Home

Zaak T-340/09: Beroep ingesteld op 19 augustus 2009 - Evropaïki Dynamiki/Bureau voor publicaties van de Europese Unie

Zaak T-340/09: Beroep ingesteld op 19 augustus 2009 - Evropaïki Dynamiki/Bureau voor publicaties van de Europese Unie

Beroep ingesteld op 19 augustus 2009 - Evropaïki Dynamiki/Bureau voor publicaties van de Europese Unie

Partijen

Verzoekende partij: Evropaïki Dynamiki - Proigmena Systimata Tilepikoinonion Pliroforikis kai Tilematikis AE (Athene, Griekenland) (vertegenwoordigers: N. Korogiannakis en M. Dermitzakis, advocaten)

Verwerende partij: Bureau voor publicaties van de Europese Unie

Conclusies

- Nietigverklaring van het besluit van het Publicatiebureau om de offertes die verzoekster had ingediend in het kader van openbare aanbesteding nr. 10017 "CORDIS" perceel B "Editorial and Publishing Services" en perceel C "Provision of New Digital Information Services" af te wijzen, en de offerte die verzoekster had ingediend in het kader van openbare aanbesteding nr. 10017 "CORDIS" perceel E "Development and Maintenance of Core Services" voor de gunning van bovengenoemd leveringscontract te kiezen als derde contractant in het cascademechanisme (PB 208/S 242-321376, zoals gewijzigd bij PB 2009/S 40-057377), welk besluit aan verzoekster is meegedeeld bij brief van 9 juni 2009, en alle overige daarmee verband houdende besluiten van het Publicatiebureau, waaronder het besluit tot gunning van de desbetreffende opdrachten aan de gekozen inschrijvers;

- veroordeling van het Publicatiebureau tot vergoeding van de door verzoekster in de aanbestedingsprocedure geleden schade van 7215405 EUR (5291935 EUR voor perceel B, 975000 EUR voor perceel C en 948470 EUR voor perceel E);

- verwijzing van het Publicatiebureau in de kosten van de procedure en overige kosten in verband met dit beroep, zelfs als het beroep wordt verworpen.

Middelen en voornaamste argumenten

Met dit beroep vordert verzoekster de nietigverklaring van het besluit van het Publicatiebureau om: a) de offertes die verzoekster had ingediend in het kader van openbare aanbesteding nr. 10017 "CORDIS" perceel B "Editorial and Publishing Services" en perceel C "Provision of New Digital Information Services" af te wijzen, b) de offerte die verzoekster had ingediend in het kader van openbare aanbesteding nr. 10017 "CORDIS" perceel E "Development and Maintenance of Core Services" voor de gunning van bovengenoemd leveringscontract te kiezen als derde contractant in het cascademechanisme (PB 208/S 242-321376, zoals gewijzigd bij PB 2009/S 40-057377).

Verzoekster stelt in de eerste plaats met betrekking tot perceel B dat bij de behandeling van de inschrijvers is gediscrimineerd, daar een van de leden van het gekozen consortium niet voldeed aan de uitsluitingscriteria en dus had moeten worden geacht zijn contractuele verplichtingen tegenover de Commissie ernstig te hebben verzuimd. Bovendien stelt verzoekster dat de artikelen 93, lid 1, sub f, en 94 van het Financieel Reglement [1] en het beginsel van behoorlijk bestuur door de aanbestedende dienst zijn geschonden en dat de Commissie sancties had moeten opleggen zoals bepaald in artikel 96 van het Financieel Reglement en de artikelen 133a en 134a van de voorschriften tot uitvoering [2] daarvan.

Ten tweede stelt verzoekster dat de aanbestedende dienst heeft nagelaten, de relatieve merites van de gekozen inschrijver bekend te maken.

Ten derde stelt verzoekster dat de Commissie bij de beoordeling van haar inschrijving diverse kennelijke fouten heeft gemaakt en in strijd heeft gehandeld met het beginsel van gelijke behandeling, door nieuwe gunningscriteria in te voeren, die niet waren gespecificeerd in de Tender Specifications ("TS"). Verder betoogt verzoekster dat de aanbestedende dienst in strijd heeft gehandeld met artikel 148, leden 1 en 3, van de uitvoeringsvoorschriften, alsook met het beginsel van behoorlijk bestuur.

Betreffende perceel C stelt verzoekster dat bij de behandeling van de inschrijvers is gediscrimineerd, daar een van de leden van het derde consortium in het cascademechanisme niet voldeed aan de uitsluitingscriteria en dus had moeten worden geacht zijn contractuele verplichtingen ernstig te hebben verzuimd. In de tweede plaats stelt verzoekster dat de aanbestedende dienst de relatieve merites van de gekozen inschrijver niet bekend heeft gemaakt, en in strijd heeft gehandeld met het beginsel van goed bestuur.

Betreffende perceel E betoogt verzoekster dat een van de leden van het gekozen consortium niet voldeed aan de uitsluitingscriteria, omdat deze in ernstig verzuim bij de nakoming van een eerder contract had moeten worden verklaard, en dat een van de andere leden van hetzelfde consortium voor twee jaar had moeten worden uitgesloten van alle aanbestedingen daar deze schuldig was bevonden aan illegale activiteiten. Bovendien betoogt verzoekster dat een van de leden van het gekozen consortium gebruik maakt van aannemers uit landen die geen lid zijn van de WTO/GPA, [3] hetgeen in strijd is met de TS van de aanbesteding, met het beginsel van transparantie en het discriminatieverbod en met de artikelen 106 en 107 van het Financieel Reglement. Verzoekster betoogt dat aannemers uit landen die geen lid zijn van de WTO/GPA niet mogen worden toegelaten tot, noch deelnemen aan aanbestedingen van de Europese instellingen, direct noch indirect, noch ook als onderaannemer werk mogen verrichten dat valt onder het Financieel Reglement of richtlijn 2004/18/EG. [4]

Ten slotte stelt verzoekster dat de aanbestedende dienst haar besluit niet heeft gemotiveerd, diverse kennelijke beoordelingsfouten heeft gemaakt, nieuwe gunningscriteria heeft ingevoerd die niet in de TS stonden en bij de beoordeling van verzoeksters offerte en die van een andere inschrijver in strijd heeft gehandeld met het beginsel van gelijke behandeling.

[1] Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB 2002, L 248, blz. 1).

[2] Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002 van de Commissie van 23 december 2002 tot vaststelling van uitvoeringsvoorschriften van verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen, zoals gewijzigd bij verordening (EG, Euratom) nr. 478/2007 van de Commissie van 23 april 2007 (PB 2007, L 111, blz. 13).

[3] Multilateral Agreement on Government Procurement concluded within the World Trade Organization (multilaterale overeenkomst inzake overheidsopdrachten, gesloten binnen de Wereldhandelsorganisatie).

[4] Richtlijn 2004/18/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten (PB 2004, L 134, blz. 14).

--------------------------------------------------