Home

Zaak C-446/09: Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen (België) op 17 november 2009 - Koninklijke Philips Electronics NV tegen Lucheng Meijing Industrial Company Ltd e.a.

Zaak C-446/09: Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen (België) op 17 november 2009 - Koninklijke Philips Electronics NV tegen Lucheng Meijing Industrial Company Ltd e.a.

Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen (België) op 17 november 2009 - Koninklijke Philips Electronics NV tegen Lucheng Meijing Industrial Company Ltd e.a.

Verwijzende rechter

Rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekster: Koninklijke Philips Electronics NV

Verweersters: Lucheng Meijing Industrial Company Ltd e.a.

Prejudiciële vraag

Vormt artikel 6.2 b) van de verordening (EG) nr. 3295/94 [1] van 22 december 1994 (de oude douaneverordening) een regel van geuniformiseerd gemeenschapsrecht, die zich opdringt aan de rechtbank van de lidstaat die overeenkomstig artikel 7 van de verordening gevat werd door de houder van het recht, en houdt deze regel in dat de rechtbank bij haar beoordeling geen rekening mag houden met het statuut van tijdelijke opslag/het transit statuut en de fictie moet toepassen dat de goederen vervaardigd werden in diezelfde lidstaat, en vervolgens met toepassing van het recht van diezelfde lidstaat moet oordelen ofzodanige goederen inbreuk plegen op het intellectuele recht in kwestie?

[1] Verordening (EG) nr. 3295/94 van de Raad van 22 december 1994 tot vaststelling van maatregelen om het in het vrije verkeer brengen, de uitvoer, de wederuitvoer en de plaatsing onder een schorsingsregeling van nagemaakte of door piraterij verkregen goederen te verbieden (PB L 341, blz. 8).

--------------------------------------------------