Beschikking van het Hof (Tweede kamer) van 5 juli 2007.

Internationale overeenkomsten - Overeenkomsten van Gemeenschap - Rechtstreekse werking - Voorwaarden - Artikelen 2, lid 1, 3, lid 1, en 6 van Associatieovereenkomst EEG/Turkije en preambule van Aanvullend Protocol (Associatieovereenkomst EEG/Turkije, art. 2, lid 1, 3, lid 1, en 6; Aanvullend Protocol bij de Associatieovereenkomst EEG/Turkije) (cf. punten 36-40)

2. Hogere voorziening - Middelen - Ontbreken van aanwijzing van gestelde onjuiste rechtsopvatting - Niet-ontvankelijkheid (Art. 225 EG; Reglement voor de procesvoering van het Hof, art. 112, lid 1, sub c) (cf. punten 46, 52, 56-57, 64)

3. Niet-contractuele aansprakelijkheid - Voorwaarden - Onrechtmatigheid (Art. 226 EG en 288, tweede alinea, EG) (cf. punt 48)

4. Niet-contractuele aansprakelijkheid - Voorwaarden - Causaal verband (Art. 288, tweede alinea, EG) (cf. punt 61)

Voorwerp

Hogere voorziening tegen het arrest van het Gerecht van eerste aanleg (Vijfde kamer) van 30 maart 2006, Yeda? Tarim ve Otomotiv Sanayi ve Ticaret/Raad en Commissie (T-367/03), waarbij het Gerecht ongegrond heeft verklaard een beroep tot vergoeding van de schade die rekwirante zou hebben geleden door het niet nakomen door de verwerende instellingen van de verplichtingen die zijn neergelegd in de bepalingen inzake de douane-unie tussen de Europese Unie en Turkije, en met name van de verplichting om financiële steun te verlenen ter compensatie van de negatieve gevolgen van de douane-unie voor de Turkse economie

Dictum

1) De hogere voorziening wordt afgewezen.

2) Yedas Tarim ve Otomotiv Sanayi ve Ticaret AS wordt verwezen in de kosten.