Zaak C-326/08: Beroep ingesteld op 16 juli 2008 - Commissie van de Europese Gemeenschappen/Bondsrepubliek Duitsland
Zaak C-326/08: Beroep ingesteld op 16 juli 2008 - Commissie van de Europese Gemeenschappen/Bondsrepubliek Duitsland
Beroep ingesteld op 16 juli 2008 - Commissie van de Europese Gemeenschappen/Bondsrepubliek Duitsland
Partijen
Verzoekende partij: Commissie van de Europese Gemeenschappen (vertegenwoordigers: W. Wils en B. Kotschy, gemachtigden)
Verwerende partij: Bondsrepubliek Duitsland
Conclusies
- vaststellen dat de Bondsrepubliek Duitsland, door niet de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast te stellen die noodzakelijk zijn om te voldoen aan richtlijn 2005/29/EG [1], althans door deze bepalingen niet aan de Commissie mee te delen, de krachtens artikel 19 van deze richtlijn op haar rustende verplichtingen niet is nagekomen;
- de Bondsrepubliek Duitsland verwijzen in de kosten.
Middelen en voornaamste argumenten
De termijn voor omzetting van de richtlijn in nationaal recht is op 12 juni 2007 verstreken.
[1] Richtlijn 2005/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2005 betreffende oneerlijke handelspraktijken van ondernemingen jegens consumenten op de interne markt en tot wijziging van richtlijn 84/450/EEG van de Raad, richtlijnen 97/7/EG, 98/27/EG en 2002/65/EG van het Europees Parlement en de Raad en van verordening (EG) nr. 2006/2004 van het Europees Parlement en de Raad ("richtlijn oneerlijke handelspraktijken"); PB L 149, blz. 22.
--------------------------------------------------