Home

Zaak C-330/07: Arrest van het Hof (Derde kamer) van 4 december 2008 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Unabhängige Finanzsenat, Außenstelle Wien - Oostenrijk) - Jobra Vermögensverwaltungs-Gesellschaft mbH/Finanzamt Amstetten Melk Scheibbs (Vrij verrichten van diensten - Vrijheid van vestiging - Belastingwetgeving - Investeringspremie - Nationale regeling waarbij alleen activa die in op nationaal grondgebied gevestigde vaste inrichting worden gebruikt, in aanmerking komen voor belastingvoordeel - Uitsluiting van onder bezwarende titel ter beschikking gestelde activa die hoofdzakelijk in andere lidstaten worden gebruikt - Leasing van voertuigen - Voorkoming van misbruik)

Zaak C-330/07: Arrest van het Hof (Derde kamer) van 4 december 2008 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Unabhängige Finanzsenat, Außenstelle Wien - Oostenrijk) - Jobra Vermögensverwaltungs-Gesellschaft mbH/Finanzamt Amstetten Melk Scheibbs (Vrij verrichten van diensten - Vrijheid van vestiging - Belastingwetgeving - Investeringspremie - Nationale regeling waarbij alleen activa die in op nationaal grondgebied gevestigde vaste inrichting worden gebruikt, in aanmerking komen voor belastingvoordeel - Uitsluiting van onder bezwarende titel ter beschikking gestelde activa die hoofdzakelijk in andere lidstaten worden gebruikt - Leasing van voertuigen - Voorkoming van misbruik)

Arrest van het Hof (Derde kamer) van 4 december 2008 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Unabhängige Finanzsenat, Außenstelle Wien - Oostenrijk) - Jobra Vermögensverwaltungs-Gesellschaft mbH/Finanzamt Amstetten Melk Scheibbs

(Zaak C-330/07) [1]

Verwijzende rechter

Unabhängiger Finanzsenat, Außenstelle Wien

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Jobra Vermögensverwaltungs-Gesellschaft mbH

Verwerende partij: Finanzamt Amstetten Melk Scheibbs

Voorwerp

Verzoek om een prejudiciële beslissing - Unabhängiger Finanzsenat, Außenstelle Wien - Uitlegging van de artikelen 43 EG en 49 EG - Nationale wettelijke regeling waarbij een belastingvoordeel voor de aankoop van nieuwe materiële activa (Investitionszuwachsprämie) alleen wordt toegekend aan ondernemingen die deze activa gebruiken in een op het nationale grondgebied gevestigde vaste inrichting

Dictum

Artikel 49 EG staat in de weg aan een regeling van een lidstaat, zoals die welke in het hoofdgeding aan de orde is, krachtens welke aan ondernemingen die materiële activa aankopen, een investeringspremie wordt geweigerd op de enkele grond dat de activa waarvoor aanspraak op deze premie wordt gemaakt en die onder bezwarende titel ter beschikking zijn gesteld, hoofdzakelijk in andere lidstaten worden gebruikt.

[1] PB C 269 van 10.11.2007.

--------------------------------------------------