij verordening (EEG) nr. 2658/87 is gevoegd, dienen bepalingen te worden vastgesteld voor de indeling van de in de bijlage bij de onderhavige verordening opgenomen goederen.
[...]
3) Met toepassing van genoemde algemene regels, dienen de in kolom 1 van de tabel omschreven goederen die zijn opgenomen in de bijlage bij deze verordening te worden ingedeeld onder de daarmee corresponderende GN-codes die zijn vermeld in kolom 2, op grond van de motiveringen die zijn opgenomen in kolom 3 van voornoemde tabel."
12. De bijlage bij deze verordening bepaalt met name het volgende:
>lt>5
Hoofdgeding en prejudiciële vraag
13. RUMA heeft in augustus 2004 om een bindende tariefinlichting verzocht voor een toetsenbordfolie die zij omschreef als een "toetsenbord voor mobiele telefoons in de vorm van een schakelmat".
14. Bij tariefinlichting van 28 september 2004 heeft de Oberfinanzdirektion dit product als "deel waarvan kan worden onderkend dat het uitsluitend bestemd is voor toestellen bedoeld bij post 8537" ingedeeld in onderverdeling 8538 90 99 van de GN.
15. Daar RUMA meende dat deze toetsenbordfolie in onderverdeling 8529 90 40 van de GN moest worden ingedeeld als deel van een product vallend onder post 8525, heeft zij bezwaar ingediend tegen deze bindende tariefinlichting. Nadat dit bezwaar was afgewezen heeft RUMA beroep ingesteld bij het Finanzgericht München.
16. De verwijzende rechter beschrijft de betrokken producten als volgt:
"Het ,toetsenbord voor mobiele telefoons in de vorm van een schakelmat' waar het in casu om gaat, is volgens de gegevensbladen, foto's en het modelexemplaar die aan de Zolltechnische Prüfungs- und Lehranstalt [Instituut voor technische controle en opleiding van de douane] zijn overgelegd, een toetsenbordmat van polycarbonaat. Deze polycarbonaatfolie heeft aan de bovenkant voorgevormde toetsen en aan de onderkant niet-geleidende contactpennen. Wanneer een toets wordt ingedrukt, drukt de niet-geleidende contactpen op een contactpunt van een daaronder gelegen schakelfolie, waarvoor geen bindende tariefinlichting is gegeven. De toetsenbordfolie wordt gebruikt als bedienings- en afdekmat voor het toetsengedeelte van het toetsenbord van mobiele telefoons."
17. De verwijzende rechter is van oordeel dat volgens aantekening 2, sub b, bij afdeling XVI van de GN, het product niet wordt ingedeeld aan de hand van de in de genoemde afdeling vermelde machines waarvoor het uiteindelijk bestemd is, maar aan de hand van de machines waarvoor het onmiddellijk bestemd is. Hij verklaart dat de toetsenbordfolie rechtstreeks bestemd is ter completering van een toetsenbord in de zin van post 8537, zodat het product moet worden ingedeeld in post 8538 van de GN.
18. Volgens de verwijzende rechter wordt deze indeling bevestigd door verordening nr. 2243/2004, waarin onder volgnummer 09.2995 "[t]oetsenborden, [...] geheel van polycarbonaat, met bedrukte toetsen bestemd voor de vervaardiging of de reparatie van zogenaamde ,zaktelefoons'" zijn ingedeeld in post 8538 van de GN.
19. De verwijzende rechter is evenwel van oordeel dat hij de bindende tariefinlichting van de Oberfinanzdirektion niet kan bevestigen, met name omdat het Comité nomenclatuur zich reeds jaren bezighoudt met de indeling van het product maar tot nog toe geen beslissing heeft kunnen nemen.
20. Daarop heeft de verwijzende rechter de behandeling van de zaak geschorst en het Hof de volgende prejudiciële vraag gesteld:
"Moet de [GN] aldus worden uitgelegd dat keypads die aan de onderzijde niet-geleidende contactpennen hebben, onder post 8538 dienen te worden ingedeeld?"
Beantwoording van de prejudiciële vraag
Bij het Hof ingediende opmerkingen
21. RUMA voert aan dat de in het hoofdgeding aan de orde zijnde toetsenbordfolie "deel" uitmaakt van een zaktelefoon en derhalve als zodanig dient te worden ingedeeld. Deze folie is nodig voor het gebruik van een mobiele telefoon met organizerfunctie en is daarvoor speciaal geschikt. Ander gebruik dan als deel van een mobiele telefoon is onmogelijk. De folie heeft verder een beschermende functie, met name doordat hij voorkomt dat er stof in de mobiele telefoon dringt.
22. RUMA meent dat de toetsenbordfolie derhalve in post 8529 van de GN moet worden ingedeeld, aangezien het een deel betreft dat uitsluitend bestemd is voor toestellen van post 8525 van de GN. Indeling van de toetsenbordfolie als deel van een toetsenbord in post 8538 van de GN zou erop neerkomen dat het toetsenbord van een mobiele telefoon als een zelfstandig toestel wordt gezien. Dit is uitgesloten, aangezien het toetsenbord zijn functie pas krijgt wanneer het is ingebouwd in de mobiele telefoon.
23. De Commissie van de Europese Gemeenschappen voert met name aan dat reeds uit de bewoordingen van onderverdeling 8529 90 40 volgt dat de in het hoofdgeding aan de orde zijnde toetsenbordfolie daaronder valt. Het feit dat deze folie duidelijk geen zelfstandig voorwerp is, maar onderdeel is van een mobiele telefoon, is volgens haar beslissend. Enerzijds is deze folie onmisbaar doordat hij een rechtstreekse rol speelt in het gebruik van de mobiele telefoon, en anderzijds beschermt hij de mobiele telefoon tegen vocht en stof, waardoor deze blijft werken.
24. Volgens de Commissie impliceert het begrip "deel", blijkens het arrest van 19 oktober 2000, Peacock (C-339/98, Jurispr. blz. I-8947, punt 21), "de aanwezigheid van een geheel, voor de werking waarvan het noodzakelijk is". De Commissie is van mening dat een mobiele telefoon een dergelijk "geheel" vormt, aangezien het technisch gezien een compleet, onmiddellijk te gebruiken toestel is en de toetsenbordfolie voor de werking daarvan noodzakelijk is.
25. De Hongaarse regering merkt op dat een deel van een in post 8525 bedoeld toestel, gelet op de in de aantekeningen van de GN en het GS genoemde beginselen, dient te worden ingedeeld in post 8529. In overeenstemming met de algemene regels voor de uitlegging van de GN moet post 8538 voor de in het hoofdgeding aan de orde zijnde toetsenbordfolie uitgesloten worden, aangezien de bewoordingen van post 8529 het product zeer precies aanduiden als een deel waarvan kan worden onderkend dat het bestemd is voor toestellen van post 8525.
Antwoord van het Hof
26. De verwijzende rechter vraagt in wezen of de in het hoofdgeding aan de orde zijnde toetsenbordfolie moet worden ingedeeld in onderverdeling 8538 90 99 van de GN als deel van een toetsenbord in de zin van post 8537, of in onderverdeling 8529 90 40 als deel van een mobiele telefoon in de zin van post 8525.
27. Om te beginnen is het vaste rechtspraak dat in het belang van de rechtszekerheid en van een gemakkelijke controle het beslissende criterium voor de tariefindeling van goederen in de regel moet worden gezocht in de objectieve kenmerken en eigenschappen ervan, zoals deze in de bewoordingen van de post van de gecombineerde nomenclatuur en in de aantekeningen bij de afdelingen of hoofdstukken zijn omschreven (zie met name arrest van 16 september 2004, C-396/02, DFDS, Jurispr. blz. I-8439, punt 27; 15 september 2005, Intermodal Transports, C-495/03, Jurispr. blz. I-8151, punt 47, en 8 december 2005, Possehl Erzkontor, C-445/04, Jurispr. blz. I-10721, punt 19).
28. In casu moet worden vastgesteld dat de in het hoofdgeding aan de orde zijnde toetsenbordfolie niet uitdrukkelijk wordt genoemd in de bewoordingen van de posten van de GN, en evenmin in de bewoordingen van de aantekeningen bij de afdelingen of hoofdstukken van de GN.
29. In post 8529 van de GN, waaronder de toetsenbordfolie volgens RUMA valt, gaat het om "[d]elen waarvan kan worden onderkend dat zij uitsluitend of hoofdzakelijk bestemd zijn voor de toestellen bedoeld bij de posten 8525 tot en met 8528", waarmee met name ook mobiele telefoons worden bedoeld. Post 8538, waarin de toetsenbordfolie volgens de Oberfinanzdirektion moet worden ingedeeld, betreft "[d]elen waarvan kan worden onderkend dat zij uitsluitend of hoofdzakelijk bestemd zijn voor de toestellen bedoeld bij post 8535, 8536 of 8537", met name "[b]orden, panelen, kasten en dergelijke, voorzien van twee of meer toestellen bedoeld bij post 8535 of 8536, voor elektrische bediening of voor het verdelen van elektrische stroom".
30. Volgens aantekening 2, sub b, bij afdeling XVI van de GN worden "delen, andere dan die bedoeld onder a) hiervoor, waarvan kan worden onderkend dat zij uitsluitend of hoofdzakelijk bestemd zijn voor een bepaalde machine of voor verschillende onder eenzelfde post vallende machines [...] ingedeeld onder de post waaronder die machine valt of die machines vallen of onder een der posten 8409, 8431, 8448, 8466, 8473, 8503, 8522, 8529 of 8538, naar gelang van het geval".
31. Zoals reeds gezegd, impliceert het begrip "deel" de aanwezigheid van een geheel, voor de werking waarvan dit deel noodzakelijk is (zie arrest Peacock, reeds aangehaald, punt 21, en arrest van 7 februari 2002, Turbon International, C-276/00, Jurispr. blz. I-1389, punt 30).
32. Dienaangaande moet worden vastgesteld dat door de assemblage van de toetsenbordfolie met de andere onderdelen van de mobiele telefoon de functionele eenheid van die telefoon ontstaat. Van een "functionele eenheid" zoals gedefinieerd door de rechtspraak van het Hof is sprake wanneer een machine of toestel bestaat uit afzonderlijke elementen, die zijn ontworpen om gezamenlijk een welbepaalde functie te verrichten (arrest van 7 oktober 1985, Telefunken Fernseh und Rundfunk, 223/84, Jurispr. blz. 3335, punt 29).
33. In casu speelt de folie een rechtstreekse rol in het gebruik van de mobiele telefoon, doordat hij het mogelijk maakt de contactpunten te bedienen en daardoor ook, toegang te krijgen tot de verschillende functies van de telefoon. Zonder de toetsenbordfolie is het onmogelijk toegang te krijgen tot die verschillende functies. Bijgevolg is de folie ontegenzeglijk een onmisbaar onderdeel voor de werking van de mobiele telefoon.
34. Daarentegen is het toetsenbord van een mobiele telefoon geen functionele eenheid die los staat van het toestel waar het deel van uitmaakt, daar het niet onafhankelijk kan worden gebruikt en evenmin kan worden gebruikt voor een andere functie dan die welke de telefoon als geheel kan verrichten (zie met name, in die zin, arrest Telefunken Fernseh und Rundfunk, reeds aangehaald, punt 31).
35. Volgens punt 3, sub a, van de algemene regels voor de interpretatie van de GN, neergelegd in deel 1, titel I, A, dat precies het geval betreft dat goederen vatbaar zijn voor indeling in twee of meer posten, heeft "de post met de meest specifieke omschrijving [...] voorrang boven posten met een meer algemene strekking". Er moet in casu op worden gewezen dat onderverdeling 8529 90 40, wat betreft de objectieve kenmerken en eigenschappen van de toetsenbordfolie, meer in het bijzonder gelet op het feit dat deze onderverdeling uitdrukkelijk spreekt van "delen van toestellen bedoeld bij onderverdeling [...] 8525 20 91", dat wil zeggen delen van mobiele telefoons, specifieker is dan onderverdeling 8538 90 99, die een veel ruimere en gevarieerdere groep goederen bestrijkt, zoals blijkt uit de titel, gelezen in samenhang met die van post 8537.
36. De bestemming van het product kan eveneens een objectief indelingscriterium zijn, wanneer die bestemming inherent is aan het product; de inherentie moet kunnen worden beoordeeld aan de hand van de objectieve kenmerken en eigenschappen van het product (zie arrest van 1 juni 1995, Thyssen Haniel Logistic, C-459/93, Jurispr. blz. I-1381, punt 13).
37. In casu sluiten de structuur van de toetsenbordfolie - met name de speciaal voor een bepaald type mobiele telefoon geschikte vorm - en de manier waarop hij werkt, ieder ander gebruik van deze folie dan als onderdeel van die telefoon uit. Door de eigenschappen van de toetsenbordfolie wordt tevens een zekere mate van dichtheid van de telefoon verzekerd, doordat met name het indringen van stof en vocht wordt verhinderd.
38. Uit een en ander volgt dat de toetsenbordfolie moet worden ingedeeld in onderverdeling 8529 90 40 van de GN als deel van een mobiele telefoon in de zin van post 8525.
39. Aan deze conclusie wordt niet afgedaan door de overweging van de verwijzende rechter dat de indeling van de toetsenbordfolie in post 8538 van de GN, wordt bevestigd door verordening nr. 2505/96, waarin onder volgnummer 09.2995 "toetsenborden, [...] geheel van [...] polycarbonaat, met bedrukte toetsen bestemd voor de vervaardiging of de reparatie van zogenaamde ,zaktelefoons'" zijn ingedeeld in post 8538 van de GN, aangezien deze bepaling, die in bijlage I bij verordening nr. 2505/96 is ingevoerd door verordening nr. 2243/2004, niet toepasselijk was op de datum van de feiten in het hoofdgeding. Voorts moet hier ten overvloede aan worden toegevoegd dat verordening nr. 1578/2006, die van latere datum is dan verordening nr. 2243/2004, toetsenbordfolies gemaakt van polycarbonaat, zonder elektrisch geleidende elementen, met gegoten toetsen aan de ene kant en niet-geleidende contactpennen aan de andere kant, uitdrukkelijk indeelt in onderverdeling 8529 90 40 van de GN.
40. Gelet op alle bovenstaande overwegingen moet op de gestelde vraag worden geantwoord dat de GN aldus dient te worden uitgelegd dat van polycarbonaat gemaakte toetsenbordfolies met gegoten toetsen aan de bovenkant en niet-geleidende contactpennen aan de onderkant, die bestemd zijn om in mobiele telefoons te worden ingebouwd, in onderverdeling 8529 90 40 vallen.
Kosten
41. Ten aanzien van de partijen in het hoofdgeding is de procedure als een aldaar gerezen incident te beschouwen, zodat de nationale rechterlijke instantie over de kosten heeft te beslissen. De door anderen wegens indiening van hun opmerkingen bij het Hof gemaakte kosten komen niet voor vergoeding in aanmerking.
Het Hof van Justitie (Vijfde kamer) verklaart voor recht:
De gecombineerde nomenclatuur van het gemeenschappelijk douanetarief, die is opgenomen in bijlage I bij verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief, zoals gewijzigd bij verordening (EG) nr. 1789/2003 van de Commissie van 11 september 2003, dient aldus te worden uitgelegd dat van polycarbonaat gemaakte toetsenbordfolies met gegoten toetsen aan de bovenkant en niet-geleidende contactpennen aan de onderkant, die bestemd zijn om in mobiele telefoons te worden ingebouwd, in onderverdeling 8529 90 40 vallen.