Home

Zaak C-122/09: Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 22 april 2010 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Symvoulio tis Epikrateias - Griekenland) - Enosi Efopliston Aktoploïas e.a./Ypourgos Emporikis Naftilías, Ypourgos Aigaíou (Zeevervoer - Cabotage in zeevervoer - Verordening (EEG) nr. 3577/92 - Tijdelijke uitsluiting van toepassing van die verordening - Plicht van lidstaten om voor einde van tijdelijke uitsluiting geen bepalingen vast te stellen die toepassing van die verordening ernstig in gevaar kunnen brengen)

Zaak C-122/09: Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 22 april 2010 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Symvoulio tis Epikrateias - Griekenland) - Enosi Efopliston Aktoploïas e.a./Ypourgos Emporikis Naftilías, Ypourgos Aigaíou (Zeevervoer - Cabotage in zeevervoer - Verordening (EEG) nr. 3577/92 - Tijdelijke uitsluiting van toepassing van die verordening - Plicht van lidstaten om voor einde van tijdelijke uitsluiting geen bepalingen vast te stellen die toepassing van die verordening ernstig in gevaar kunnen brengen)

Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 22 april 2010 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Symvoulio tis Epikrateias - Griekenland) - Enosi Efopliston Aktoploïas e.a./Ypourgos Emporikis Naftilías, Ypourgos Aigaíou

(Zaak C-122/09) [1]

Verwijzende rechter

Symvoulio tis Epikrateias

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partijen: Enosi Efopliston Aktoploïas, ANEK, Minoikes grammes, N.E. Lésvou, Blue Star Ferries

Verwerende partijen: Ypourgos Emporikis Naftilías, Ypourgos Aigaíou

Voorwerp

Verzoek om een prejudiciële beslissing - Symvoulio tis Epikrateias - Uitlegging van de artikelen 1, 2, 4, en 6, lid 3, van verordening (EG) nr. 3577/92 van de Raad van 7 december 1992 houdende toepassing van het beginsel van het vrij verrichten van diensten op het zeevervoer binnen de lidstaten (cabotage in het zeevervoer) (PB L 364, blz. 7) - Tijdelijke uitsluiting van de toepassing van de verordening - Plicht van de lidstaten om vóór het einde van de tijdelijke uitsluiting geen bepalingen vast te stellen die de volledige en effectieve toepassing van de verordening in gevaar kunnen brengen - Recht van particulier om de verordeningsbepalingen in te roepen teneinde de geldigheid van nationale bepalingen met een dergelijke werking te betwisten

Dictum

Aangenomen dat de Griekse wetgever zich gedurende de tijdelijke uitsluiting van de toepassing van verordening (EEG) nr. 3577/92 van de Raad van 7 december 1992 houdende toepassing van het beginsel van het vrij verrichten van diensten op het zeevervoer binnen de lidstaten (cabotage in het zeevervoer) in Griekenland diende te onthouden van maatregelen die de volledige en effectieve toepassing van deze verordening vanaf 1 januari 2004, op welke datum die uitsluiting verstreek, ernstig in gevaar zouden brengen, wordt die volledige en effectieve toepassing niet ernstig in gevaar gebracht doordat de Griekse wetgever in 2001 bepalingen met een uitputtend en permanent karakter heeft vastgesteld die indruisen tegen de verordening, terwijl hij niet heeft voorzien in buitenwerkingtreding van deze bepalingen met ingang van 1 januari 2004.

[1] PB C 141 van 20.6.2009.

--------------------------------------------------