Zaak C-218/09: Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door het Hof van beroep te Brussel (Belgique) op 15 mei 2009 - I. SGS Belgium NV tegen Belgisch Interventie- en Restitutiebureau, Firme Derwa NV en Centraal Beheer Achmea NV en II. Firme Derwa NV en Centraal Beheer Achmea NV tegen SGS Belgium NV en Belgisch Interventie- en Restitutiebureau
Zaak C-218/09: Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door het Hof van beroep te Brussel (Belgique) op 15 mei 2009 - I. SGS Belgium NV tegen Belgisch Interventie- en Restitutiebureau, Firme Derwa NV en Centraal Beheer Achmea NV en II. Firme Derwa NV en Centraal Beheer Achmea NV tegen SGS Belgium NV en Belgisch Interventie- en Restitutiebureau
Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door het Hof van beroep te Brussel (Belgique) op 15 mei 2009 - I. SGS Belgium NV tegen Belgisch Interventie- en Restitutiebureau, Firme Derwa NV en Centraal Beheer Achmea NV en II. Firme Derwa NV en Centraal Beheer Achmea NV tegen SGS Belgium NV en Belgisch Interventie- en Restitutiebureau
Verwijzende rechter
Hof van beroep te Brussel
Partijen in het hoofdgeding
I. SGS Belgium NV
tegen
Belgisch Interventie- en Restitutiebureau
Firme Derwa NV
Centraal Beheer Achmea NV
II. Firme Derwa NV
Centraal Beheer Achmea NV
tegen
SGS Belgium NV
Belgisch Interventie- en Restitutiebureau
Prejudiciële vraag
Dient de term "overmacht" in artikel 5, lid 3, van verordening (EEG) nr. 3665/87 [1] van de Commissie van 27 november 1987 houdende gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen van het stelsel van restituties bij uitvoer voor landbouwproducten zo te worden geïnterpreteerd dat het bederven van rundvlees tijdens het vervoer in de gepaste verpakking en in een koelcontainer waarbij continu de voorgeschreven temperatuur wordt aangehouden, in beginsel overmacht vormt?
[1] PB L 351, blz. 1.
--------------------------------------------------