Zaak C-318/07: Arrest van het Hof (Grote kamer) van 27 januari 2009 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bundesfinanzhof - Duitsland) - Hein Persche/Finanzamt Lüdenscheid (Vrij verkeer van kapitaal - Inkomstenbelasting - Aftrekbaarheid van giften aan als van algemeen nut erkende instellingen - Beperking van aftrekbaarheid tot giften aan nationale instellingen - Giften in natura - Richtlijn 77/799/EEG - Wederzijdse bijstand van bevoegde autoriteiten van lidstaten op gebied van directe belastingen)
Zaak C-318/07: Arrest van het Hof (Grote kamer) van 27 januari 2009 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bundesfinanzhof - Duitsland) - Hein Persche/Finanzamt Lüdenscheid (Vrij verkeer van kapitaal - Inkomstenbelasting - Aftrekbaarheid van giften aan als van algemeen nut erkende instellingen - Beperking van aftrekbaarheid tot giften aan nationale instellingen - Giften in natura - Richtlijn 77/799/EEG - Wederzijdse bijstand van bevoegde autoriteiten van lidstaten op gebied van directe belastingen)
Arrest van het Hof (Grote kamer) van 27 januari 2009 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bundesfinanzhof - Duitsland) - Hein Persche/Finanzamt Lüdenscheid
(Zaak C-318/07) [1]
Verwijzende rechter
Bundesfinanzhof
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: Hein Persche
Verwerende partij: Finanzamt Lüdenscheid
Voorwerp
Verzoek om een prejudiciële beslissing - Bundesfinanzhof - Uitlegging van artikel 5, derde alinea, EG, artikel 56 EG en richtlijn 77/799/EEG van de Raad van 19 december 1977 betreffende de wederzijdse bijstand van de bevoegde autoriteiten van de lidstaten op het gebied van de directe belastingen (PB L 336, blz. 15) - Nationale regeling die toekenning van fiscaal voordeel dat is voorzien voor giften aan instellingen die doelen van algemeen nut nastreven, onderwerpt aan voorwaarde dat begiftigde op het nationale grondgebied is gevestigd - Toepasselijkheid van regels van EG-Verdrag inzake vrij verkeer van kapitaal op giften in natura in de vorm van voorwerpen voor dagelijks gebruik, van een burger van een lidstaat aan in een andere lidstaat gevestigde instellingen die doelen van algemeen nut nastreven
Dictum
1) Wanneer een belastingplichtige in een lidstaat aanspraak maakt op aftrekbaarheid voor de belasting van giften aan instellingen die in een andere lidstaat zijn gevestigd en daar als van algemeen nut zijn erkend, vallen dergelijke giften onder de bepalingen van het EG-Verdrag die betrekking hebben op het vrije verkeer van kapitaal, ook wanneer het giften in natura in de vorm van voorwerpen voor dagelijks gebruik zijn.
2) Artikel 56 EG verzet zich tegen een wettelijke regeling van een lidstaat op grond waarvan met betrekking tot giften aan als van algemeen nut erkende instellingen alleen giften aan op het nationale grondgebied gevestigde instellingen fiscaal aftrekbaar zijn, zonder dat de belastingplichtige de mogelijkheid heeft, te bewijzen dat een gift aan een in een andere lidstaat gevestigde instelling voldoet aan de door die wettelijke regeling gestelde voorwaarden voor de toekenning van dat voordeel.
[1] PB C 247 van 20.10.2007.
--------------------------------------------------