Home

Zaak C-31/09: Arrest van het Hof (Grote kamer) van 17 juni 2010 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Fővárosi Bíróság — Hongarije) — Nawras Bolbol/Bevándorlási és Állampolgársági Hivatal (Richtlijn 2004/83/EG — Minimumnormen voor erkenning van onderdanen van derde landen en staatlozen als vluchteling — Staatloze van Palestijnse afkomst die de bescherming of bijstand van het United Nations Relief and Works Agency for Palestine Refugees in the Near East (UNRWA) niet heeft ingeroepen — Verzoek om verlening van vluchtelingenstatus — Afwijzing omdat niet is voldaan aan voorwaarden van artikel 1, A, van Verdrag betreffende de status van vluchtelingen, ondertekend te Genève op 28 juli 1951 — Recht van deze staatloze op verlening van vluchtelingenstatus op basis van artikel 12, lid 1, sub a, tweede volzin, van richtlijn 2004/83)

Zaak C-31/09: Arrest van het Hof (Grote kamer) van 17 juni 2010 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Fővárosi Bíróság — Hongarije) — Nawras Bolbol/Bevándorlási és Állampolgársági Hivatal (Richtlijn 2004/83/EG — Minimumnormen voor erkenning van onderdanen van derde landen en staatlozen als vluchteling — Staatloze van Palestijnse afkomst die de bescherming of bijstand van het United Nations Relief and Works Agency for Palestine Refugees in the Near East (UNRWA) niet heeft ingeroepen — Verzoek om verlening van vluchtelingenstatus — Afwijzing omdat niet is voldaan aan voorwaarden van artikel 1, A, van Verdrag betreffende de status van vluchtelingen, ondertekend te Genève op 28 juli 1951 — Recht van deze staatloze op verlening van vluchtelingenstatus op basis van artikel 12, lid 1, sub a, tweede volzin, van richtlijn 2004/83)

14.8.2010

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 221/9


Arrest van het Hof (Grote kamer) van 17 juni 2010 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Fővárosi Bíróság — Hongarije) — Nawras Bolbol/Bevándorlási és Állampolgársági Hivatal

(Zaak C-31/09)(1)

(Richtlijn 2004/83/EG - Minimumnormen voor erkenning van onderdanen van derde landen en staatlozen als vluchteling - Staatloze van Palestijnse afkomst die de bescherming of bijstand van het United Nations Relief and Works Agency for Palestine Refugees in the Near East (UNRWA) niet heeft ingeroepen - Verzoek om verlening van vluchtelingenstatus - Afwijzing omdat niet is voldaan aan voorwaarden van artikel 1, A, van Verdrag betreffende de status van vluchtelingen, ondertekend te Genève op 28 juli 1951 - Recht van deze staatloze op verlening van vluchtelingenstatus op basis van artikel 12, lid 1, sub a, tweede volzin, van richtlijn 2004/83)

2010/C 221/13

Procestaal: Hongaars

Verwijzende rechter

Fővárosi Bíróság

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Nawras Bolbol

Verwerende partij: Bevándorlási és Állampolgársági Hivatal

Voorwerp

Verzoek om een prejudiciële beslissing — Fövárosi Bíróság (Hongarije) — Uitlegging van artikel 12, lid 1, sub a, van richtlijn 2004/83/EG van de Raad van 29 april 2004 inzake minimumnormen voor de erkenning van onderdanen van derde landen en staatlozen als vluchteling of als persoon die anderszins internationale bescherming behoeft, en de inhoud van de verleende bescherming (PB L 304, blz. 12) — Staatloze van Palestijnse afkomst die de bescherming of bijstand van het United Nations Relief and Works Agency for Palestine Refugees in the Near East (UNRWA) niet heeft ingeroepen, wier verzoek om erkenning als vluchtelinge is afgewezen op grond dat niet aan de voorwaarden van artikel 1, A, van het Verdrag van Genève was voldaan — Recht van deze staatloze op erkenning als vluchteling op grond van artikel 12, lid 1, sub a, tweede zin, van richtlijn 2004/83/EG

Dictum

Voor de toepassing van artikel 12, lid 1, sub a, eerste volzin, van richtlijn 2004/83/EG van de Raad van 29 april 2004 inzake minimumnormen voor de erkenning van onderdanen van derde landen en staatlozen als vluchteling of als persoon die anderszins internationale bescherming behoeft, en de inhoud van de verleende bescherming, geniet een persoon bescherming of bijstand van een andere stelling van de Verenigde Naties dan de Hoge Commissaris van de Verenigde Naties voor de vluchtelingen, wanneer die persoon daadwerkelijk deze bescherming of bijstand heeft ingeroepen.