Home

Zaak T-45/09: Beroep ingesteld op 30 januari 2009 — Al Barakaat International Foundation/Commissie

Zaak T-45/09: Beroep ingesteld op 30 januari 2009 — Al Barakaat International Foundation/Commissie

4.7.2009

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 153/39


Beroep ingesteld op 30 januari 2009 — Al Barakaat International Foundation/Commissie

(Zaak T-45/09)

2009/C 153/77

Procestaal: Zweeds

Partijen

Verzoekende partij: Al Barakaat International Foundation (Spånga, Zweden) (vertegenwoordigers: L. Silbersky en T. Olsson, advocaten)

Verwerende partij: Commissie van de Europese Gemeenschappen

Conclusies

verordening (EG) nr. 1190/2008 van de Commissie nietig verklaren, voor zover zij Al Barakaat International Foundation betreft;

de Commissie verwijzen in de kosten van de procedure voor een later te bepalen bedrag.

Middelen en voornaamste argumenten

Verzoekster vordert nietigverklaring van verordening (EG) nr. 1190/2008 van de Commissie van 28 november 2008 tot 101e wijziging van verordening (EG) nr. 881/2002 tot vaststelling van bepaalde specifieke beperkende maatregelen tegen sommige personen en entiteiten die banden hebben met Usama bin Laden, het Al-Qa’ida-netwerk en de Taliban(1), volgens welke verzoekster moet blijven staan op de lijst van personen en entiteiten wier tegoeden en andere economische middelen overeenkomstig verordening nr. 881/2002 zijn bevroren.(2) Verordening nr. 1190/2008 is vastgesteld na het arrest van het Hof van 3 september 2008, Kadi en Al Barakaat International Foundation/Raad en Commissie, (gevoegde zaken C-402/05 P en C-415/05 P, nog niet gepubliceerd in de Jurisprudentie), waarbij de eerdere lijst, waarop verzoekers naam voorkwam, nietig werd verklaard.

Verzoekster baseert haar beroep op de volgende middelen:

Overschrijding van de bevoegdheid van de Commissie, aangezien de verplichting om onregelmatigheden in de administratieve procedure te herstellen de Commissie niet de bevoegdheid geeft de lijst te wijzigen of aan te vullen.

Schending van de motiveringsplicht, van het zorgvuldigheidsbeginsel, van het recht van verweer en van het recht op doeltreffende rechtsmiddelen, aangezien de motivering voor de handhaving van verzoekster op de lijst geen nauwkeurige informatie bevat over de gestelde samenwerking tussen verzoekster enerzijds en Al-Qaida, Usama bin Laden en de Taliban anderzijds.

Schending van het verbod van terugwerkende kracht, aangezien verzoekster op de lijst is geplaatst op basis van feiten die 10 jaar geleden hebben plaatsgevonden.

Schending van het evenredigheidsbeginsel, aangezien de bij de bestreden verordening voorgeschreven maatregelen tot bevriezing een onevenredige en onaanvaardbare aantasting van het eigendomsrecht vormen.