Home

Zaak C-375/09: Arrest van het Hof (Grote kamer) van 3 mei 2011 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Sad Najwyzszy - Republiek Polen) - Prezes Urzedu Ochrony Konkurencji i Konsumentów/Tele2 Polska sp. z o.o., thans Netia S.A. (Mededinging - Verordening (EG) nr. 1/2003 - Artikel 5 - Misbruik van machtspositie - Bevoegdheid van mededingingsautoriteiten van lidstaten om vast te stellen dat artikel 102 VWEU niet is geschonden)

Zaak C-375/09: Arrest van het Hof (Grote kamer) van 3 mei 2011 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Sad Najwyzszy - Republiek Polen) - Prezes Urzedu Ochrony Konkurencji i Konsumentów/Tele2 Polska sp. z o.o., thans Netia S.A. (Mededinging - Verordening (EG) nr. 1/2003 - Artikel 5 - Misbruik van machtspositie - Bevoegdheid van mededingingsautoriteiten van lidstaten om vast te stellen dat artikel 102 VWEU niet is geschonden)

Arrest van het Hof (Grote kamer) van 3 mei 2011 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Sad Najwyzszy - Republiek Polen) - Prezes Urzedu Ochrony Konkurencji i Konsumentów/Tele2 Polska sp. z o.o., thans Netia S.A.

(Zaak C-375/09) [1]

Verwijzende rechter

Sad Najwyzszy

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Prezes Urzedu Ochrony Konkurencji i Konsumentów

Verwerende partij: Tele2 Polska sp. z o.o., thans Netia S.A.

Voorwerp

Verzoek om een prejudiciële beslissing - Sad Najwyzszy - Uitlegging van artikel 5 van verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad van 16 december 2002 betreffende de uitvoering van de mededingingsregels van de artikelen 81 en 82 EG (PB 2003, L 1, blz. 1) - Misbruik van machtspositie - Bevoegdheid van de mededingingsautoriteiten van de lidstaten om bij beschikking vast te stellen dat artikel 82 EG niet van toepassing is op de handelspraktijken van een onderneming

Dictum

1) Artikel 5 van verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad van 16 december 2002 betreffende de uitvoering van de mededingingsregels van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag moet aldus worden uitgelegd dat het zich ertegen verzet dat een nationale mededingingsautoriteit die voor de toepassing van artikel 102 VWEU onderzoekt of de voorwaarden voor toepassing van dit artikel zijn vervuld en naar aanleiding van dit onderzoek meent dat er geen sprake is van misbruik, een besluit kan vaststellen waarbij zij oordeelt dat dit artikel niet is geschonden.

2) Artikel 5, tweede alinea, van verordening nr. 1/2003 is rechtstreeks toepasselijk en verzet zich tegen de toepassing van een regel van nationaal recht die voorschrijft dat een procedure betreffende de toepassing van artikel 102 VWEU dient te worden beëindigd met een besluit waarbij wordt vastgesteld dat dit artikel niet is geschonden.

[1] PB C 297 van 5.12.2009.

--------------------------------------------------