Home

Zaak C-153/10: Arrest van het Hof (Zesde kamer) van 7 april 2011 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Hoge Raad der Nederlanden) - Staatssecretaris van Financiën/Sony Supply Chain Solutions (Europe) BV (Verordening (EEG) nr. 2913/92 - Communautair douanewetboek - Artikelen 12, leden 2 en 5, 217, lid 1, en 243 - Verordening (EEG) nr. 2454/93 - Bepalingen ter uitvoering van verordening (EEG) nr. 2913/92 - Artikelen 10 en 11 - Indeling van goederen - Bindende tariefinlichting - Beroep daarop voor zelfde goed door andere marktdeelnemer dan rechthebbende - Instructies van nationale douanedienst - Gewettigd vertrouwen)

Zaak C-153/10: Arrest van het Hof (Zesde kamer) van 7 april 2011 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Hoge Raad der Nederlanden) - Staatssecretaris van Financiën/Sony Supply Chain Solutions (Europe) BV (Verordening (EEG) nr. 2913/92 - Communautair douanewetboek - Artikelen 12, leden 2 en 5, 217, lid 1, en 243 - Verordening (EEG) nr. 2454/93 - Bepalingen ter uitvoering van verordening (EEG) nr. 2913/92 - Artikelen 10 en 11 - Indeling van goederen - Bindende tariefinlichting - Beroep daarop voor zelfde goed door andere marktdeelnemer dan rechthebbende - Instructies van nationale douanedienst - Gewettigd vertrouwen)

Arrest van het Hof (Zesde kamer) van 7 april 2011 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Hoge Raad der Nederlanden) - Staatssecretaris van Financiën/Sony Supply Chain Solutions (Europe) BV

(Zaak C-153/10) [1]

Verwijzende rechter

Hoge Raad der Nederlanden

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Staatssecretaris van Financiën

Verwerende partij: Sony Supply Chain Solutions (Europe) BV

Voorwerp

Verzoek om een prejudiciële beslissing - Hoge Raad der Nederlanden - Uitlegging van de artikelen 12, leden 2 en 5, 217, lid 1, en 243 van verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (PB L 302, blz. 1) en van artikel 11 van verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie van 2 juli 1993 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek (PB L 253, blz. 1) - Indeling van goederen - Bezwaar tegen een beslissing van de douaneautoriteiten inzake de indeling van een goed - Beroep door klager op een door de douaneautoriteiten van een andere lidstaat verstrekte bindende tariefinlichting voor een soortgelijk goed

Dictum

1) Artikel 12, lid 2, van verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek, zoals gewijzigd bij verordening (EG) nr. 82/97 van het Europees Parlement en de Raad van 19 december 1996, en de artikelen 10 en 11 van verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie van 2 juli 1993 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van verordening nr. 2913/92, zoals gewijzigd bij verordening (EG) nr. 12/97 van de Commissie van 18 december 1996, moeten aldus worden uitgelegd dat de aangever die in eigen naam en voor eigen rekening douaneaangiften doet, zich niet kan beroepen op een bindende tariefinlichting waarvan niet hijzelf maar wel een gelieerde vennootschap in opdracht waarvan hij die aangiften heeft gedaan, de rechthebbende is.

2) De artikelen 12, leden 2 en 5, en 217, lid 1, van verordening nr. 2913/92, zoals gewijzigd bij verordening nr. 82/97, alsmede artikel 11 van verordening nr. 2454/93, zoals gewijzigd bij verordening nr. 12/97, gelezen in samenhang met artikel 243 van verordening nr. 2913/92, zoals gewijzigd bij verordening nr. 82/97, moeten aldus worden uitgelegd dat een belanghebbende, in een procedure ter zake van geheven douanerechten, de heffing kan bestrijden door een in een andere lidstaat voor dezelfde goederen verstrekte bindende tariefinlichting over te leggen als bewijs, zonder dat de door deze bindende tariefinlichting beoogde rechtsgevolgen kunnen intreden. Het staat evenwel aan de nationale rechter, uit te maken of de desbetreffende procesregels van de betrokken lidstaat voorzien in de mogelijkheid om dergelijke bewijsmiddelen over te leggen.

3) Artikel 12 van verordening nr. 2913/92, zoals gewijzigd bij verordening nr. 82/97, en artikel 10, lid 1, van verordening nr. 2454/93, zoals gewijzigd bij verordening nr. 12/97, moeten aldus worden uitgelegd dat een nationaal beleidsbesluit op grond waarvan de nationale autoriteiten zich voor de tariefindeling van aangegeven goederen kunnen baseren op een aan een derde voor dezelfde goederen verstrekte bindende tariefinlichting, bij de importeurs geen gewettigd vertrouwen heeft kunnen wekken dat zij zich op dat besluit mogen beroepen.

[1] PB C 179 van 03.07.2010.

--------------------------------------------------