Home

Zaak C-603/10: Arrest van het Hof (Vijfde kamer) van 18 oktober 2012 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Upravno sodišče Republike Slovenije — Slovenië) — Pelati d.o.o./Republika Slovenija (Harmonisatie van wetgevingen — Richtlijn 90/434/EEG — Gemeenschappelijke fiscale regeling voor fusies, splitsingen, inbreng van activa en aandelenruil met betrekking tot vennootschappen uit verschillende lidstaten — Artikel 11, lid 1, sub a — Nationale wettelijke regeling die toekenning van belastingvoordelen afhankelijk stelt van toestemming — Verzoek om toestemming dat ten minste 30 dagen vóór uitvoering van voorgenomen transactie moet worden ingediend)

Zaak C-603/10: Arrest van het Hof (Vijfde kamer) van 18 oktober 2012 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Upravno sodišče Republike Slovenije — Slovenië) — Pelati d.o.o./Republika Slovenija (Harmonisatie van wetgevingen — Richtlijn 90/434/EEG — Gemeenschappelijke fiscale regeling voor fusies, splitsingen, inbreng van activa en aandelenruil met betrekking tot vennootschappen uit verschillende lidstaten — Artikel 11, lid 1, sub a — Nationale wettelijke regeling die toekenning van belastingvoordelen afhankelijk stelt van toestemming — Verzoek om toestemming dat ten minste 30 dagen vóór uitvoering van voorgenomen transactie moet worden ingediend)

8.12.2012

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 379/5


Arrest van het Hof (Vijfde kamer) van 18 oktober 2012 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Upravno sodišče Republike Slovenije — Slovenië) — Pelati d.o.o./Republika Slovenija

(Zaak C-603/10)(1)

(Harmonisatie van wetgevingen - Richtlijn 90/434/EEG - Gemeenschappelijke fiscale regeling voor fusies, splitsingen, inbreng van activa en aandelenruil met betrekking tot vennootschappen uit verschillende lidstaten - Artikel 11, lid 1, sub a - Nationale wettelijke regeling die toekenning van belastingvoordelen afhankelijk stelt van toestemming - Verzoek om toestemming dat ten minste 30 dagen vóór uitvoering van voorgenomen transactie moet worden ingediend)

2012/C 379/08

Procestaal: Sloveens

Verwijzende rechter

Upravno sodišče Republike Slovenije

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Pelati d.o.o.

Verwerende partij: Republika Slovenija

Voorwerp

Verzoek om een prejudiciële beslissing — Upravno sodišče Republike Slovenije — Uitlegging van richtlijn 90/434/EEG van de Raad van 23 juli 1990 betreffende de gemeenschappelijke fiscale regeling voor fusies, splitsingen, inbreng van activa en aandelenruil met betrekking tot vennootschappen uit verschillende lidstaten (PB L 225, blz. 1) — Artikel 11, lid 1, sub a — Belastingvoordelen bij splitsing — Nationale wettelijke regeling die termijn vaststelt voor indiening van verzoek om in aanmerking te komen voor die voordelen — Weigering van belastingvoordelen wegens overschrijding van termijn — Verenigbaarheid van weigering met betrokken richtlijn

Dictum

Artikel 11, lid 1, sub a, van richtlijn 90/434/EEG van de Raad van 23 juli 1990 betreffende de gemeenschappelijke fiscale regeling voor fusies, splitsingen, inbreng van activa en aandelenruil met betrekking tot vennootschappen uit verschillende lidstaten moet aldus worden uitgelegd dat het zich niet verzet tegen een nationale regeling zoals die welke aan de orde is in het hoofdgeding, die voor de toekenning van de belastingvoordelen bij een splitsing overeenkomstig deze richtlijn als voorwaarde stelt dat het verzoek betreffende deze transactie wordt ingediend binnen een bepaalde termijn. Het staat echter aan de verwijzende rechter om na te gaan of de regels voor de toepassing van deze termijn, in het bijzonder de bepaling van het aanvangspunt ervan, voldoende nauwkeurig, duidelijk en voorzienbaar zijn dat een belastingplichtige zijn rechten kan kennen, en ervoor te zorgen dat deze belastingplichtige aanspraak kan maken op de in deze richtlijn bedoelde belastingvoordelen.