Home

Zaak C-130/10: Arrest van het Hof (Grote kamer) van 19 juli 2012 — Europees Parlement/Raad van de Europese Unie (Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid — Verordening (EG) nr. 881/2002 — Verordening (EU) nr. 1286/2009 — Beperkende maatregelen tegen personen en entiteiten die banden hebben met Usama bin Laden, Al-Qa’ida-netwerk en Taliban — Bevriezing van tegoeden en financiële middelen — Keuze van rechtsgrondslag — Artikelen 75 VWEU en 215 VWEU — Inwerkingtreding van Verdrag van Lissabon — Overgangsbepalingen — Gemeenschappelijke standpunten en GBVB-besluiten — Gezamenlijk voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid en van de Commissie)

Zaak C-130/10: Arrest van het Hof (Grote kamer) van 19 juli 2012 — Europees Parlement/Raad van de Europese Unie (Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid — Verordening (EG) nr. 881/2002 — Verordening (EU) nr. 1286/2009 — Beperkende maatregelen tegen personen en entiteiten die banden hebben met Usama bin Laden, Al-Qa’ida-netwerk en Taliban — Bevriezing van tegoeden en financiële middelen — Keuze van rechtsgrondslag — Artikelen 75 VWEU en 215 VWEU — Inwerkingtreding van Verdrag van Lissabon — Overgangsbepalingen — Gemeenschappelijke standpunten en GBVB-besluiten — Gezamenlijk voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid en van de Commissie)

29.9.2012

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 295/2


Arrest van het Hof (Grote kamer) van 19 juli 2012 — Europees Parlement/Raad van de Europese Unie

(Zaak C-130/10)(1)

(Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid - Verordening (EG) nr. 881/2002 - Verordening (EU) nr. 1286/2009 - Beperkende maatregelen tegen personen en entiteiten die banden hebben met Usama bin Laden, Al-Qa’ida-netwerk en Taliban - Bevriezing van tegoeden en financiële middelen - Keuze van rechtsgrondslag - Artikelen 75 VWEU en 215 VWEU - Inwerkingtreding van Verdrag van Lissabon - Overgangsbepalingen - Gemeenschappelijke standpunten en GBVB-besluiten - Gezamenlijk voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid en van de Commissie)

2012/C 295/03

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: Europees Parlement (vertegenwoordigers: E. Perillo, K. Bradley, A. Auersperger Matić en U. Rösslein, gemachtigden)

Verwerende partij: Raad van de Europese Unie (vertegenwoordigers: M. Bishop en R. Szostak, gemachtigden)

Interveniënten aan de zijde van verwerende partij: Tsjechische Republiek (vertegenwoordigers: M. Smolek, E. Ruffer en K. Najmanová, gemachtigden), Franse Republiek (vertegenwoordigers: G. de Bergues en A. Adam, gemachtigden), Koninkrijk Zweden (vertegenwoordigers: A. Falk en C. Meyer-Seitz, gemachtigden), Europese Commissie (vertegenwoordigers: S. Boelaert en M. Konstantinidis, gemachtigden)

Voorwerp

Beroep tot nietigverklaring — Nietigverklaring van verordening (EU) nr. 1286/2009 van de Raad van 22 december 2009 tot wijziging van verordening (EG) nr. 881/2002 tot vaststelling van bepaalde specifieke beperkende maatregelen tegen sommige personen en entiteiten die banden hebben met Usama bin Laden, het Al-Qa’idanetwerk en de Taliban (PB L 346, blz. 42) — Keuze van rechtsgrondslag

Dictum

1)

Het beroep wordt verworpen.

2)

Het Europees Parlement wordt verwezen in de kosten.

3)

De Tsjechische Republiek, de Franse Republiek, het Koninkrijk Zweden en de Europese Commissie zullen hun eigen kosten dragen.