Home

Zaak C-423/07: Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 22 april 2010 — Europese Commissie/Koninkrijk Spanje (Niet-nakoming — Richtlijn 93/37/EEG — Artikelen 3 en 11 — Concessies voor openbare werken — Verplichtingen inzake bekendmaking — Omvang van verplichtingen — Aankondiging van opdracht — Beschrijving van voorwerp van concessie en van plaats van uitvoering van werken — Bijkomende werken die niet uitdrukkelijk zijn vermeld in aankondiging van opdracht en in bestek — Beginsel van gelijke behandeling)

Zaak C-423/07: Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 22 april 2010 — Europese Commissie/Koninkrijk Spanje (Niet-nakoming — Richtlijn 93/37/EEG — Artikelen 3 en 11 — Concessies voor openbare werken — Verplichtingen inzake bekendmaking — Omvang van verplichtingen — Aankondiging van opdracht — Beschrijving van voorwerp van concessie en van plaats van uitvoering van werken — Bijkomende werken die niet uitdrukkelijk zijn vermeld in aankondiging van opdracht en in bestek — Beginsel van gelijke behandeling)

19.6.2010

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 161/3


Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 22 april 2010 — Europese Commissie/Koninkrijk Spanje

(Zaak C-423/07)(1)

(Niet-nakoming - Richtlijn 93/37/EEG - Artikelen 3 en 11 - Concessies voor openbare werken - Verplichtingen inzake bekendmaking - Omvang van verplichtingen - Aankondiging van opdracht - Beschrijving van voorwerp van concessie en van plaats van uitvoering van werken - Bijkomende werken die niet uitdrukkelijk zijn vermeld in aankondiging van opdracht en in bestek - Beginsel van gelijke behandeling)

2010/C 161/04

Procestaal: Spaans

Partijen

Verzoekende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: D. Kukovec, M. Konstantinidis, S. Pardo Quintillán en M. Canal Fontcuberta, abogada)

Verwerende partij: Koninkrijk Spanje (vertegenwoordiger: F. Díez Moreno, gemachtigde)

Voorwerp

Niet-nakoming — Schending van de artikelen 3 en 11, leden 3, 6, 7 en 12, van richtlijn 93/37/EEG van de Raad van 14 juni 1993 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor de uitvoering van werken (PB L 199, blz. 54) — Schending van het gelijkheids- en het non-discriminatiebeginsel — Werken waarvoor geen concessie is verleend — Gunning na de gunning van de concessie

Dictum

1)

Het Koninkrijk Spanje is de verplichtingen niet nagekomen die op hem rusten krachtens artikel 3, lid 1, en artikel 11, leden 3 en 6, van richtlijn 93/37/EEG van de Raad van 14 juni 1993 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor de uitvoering van werken, gelezen in samenhang met bijlage V ervan, door op 5 november 1999:

de aanleg van een derde strook in beide rijrichtingen op het deel van het traject met tol van de autosnelweg A-6 tussen de stad Villalba en het knooppunt Valle de los Caídos,

de aanleg van een derde omkeerbare rijstrook op het deel van het traject met tol van de autosnelweg A-6 tussen het knooppunt Valle de los Caídos en de stad San Rafael, daaronder begrepen de aanleg van een nieuwe tunnel, en

de aanleg van een vierde strook in beide rijrichtingen op het tolvrije traject van de autosnelweg A-6 tussen de steden Madrid en Villalba

te gunnen aan Ibérica de Autopistas SA, zonder dat deze werken waren vermeld in het voorwerp van de concessieovereenkomst voor openbare werken, zoals beschreven in de in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen bekendgemaakte aankondiging en in het bestek.

2)

Het beroep wordt verworpen voor het overige.