Zaak T-277/09: Beroep ingesteld op 16 juli 2009 — Trasys/Commissie
Zaak T-277/09: Beroep ingesteld op 16 juli 2009 — Trasys/Commissie
10.10.2009 | NL | Publicatieblad van de Europese Unie | C 244/5 |
Beroep ingesteld op 16 juli 2009 — Trasys/Commissie
(Zaak T-277/09)
2009/C 244/08
Procestaal: Engels
Partijen
Verzoekende partij: Trasys (Sint-Lambrechts-Woluwe, België) (vertegenwoordigers: M. Martens en P. Hermant, advocaten)
Verwerende partij: Commissie van de Europese Gemeenschappen
Conclusies
— | nietigverklaring van het besluit van de Commissie, waarvan verzoekster bij brief van 9 juni 2009 in kennis is gesteld, waarbij verzoeksters offerte voor de loten C en E in aanbesteding nr. 10017 is afgewezen en de opdracht aan de gekozen inschrijvers is gegund; |
— | verwijzing van de Commissie in de kosten van de procedure. |
Middelen en voornaamste argumenten
Verzoekster vordert nietigverklaring van verweersters besluit tot afwijzing van de offerte die hij voor de loten C en E had ingediend in antwoord op een openbare aanbesteding voor het verlenen van bijstand aan het Publicatiebureau en zijn CORDIS-eenheid bij het verstrekken van publicatie- en communicatiediensten(1) en tot gunning van de opdracht aan de gekozen inschrijver.
Ter onderbouwing van zijn vordering beroept verzoekster zich op vier middelen:
Verzoekster betoogt in de eerste plaats dat verweerster het in de artikelen 100 en 89, lid 1, van het Financieel Reglement(2) neergelegde transparantiebeginsel heeft geschonden door de toegang tot essentiële informatie onredelijk te beperken, waardoor verzoekster niet in staat was goed te begrijpen welke methode bij de beoordeling van de offertes was gebruikt en waarom zijn offerte was afgewezen.
Verzoekster voert in de tweede plaats aan dat zijn offerte is beoordeeld op een wijze die strijdig is met de in artikel 89, lid 1, van het Financieel Reglement neergelegde beginselen, zoals de beginselen van gelijke behandeling en transparantie.
In de derde plaats betoogt hij dat het bestek niet voldoende duidelijk was en dat de aanbestedende dienst de laatste verduidelijkingen te laat heeft verstrekt, waardoor verzoekster niet in staat was zijn offerte te plannen en rekening te houden met de wijze waarop de beoordeling zou worden gemaakt.
Verzoekster voert in de vierde plaats aan dat de aanbestedende dienst zijn offerte onredelijk en onevenredig heeft beoordeeld, hetgeen tot de beoordelingsfouten heeft geleid die het eindbesluit nietig maken.