Home

Zaak T-29/09: Beroep ingesteld op 20 januari 2009 - Easycamp/BHIM - Oase Outdoors (EASYCAMP)

Zaak T-29/09: Beroep ingesteld op 20 januari 2009 - Easycamp/BHIM - Oase Outdoors (EASYCAMP)

Beroep ingesteld op 20 januari 2009 - Easycamp/BHIM - Oase Outdoors (EASYCAMP)

Partijen

Verzoekende partij: Easycamp BV (Amersfoort, Nederland) (vertegenwoordiger: C. Beijer, advocaat)

Verwerende partij: Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen)

Andere partij in de procedure voor de kamer van beroep: Oase Outdoors ApS (Give, Denemarken)

Conclusies

- de beslissing van de eerste kamer van beroep van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) van 30 oktober 2008 in de gevoegde zaken R 853/2007-1 en R 916/2007-1 te vernietigen;

- verzoekster toe te staan het gemeenschapsmerk met aanvraag nr. 3 188 943 te blijven gebruiken voor diensten van klasse 43; en

- het BHIM verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Aanvrager van het gemeenschapsmerk: verzoekster

Betrokken gemeenschapsmerk: beeldmerk "EASYCAMP" voor diensten van de klassen 39, 41 en 43

Houder van het oppositiemerk of -teken in de oppositieprocedure: de andere partij in de procedure voor de kamer van beroep

Oppositiemerk of -teken: Deens beeldmerk "easycamp", ingeschreven onder nr. 199 903 355, voor waren van de klassen 18, 20, 22, 24, 25 en 28; Duits beeldmerk "easycamp", ingeschreven onder nr. 39 910 614, voor waren van de klassen 18, 20, 22, 24, 25 en 28; Benelux-beeldmerk "easycamp", ingeschreven onder nr. 944 316, voor waren van de klassen 18, 20, 22, 24, 25 en 28; beeldmerk "easycamp", ingeschreven in het Verenigd Koninkrijk onder nr. 2 191 370, voor waren van de klassen 18, 20, 22, 24, 25 en 28; niet-ingeschreven teken "easy camp", dat in Denemarken en in het Verenigd Koninkrijk wordt gebruikt

Beslissing van de oppositieafdeling: gedeeltelijke toewijzing van de oppositie

Beslissing van de kamer van beroep: verwerping van de beroepen

Aangevoerde middelen: schending van artikel 8, lid 1, sub b, van verordening nr. 40/94 van de Raad door de kamer van beroep ten onrechte heeft geoordeeld dat er gevaar van verwarring van de betrokken merken bestaat.

--------------------------------------------------