Zaak C-610/10: Beroep ingesteld op 22 december 2010 — Europese Commissie/Koninkrijk Spanje
Zaak C-610/10: Beroep ingesteld op 22 december 2010 — Europese Commissie/Koninkrijk Spanje
5.3.2011 | NL | Publicatieblad van de Europese Unie | C 72/12 |
Beroep ingesteld op 22 december 2010 — Europese Commissie/Koninkrijk Spanje
(Zaak C-610/10)
2011/C 72/21
Procestaal: Spaans
Partijen
Verzoekende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: B. Stromsky en C. Urraca Caviedes, gemachtigden)
Verwerende partij: Koninkrijk Spanje
Conclusies
— | vaststellen dat het Koninkrijk Spanje, door niet alle maatregelen te treffen die nodig zijn ter uitvoering van het arrest van het Hof van 2 juli 2002, Commissie/Spanje (C-499/99, Jurispr. blz. I-603; hierna: „arrest van 2002”), betreffende de niet-nakoming van de verplichtingen die op hem rusten krachtens beschikking 91/1/EEG van de Commissie van 20 december 1989 inzake door de Spaanse Regering en door de regeringen van enkele autonome gemeenschappen in Spanje aan MAGEFESA, fabrikant van huishoudelijke artikelen uit roestvrij staal en kleine elektrische huishoudelijke apparaten, toegekende steun (PB 1991, L 5, blz. 18; hierna: „beschikking 91/1”), de krachtens deze beschikking en artikel 260 VWEU op hem rustende verplichtingen niet is nagekomen; |
— | het Koninkrijk Spanje gelasten om aan de Commissie een dwangsom te betalen van 131 136 EUR per dag vertraging bij de uitvoering van het arrest van 2002, vanaf de dag waarop in de onderhavige zaak arrest zal worden gewezen tot de dag waarop het arrest van 2002 volledig zal zijn uitgevoerd. |
— | het Koninkrijk Spanje gelasten om aan de Commissie een forfaitaire som te betalen die wordt verkregen door vermenigvuldiging van een bedrag van 14 343 EUR per dag met het aantal dagen dat de niet-nakoming voortduurt, vanaf de dag van de uitspraak van het arrest van 2002 tot de datum waarop:
|
— | het Koninkrijk Spanje verwijzen in de kosten. |
Middelen en voornaamste argumenten
De door Spanje genomen maatregelen hebben niet geleid tot een onmiddellijke uitvoering van het arrest van 2002 en van beschikking 91/1, noch tot een volledige en onmiddellijke terugvordering van de onrechtmatige en onverenigbare steun.
Volgens vaste rechtspraak is het enige verweer dat een lidstaat tegen een beroep wegens niet-nakoming kan aanvoeren, de volstrekte onmogelijkheid om de beschikking correct uit te voeren.
In casu hebben de Spaanse autoriteiten, in hun zeer uitgebreide correspondentie met de diensten van de Commissie over de ter uitvoering van beschikking 91/1 genomen maatregelen, zich niet beroepen op de volstrekte onmogelijkheid om deze beschikking uit te voeren en hebben zij alleen melding gemaakt van vage interne problemen.