Home

Zaak C-385/09: Arrest van het Hof (Derde kamer) van 21 oktober 2010 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Mokestinių ginčų komisija prie Lietuvos Respublikos vyriausybės — Republiek Litouwen) — Nidera Handelscompagnie BV/Valstybinė mokesčių inspekcija prie Lietuvos Respublikos finansų ministerijos (Richtlijn 2006/112/EG — Recht op aftrek van voorbelasting — Nationale wettelijke regeling die recht op aftrek uitsluit voor goederen die vóór identificatie van btw-plichtige zijn doorverkocht)

Zaak C-385/09: Arrest van het Hof (Derde kamer) van 21 oktober 2010 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Mokestinių ginčų komisija prie Lietuvos Respublikos vyriausybės — Republiek Litouwen) — Nidera Handelscompagnie BV/Valstybinė mokesčių inspekcija prie Lietuvos Respublikos finansų ministerijos (Richtlijn 2006/112/EG — Recht op aftrek van voorbelasting — Nationale wettelijke regeling die recht op aftrek uitsluit voor goederen die vóór identificatie van btw-plichtige zijn doorverkocht)

18.12.2010

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 346/19


Arrest van het Hof (Derde kamer) van 21 oktober 2010 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Mokestinių ginčų komisija prie Lietuvos Respublikos vyriausybės — Republiek Litouwen) — Nidera Handelscompagnie BV/Valstybinė mokesčių inspekcija prie Lietuvos Respublikos finansų ministerijos

(Zaak C-385/09)(1)

(Richtlijn 2006/112/EG - Recht op aftrek van voorbelasting - Nationale wettelijke regeling die recht op aftrek uitsluit voor goederen die vóór identificatie van btw-plichtige zijn doorverkocht)

2010/C 346/30

Procestaal: Litouws

Verwijzende rechter

Mokestinių ginčų komisija prie Lietuvos Respublikos vyriausybės

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Nidera Handelscompagnie BV

Verwerende partij: Valstybinė mokesčių inspekcija prie Lietuvos Respublikos finansų ministerijos

Voorwerp

Verzoek om een prejudiciële beslissing — Mokestinių ginčų komisija prie Lietuvos Respublikos vyriausybės — Uitlegging van de artikelen 167, 168, eerste alinea, sub a, en 178, eerste alinea, sub a, van richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB L 347, blz. 1) — Nationale wettelijke regeling die het recht op aftrek van btw beperkt tot in deze lidstaat voor btw-doeleinden geïdentificeerde belastingplichtigen — Recht op aftrek van btw uitgesloten voor de goederen en diensten die de belastingplichtige vóór zijn identificatie voor btw-doeleinden in de betrokken lidstaat heeft verkregen, indien deze goederen en diensten reeds voor de belaste activiteiten van de belastingplichtige zijn gebruikt

Dictum

Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde, moet aldus worden uitgelegd dat zij zich ertegen verzet dat een btw-plichtige die volgens de bepalingen van deze richtlijn de materiële voorwaarden voor aftrek van de btw vervult en die zich voor btw-doeleinden identificeert binnen een redelijke termijn na de transacties die het recht op aftrek hebben doen ontstaan, de mogelijkheid wordt ontnomen om dit recht uit te oefenen door een nationale wettelijke regeling die de aftrek van bij aankoop van goederen betaalde btw uitsluit wanneer die belastingplichtige zich niet voor btw-doeleinden heeft geïdentificeerd alvorens deze goederen te gebruiken voor zijn belaste activiteiten.