Home

Zaak T-62/09: Beroep ingesteld op 13 februari 2009 - Rintisch / BHIM - Bariatrix Europe (PROTI SNACK)

Zaak T-62/09: Beroep ingesteld op 13 februari 2009 - Rintisch / BHIM - Bariatrix Europe (PROTI SNACK)

Beroep ingesteld op 13 februari 2009 - Rintisch / BHIM - Bariatrix Europe (PROTI SNACK)

Partijen

Verzoekende partij: Bernhard Rintisch (Bottrop, Duitsland) (vertegenwoordiger: A. Dreyer, advocaat)

Verwerende partij: Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen)

Andere partij in de procedure voor de kamer van beroep: Bariatrix Europe Inc. SAS (Guilherand Granges, Frankrijk)

Conclusies

- de beslissing van de vierde kamer van beroep van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) van 15 december 2008 in zaak R 740/2008-4 vernietigen;

- het BHIM verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Aanvrager van het gemeenschapsmerk: de andere partij in de procedure voor de kamer van beroep

Betrokken gemeenschapsmerk: het woordmerk "PROTI SNACK" voor waren van de klassen 5, 29, 30 en 32 - aanvraag nr. 4992145

Houder van het oppositiemerk of -teken in de oppositieprocedure: verzoeker

Oppositiemerk of -teken: de Duitse merkinschrijving nr. 39702429 van het woordmerk "PROTI" voor waren van de klassen 29 en 32; de Duitse merkinschrijving nr. 39608644 van het beeldmerk "PROTIPOWER" voor waren van de klassen 29 en 32; de Duitse merkinschrijving nr. 39549559 van het woordmerk "PROTIPLUS" voor waren van de klassen 29 en 32; de Duitse merkinschrijving nr. 39629195 van de commerciële benaming "PROTITOP" voor waren van de klassen 29, 30 en 32

Beslissing van de oppositieafdeling: afwijzing van de oppositie

Beslissing van de kamer van beroep: verwerping van het beroep

Aangevoerde middelen: schending van artikel 8, lid 1, sub b, van verordening nr. 40/94 van de Raad, op grond dat de kamer van beroep de oppositie niet ten gronde heeft beoordeeld; schending van artikel 74, lid 2, van verordening nr. 40/94 van de Raad, daar de kamer van beroep heeft geweigerd, haar discretionaire bevoegdheid uit te oefenen, of althans niet heeft uiteengezet hoe zij deze heeft uitgeoefend; misbruik van bevoegdheid, aangezien de kamer van beroep door verzoeker overgelegde documenten en bewijzen niet in aanmerking heeft genomen.

--------------------------------------------------