Home

Zaak T-221/07: Beroep ingesteld op 26 juni 2007 - Republiek Hongarije/Commissie van de Europese Gemeenschappen

Zaak T-221/07: Beroep ingesteld op 26 juni 2007 - Republiek Hongarije/Commissie van de Europese Gemeenschappen

20070626

Beroep ingesteld op 26 juni 2007 - Republiek Hongarije/Commissie van de Europese Gemeenschappen

Partijen

Verzoekende partij: Republiek Hongarije (vertegenwoordiger: J. Fazekas als gemachtigde)

Verwerende partij: Commissie van de Europese Gemeenschappen

Conclusies

- nietig te verklaren beschikking C(2007) 1689 def. van de Commissie van 16 april 2007 betreffende het nationale plan voor de toewijzing van broeikasgasemissierechten dat door Hongarije is meegedeeld overeenkomstig richtlijn 2003/87/EG.

- de Commissie te verwijzen in de kosten van de procedure.

Middelen en voornaamste argumenten

Verzoekster betwist de beschikking van de Commissie van 16 april 2007 betreffende het nationale plan voor de toewijzing van broeikasgasemissierechten dat door Hongarije is meegedeeld overeenkomstig richtlijn 2003/87 [1]. Volgens de bestreden beschikking voldoet het nationale toewijzingsplan van Hongarije niet aan bepaalde criteria van bijlage III bij richtlijn 2003/87.

Verzoekster voert aan dat richtlijn 2003/87, en met name artikel 9, lid 3, ervan, de Commissie niet de bevoegdheid verleent om zelf de totale hoeveelheid emissierechten te bepalen die de lidstaten kunnen toewijzen zonder rekening te houden met de overeenkomstig de artikelen 9, lid 1, en 11, lid 2, van die richtlijn door de lidstaten opgestelde en meegedeelde toewijzingsplannen, noch om de door de lidstaten in die plannen vastgestelde totale hoeveelheid toe te wijzen emissierechten te bepalen.

Voor het geval dat het Gerecht zou oordelen dat richtlijn 2003/87 de Commissie die bevoegdheid verleent, betoogt verzoekster dat de Commissie een kennelijke beoordelingsfout heeft gemaakt bij de beoordeling van de totale hoeveelheid toe te wijzen emissierechten die in het nationale toewijzingsplan is opgegeven. Hongarije stelt dat de Commissie bij haar beoordeling geen rekening heeft gehouden met de in het toewijzingsplan vermelde gegevens en berekeningen, waardoor het evenredigheidsbeginsel is geschonden, en gebruik heeft gemaakt van kennelijk onjuiste gegevens en inadequate berekeningen die noodzakelijkerwijs hebben geleid tot een verkeerde bepaling van de totale hoeveelheid.

Verzoekster betoogt ook dat verweerster tijdens de procedure het beginsel van samenwerking te goeder trouw heeft geschonden, voor zover zij zonder ononderbroken en uitvoerig overleg met de lidstaten (waaronder Hongarije) de berekeningswijze en de gebruikte gegevens voor de vaststelling van de totale hoeveelheid toe te wijzen emissierechten heeft bepaald, en voorts geen rekening heeft gehouden met de door verzoekster verstrekte bijkomende informatie waarom verweerster zelf tijdens de procedure heeft verzocht.

Tot slot voert verzoekster aan dat de Commissie haar motiveringsplicht onvoldoende heeft vervuld, aangezien zij in de eerste plaats niet naar behoren heeft gemotiveerd waarom zij het door Hongarije meegedeelde toewijzingsplan en de daarin vermelde gegevens en berekeningen niet in aanmerking heeft genomen; in de tweede plaats heeft zij evenmin naar behoren de geschiktheid van de door haar gebruikte gegevens en berekeningen gemotiveerd, en in de derde plaats heeft zij helemaal niet gemotiveerd waarom zij geen rekening heeft gehouden met de door Hongarije verstrekte bijkomende informatie waarom de Commissie zelf tijdens de procedure heeft verzocht.

[1] Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 2003 tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap en tot wijziging van richtlijn 96/61/EG van de Raad (PB L 275, blz. 32).

--------------------------------------------------