Zaak T-112/09: Beroep ingesteld op 19 maart 2009 — Icebreaker/BHIM — Gilmar (ICEBREAKER)
Zaak T-112/09: Beroep ingesteld op 19 maart 2009 — Icebreaker/BHIM — Gilmar (ICEBREAKER)
16.5.2009 | NL | Publicatieblad van de Europese Unie | C 113/41 |
Beroep ingesteld op 19 maart 2009 — Icebreaker/BHIM — Gilmar (ICEBREAKER)
(Zaak T-112/09)
2009/C 113/83
Taal van het verzoekschrift: Engels
Partijen
Verzoekende partij: Icebreaker Ltd (Wellington, Nieuw-Zeeland) (vertegenwoordiger: L. Prehn, advocaat)
Verwerende partij: Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen)
Andere partij in de procedure voor de kamer van beroep: Gilmar SpA [San Giovanni in Marignano (Rimini), Italië]
Conclusies
— | de beslissing van de vierde kamer van beroep van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) van 15 januari 2009 in zaak R 1536/2007-4 vernietigen en de betrokken gemeenschapsmerkaanvraag toewijzen voor waren van klasse 25; |
— | het BHIM verwijzen in de kosten van de procedure. |
Middelen en voornaamste argumenten
Aanvrager van het gemeenschapsmerk: verzoekster
Betrokken gemeenschapsmerk: het woordmerk „ICEBREAKER” voor waren van de klassen 9, 24 en 25 — aanvraag nr. 3 205 523
Houder van het oppositiemerk of -teken in de oppositieprocedure: de andere partij in de procedure voor de kamer van beroep
Oppositiemerk of -teken: de Italiaanse merkinschrijving van het woordmerk „ICEBERG” voor waren van klasse 25; de internationale merkinschrijving van het woordmerk „ICEBERG” voor waren van klasse 25; de Spaanse merkinschrijving van het woordmerk „ICEBERG” voor waren van klasse 25; de Italiaanse merkinschrijving van het woordmerk „ICE” voor waren van klasse 25; de internationale merkinschrijving van het woordmerk „ICE” voor waren van klasse 25
Beslissing van de oppositieafdeling: gedeeltelijke toewijzing van de oppositie
Beslissing van de kamer van beroep: verwerping van het beroep
Aangevoerde middelen: schending van artikel 8, lid 1, sub b, van verordening nr. 40/94 van de Raad, aangezien de kamer van beroep ten onrechte heeft geconcludeerd dat er gevaar voor verwarring tussen de betrokken merken bestaat.