Arrest van het Gerecht (Vierde kamer) van 16 november 2011.
Arrest van het Gerecht (Vierde kamer) van 16 november 2011.
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof EU
- Datum uitspraak
- 16 november 2011
Uitspraak
Arrest van het Gerecht (Vierde kamer) van 16 november 2011 – RKW en JM Gesellschaft für industrielle Beteiligungen/Commissie
(Gevoegde zaken T‑55/06 en T‑66/06)
„Mededinging – Mededingingsregelingen – Markt van industriële kunststof zakken – Beschikking waarbij inbreuk op artikel 81 EG wordt vastgesteld – Geldboeten – Richtsnoeren voor berekening van geldboeten – Maximum van 10 % van omzet – Tenuitvoerlegging – Rechtmatigheid – Evenredigheid – Gelijke behandeling – Eén enkele en voortdurende inbreuk – Verzachtende omstandigheden – Uitsluitend passieve rol – Motiveringsplicht – Toerekenbaarheid van inbreukmakend gedrag”
1. Mededinging – Geldboeten – Bedrag – Vaststelling – Beoordelingsbevoegdheid van Commissie op grond van artikel 23, lid 2, van verordening nr. 1/2003 – Schending van beginsel van legaliteit van sancties – Geen (Art. 81, lid 1, EG; verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 23, lid 2; mededeling 98/C 9/03 van de Commissie) (cf. punten 19‑20)
2. Mededinging – Geldboeten – Bedrag – Vaststelling – Beginsel van gelijke behandeling – Verschillen tussen ondernemingen als gevolg van toepassing van maximumbedrag – Toelaatbaarheid (Art. 81, lid 1, EG; verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 23, § 2; mededeling 98/C 9/03 van de Commissie) (cf. punten 21, 24)
3. Mededinging – Gemeenschapsregels – Inbreuken – Geldboeten – Vaststelling – Criteria – Verhoging van algemeen niveau van geldboeten – Toelaatbaarheid – Voorwaarden – Motiveringsplicht – Omvang (Art. 81, lid 1, EG en 253 EG; verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 23, lid 2; mededeling 98/C 9/03 van de Commissie) (cf. punten 31‑32)
4. Mededinging – Geldboeten – Bedrag – Vaststelling – Criteria – Zwaarte van inbreuk – Verzachtende omstandigheden – Onderneming die louter passieve rol vervulde of slechts meeloopster was – Beoordelingscriteria (Art. 81, lid 1, EG; verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 23, lid 2; mededeling 98/C 9/03 van de Commissie, punt 3, eerste streepje) (cf. punten 81‑83, 86‑87, 89)
5. Mededinging – Geldboeten – Bedrag – Vaststelling – Criteria – Zwaarte van inbreuk – Verzachtende omstandigheden – Beëindiging van inbreuk na optreden van Commissie – Beoordelingsmarge van Commissie (Art. 81, lid 1, EG; verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 23, lid 2; mededeling 98/C 9/03 van de Commissie, punt 3) (cf. punt 94)
6. Mededinging – Geldboeten – Bedrag – Vaststelling – Niet-oplegging of vermindering van geldboete in ruil voor medewerking van betrokken onderneming – Vermindering wegens niet-betwisting van feiten – Voorwaarden (Art. 81, lid 1, EG; verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 23, lid 2; mededeling 96/C 207/04 van de Commissie, titel D, punt 2) (cf. punten 101‑102)
7. Mededinging – Gemeenschapsregels – Inbreuken – Toerekening – Moedermaatschappij en dochterondernemingen – Economische eenheid – Beoordelingscriteria – Vermoeden dat moedermaatschappij beslissende invloed uitoefent op dochterondernemingen die zij voor 100 % in handen heeft – Bewijslast van vennootschap die dat vermoeden wil weerleggen (Art. 81, lid 1, EG) (cf. punten 111‑116)
Voorwerp
Primair, verzoek tot nietigverklaring van beschikking C(2005) 4634 def. van de Commissie van 30 november 2005 inzake een procedure op grond van artikel 81 [EG] (zaak COMP/F/38.354 – Industriële zakken), en, subsidiair, verzoek tot verlaging van de aan verzoeksters opgelegde geldboete |
Dictum
1) |
Het beroep wordt verworpen. |
2) |
RKW SE en JM Gesellschaft für industrielle Beteiligungen mbH & Co. KGaA worden verwezen in de kosten. |