Zaak C-379/10: Arrest van het Hof (Derde kamer) van 24 november 2011 — Europese Commissie/Italiaanse Republiek (Niet-nakoming — Algemeen beginsel van aansprakelijkheid van lidstaten voor schending van recht van Unie door een van hun rechterlijke instanties die uitspraak doet in laatste aanleg — Uitsluiting van aansprakelijkheid van staat voor uitlegging van rechtsregels of beoordeling van feiten of bewijzen door rechterlijke instantie die uitspraak doet in laatste aanleg — Beperking, door nationale wetgever, van aansprakelijkheid van staat tot gevallen van kwade trouw of grove schuld van dergelijke rechterlijke instantie)
Zaak C-379/10: Arrest van het Hof (Derde kamer) van 24 november 2011 — Europese Commissie/Italiaanse Republiek (Niet-nakoming — Algemeen beginsel van aansprakelijkheid van lidstaten voor schending van recht van Unie door een van hun rechterlijke instanties die uitspraak doet in laatste aanleg — Uitsluiting van aansprakelijkheid van staat voor uitlegging van rechtsregels of beoordeling van feiten of bewijzen door rechterlijke instantie die uitspraak doet in laatste aanleg — Beperking, door nationale wetgever, van aansprakelijkheid van staat tot gevallen van kwade trouw of grove schuld van dergelijke rechterlijke instantie)
28.1.2012 | NL | Publicatieblad van de Europese Unie | C 25/14 |
Arrest van het Hof (Derde kamer) van 24 november 2011 — Europese Commissie/Italiaanse Republiek
(Zaak C-379/10)(1)
(Niet-nakoming - Algemeen beginsel van aansprakelijkheid van lidstaten voor schending van recht van Unie door een van hun rechterlijke instanties die uitspraak doet in laatste aanleg - Uitsluiting van aansprakelijkheid van staat voor uitlegging van rechtsregels of beoordeling van feiten of bewijzen door rechterlijke instantie die uitspraak doet in laatste aanleg - Beperking, door nationale wetgever, van aansprakelijkheid van staat tot gevallen van kwade trouw of grove schuld van dergelijke rechterlijke instantie)
2012/C 25/21
Procestaal: Italiaans
Partijen
Verzoekende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: L. Pignataro en M. Nolin, gemachtigden)
Verwerende partij: Italiaanse Republiek (vertegenwoordigers: G. Palmieri, gemachtigde, G. De Bellis, avvocato dello Stato)
Voorwerp
Niet-nakoming — Schending van het algemene beginsel van aansprakelijkheid van de lidstaten voor schending van het recht van de Unie door een van hun rechterlijke instanties die uitspraak doen in laatste aanleg — Aansprakelijkheid beperkt tot gevallen van kwade trouw of grove schuld
Dictum
1) | Door bij de artikelen 2, leden 1 en 2, van legge no. 117 sul risarcimento dei danni cagionati nell’ esercizio delle funzioni giudiziarie e responsabilità civile dei magistrati (wet nr. 117 inzake de vergoeding van in de uitoefening van de rechtsprekende functie veroorzaakte schade en inzake de civielrechtelijke aansprakelijkheid van magistraten) van 13 april 1988
is de Italiaanse Republiek de verplichtingen niet nagekomen die op haar rusten krachtens het algemene beginsel van aansprakelijkheid van de lidstaten voor schending van het recht van de Unie door een van hun rechterlijke instanties die uitspraak doen in laatste aanleg. |
2) | De Italiaanse Republiek wordt verwezen in de kosten. |