Home

Zaak C-25/08 P: Hogere voorziening ingesteld op 24 januari 2008 door Giuseppe Gargani tegen de beschikking van het Gerecht van eerste aanleg (Derde kamer) van 21 november 2007 in zaak T-94/06, Giuseppe Gargani/Europees Parlement

Zaak C-25/08 P: Hogere voorziening ingesteld op 24 januari 2008 door Giuseppe Gargani tegen de beschikking van het Gerecht van eerste aanleg (Derde kamer) van 21 november 2007 in zaak T-94/06, Giuseppe Gargani/Europees Parlement

Hogere voorziening ingesteld op 24 januari 2008 door Giuseppe Gargani tegen de beschikking van het Gerecht van eerste aanleg (Derde kamer) van 21 november 2007 in zaak T-94/06, Giuseppe Gargani/Europees Parlement

Partijen

Rekwirant: Giuseppe Gargani (vertegenwoordiger: W. Rothley, Rechtsanwalt)

Andere partij in de procedure: Europees Parlement

Conclusies

- de beschikking van het Gerecht (Derde kamer) van 21 november 2007 in haar geheel te vernietigen;

- de zaak naar het Gerecht van eerste aanleg te verwijzen opdat dit opnieuw uitspraak doet;

- verweerder te verwijzen in de kosten van de hogere voorziening.

Middelen en voornaamste argumenten

Het Gerecht heeft rekwirants rechten van de verdediging geschonden door geen aandacht te schenken aan zijn argumenten, maar de partijen te vervangen en het beroep daarop niet-ontvankelijk te verklaren.

Het beroep, dat door de voorzitter van de Commissie juridische zaken van het Europees Parlement en niet - zoals in de bestreden beschikking vermeld - door een "particulier" is ingesteld, is namelijk uitdrukkelijk gericht tegen de toenmalige voorzitter van het Europees Parlement en niet tegen het Europees Parlement zelf of een "natuurlijke persoon". Het Gerecht ziet rekwirant als een willekeurige Italiaanse verzoekende partij, die vaststelling vordert van het onrechtmatig handelen van het Europees Parlement, en de toenmalige voorzitter van het Europees Parlement als een willekeurige Spaanse verwerende partij, aan wie het onrechtmatig handelen van de voorzitter van het Europees Parlement moet worden toegeschreven.

Het Gerecht heeft verzuimd na te gaan of het rechterlijk stelsel voorziet in een rechtsmiddel waarmee de voorzitter van een commissie de vaststelling kan vorderen van het onrechtmatig handelen van de voorzitter van het Europees Parlement, wanneer deze de hem door het Reglement toegekende bevoegdheden overschrijdt en daardoor de participatierechten van de voorzitter van een commissie of het Parlement in hun geheel schendt.

--------------------------------------------------