Home

Zaak C-326/07: Arrest van het Hof (Derde kamer) van 26 maart 2009 — Commissie van de Europese Gemeenschappen/Italiaanse Republiek (Niet-nakoming — Artikelen 43 EG en 56 EG — Statuten van geprivatiseerde ondernemingen — Criteria voor uitoefening van bepaalde bijzondere rechten van staat)

Zaak C-326/07: Arrest van het Hof (Derde kamer) van 26 maart 2009 — Commissie van de Europese Gemeenschappen/Italiaanse Republiek (Niet-nakoming — Artikelen 43 EG en 56 EG — Statuten van geprivatiseerde ondernemingen — Criteria voor uitoefening van bepaalde bijzondere rechten van staat)

16.5.2009

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 113/7


Arrest van het Hof (Derde kamer) van 26 maart 2009 — Commissie van de Europese Gemeenschappen/Italiaanse Republiek

(Zaak C-326/07)(1)

(Niet-nakoming - Artikelen 43 EG en 56 EG - Statuten van geprivatiseerde ondernemingen - Criteria voor uitoefening van bepaalde bijzondere rechten van staat)

2009/C 113/13

Procestaal: Italiaans

Partijen

Verzoekende partij: Commissie van de Europese Gemeenschappen (vertegenwoordigers: L. Pignataro-Nolin en H. Støvlbæk, gemachtigden)

Verwerende partij: Italiaanse Republiek (vertegenwoordigers: I. M. Braguglia, gemachtigde, P. Gentili, avvocato dello Stato)

Voorwerp

Niet-nakoming — Schending van de artikelen 43 EG en 56 EG — Clausule in de statuten van bepaalde geprivatiseerde ondernemingen over de uitoefening van bepaalde bijzondere bevoegdheden

Dictum

1)

Door de bepalingen van artikel 1, lid 2, van het decreto del Presidente del Consiglio dei Ministri, definizione dei criteri di esercizio dei poteri speciali, di cui all’art. 2 del decreto-legge 31 maggio 1994, n. 332, convertito, con modificazioni, dalla legge 30 luglio 1994, n. 474 (besluit van de voorzitter van de ministerraad, houdende definities van de criteria voor de uitoefening van de bijzondere rechten bedoeld in artikel 2 van decreto-legge nr. 332 van 31 mei 1994, omgezet, na wijzigingen, bij wet nr. 474 van 30 juli 1994), van 10 juni 2004 vast te stellen, is de Italiaanse Republiek de verplichtingen niet is nagekomen die op haar rusten:

krachtens de artikelen 43 EG en 56 EG, voor zover deze bepalingen van toepassing zijn op de bijzondere rechten die zijn neergelegd in artikel 2, lid 1, sub a en b, van dit decreto-legge, zoals gewijzigd bij legge n. 350, disposizioni per la formazione del bilancio annuale e pluriennale dello Stato (legge finanziaria 2004) (wet nr. 350 inzake de jaar- en meerjarenbegroting van de staat (begrotingswet 2004), van 24 december 2003, en

krachtens artikel 43 EG, voor zover deze bepalingen van toepassing zijn op het in bovengenoemd artikel 2, lid 1, sub c, neergelegde bijzondere recht.

2)

De Italiaanse Republiek wordt verwezen in de kosten.