Zaak C-366/10: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de High Court of Justice Queen's Bench Division (Administrative Court) (Verenigd Koninkrijk) op 22 juli 2010 — The Air Transport Association of America, American Airlines, Inc., Continental Airlines, Inc., United Airlines, Inc./The Secretary of State for Energy and Climate Change
Zaak C-366/10: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de High Court of Justice Queen's Bench Division (Administrative Court) (Verenigd Koninkrijk) op 22 juli 2010 — The Air Transport Association of America, American Airlines, Inc., Continental Airlines, Inc., United Airlines, Inc./The Secretary of State for Energy and Climate Change
25.9.2010 | NL | Publicatieblad van de Europese Unie | C 260/9 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de High Court of Justice Queen's Bench Division (Administrative Court) (Verenigd Koninkrijk) op 22 juli 2010 — The Air Transport Association of America, American Airlines, Inc., Continental Airlines, Inc., United Airlines, Inc./The Secretary of State for Energy and Climate Change
(Zaak C-366/10)
()
2010/C 260/12
Procestaal: Engels
Verwijzende rechter
High Court of Justice Queen's Bench Division (Administrative Court)
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partijen: The Air Transport Association of America, American Airlines, Inc., Continental Airlines, Inc., United Airlines, Inc.
Verwerende partij: The Secretary of State for Energy and Climate Change
Prejudiciële vragen
1. | Kan in deze zaak op een of alle volgende regels van internationaal recht een beroep worden gedaan om op te komen tegen de geldigheid van richtlijn 2003/87/EG(1), zoals gewijzigd bij richtlijn 2008/101/EG(2), teneinde ook luchtvaartactiviteiten op te nemen in de Unieregeling (samen hierna: „gewijzigde richtlijn”):
Voor zover de eerste prejudiciële vraag bevestigend kan worden beantwoord: |
2. | Is de gewijzigde richtlijn ongeldig, indien en voor zover de Unieregeling wordt toegepast op die delen van vluchten (algemeen of door in derde landen geregistreerde luchtvaartuigen) die plaatsvinden buiten het luchtruim van lidstaten van de EU, omdat dat in strijd is met een of meer van de hierboven genoemde beginselen van internationaal gewoonterecht? |
3. | Is de gewijzigde richtlijn ongeldig, indien en voor zover de Unieregeling wordt toegepast op die delen van vluchten (algemeen of door in derde landen geregistreerde luchtvaartuigen) die plaatsvinden buiten het luchtruim van lidstaten van de EU:
|
4. | Is de gewijzigde richtlijn ongeldig, voor zover de Unieregeling wordt toegepast op luchtvaartactiviteiten:
|