Zaak C-37/08: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het VAT and Duties Tribunal, London (Verenigd Koninkrijk) op 31 januari 2008 — RCI Europe/Commissioners of HM Revenue and Customs
Zaak C-37/08: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het VAT and Duties Tribunal, London (Verenigd Koninkrijk) op 31 januari 2008 — RCI Europe/Commissioners of HM Revenue and Customs
12.4.2008 | NL | Publicatieblad van de Europese Unie | C 92/16 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het VAT and Duties Tribunal, London (Verenigd Koninkrijk) op 31 januari 2008 — RCI Europe/Commissioners of HM Revenue and Customs
(Zaak C-37/08)
(2008/C 92/30)
Procestaal: Engels
Verwijzende rechter
VAT and Duties Tribunal, London
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: RCI Europe
Verwerende partij: Commissioners of HM Revenue and Customs
Prejudiciële vragen
1) | Met welke factoren dient rekening te worden gehouden om vast te stellen of de diensten die verzoekster verricht voor:
(die door leden van verzoeksters Weeks-programma worden betaald) „betrekking hebben” op onroerend goed in de zin van artikel 9, lid 2, sub a, van de Zesde btw-richtlijn(1) (thans artikel 45 van de herschikte btw-richtlijn(2))? |
2) | Indien een aantal of alle door verzoekster verrichte diensten „betrekking hebben” op onroerend goed in de zin van artikel 9, lid 2, sub a, van de Zesde btw-richtlijn (thans artikel 45 van de herschikte btw-richtlijn), betreft het hier dan het onroerend goed dat in de pool is ingebracht, of het onroerend goed dat wordt opgevraagd in ruil voor het ingebrachte onroerend goed, dan wel beide? |
3) | Indien een van de diensten „betrekking heeft” op onroerend goed van beide categorieën, hoe moeten deze diensten dan voor toepassing van de Zesde btw-richtlijn (thans de herschikte btw-richtlijn) worden gekwalificeerd? |
4) | Hoe moeten — gelet op de verschillende oplossingen die door de lidstaten worden toegepast — voor toepassing van de Zesde btw-richtlijn (thans de herschikte btw-richtlijn) de „ruilvergoedingen” worden gekwalificeerd die een belastingplichtige heeft ontvangen voor de volgende dienstverrichtingen:
|