Zaak C-170/11: Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 6 september 2012 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Hoge Raad der Nederlanden) — Maurice Robert Josse Marie Ghislain Lippens, Gilbert Georges Henri Mittler, Jean Paul François Caroline Votron/Hendrikus Cornelis Kortekaas, Kortekaas Entertainment Marketing BV, Kortekaas Pensioen BV, Dirk Robbard De Kat, Johannes Hendrikus Visch, Euphemia Joanna Bökkerink, Laminco GLD N-A, Ageas NV, voorheen Fortis NV (Verordening (EG) nr. 1206/2001 — Samenwerking op gebied van de bewijsverkrijging in burgerlijke en handelszaken — Materiële werkingssfeer — Horen, door gerecht van lidstaat, van in andere lidstaat woonachtige getuige die partij is in hoofdgeding — Mogelijkheid om partij op te roepen om voor bevoegd gerecht als getuige te verschijnen volgens recht van lidstaat van dat gerecht)
Zaak C-170/11: Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 6 september 2012 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Hoge Raad der Nederlanden) — Maurice Robert Josse Marie Ghislain Lippens, Gilbert Georges Henri Mittler, Jean Paul François Caroline Votron/Hendrikus Cornelis Kortekaas, Kortekaas Entertainment Marketing BV, Kortekaas Pensioen BV, Dirk Robbard De Kat, Johannes Hendrikus Visch, Euphemia Joanna Bökkerink, Laminco GLD N-A, Ageas NV, voorheen Fortis NV (Verordening (EG) nr. 1206/2001 — Samenwerking op gebied van de bewijsverkrijging in burgerlijke en handelszaken — Materiële werkingssfeer — Horen, door gerecht van lidstaat, van in andere lidstaat woonachtige getuige die partij is in hoofdgeding — Mogelijkheid om partij op te roepen om voor bevoegd gerecht als getuige te verschijnen volgens recht van lidstaat van dat gerecht)
27.10.2012 | NL | Publicatieblad van de Europese Unie | C 331/8 |
Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 6 september 2012 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Hoge Raad der Nederlanden) — Maurice Robert Josse Marie Ghislain Lippens, Gilbert Georges Henri Mittler, Jean Paul François Caroline Votron/Hendrikus Cornelis Kortekaas, Kortekaas Entertainment Marketing BV, Kortekaas Pensioen BV, Dirk Robbard De Kat, Johannes Hendrikus Visch, Euphemia Joanna Bökkerink, Laminco GLD N-A, Ageas NV, voorheen Fortis NV
(Zaak C-170/11)(1)
(Verordening (EG) nr. 1206/2001 - Samenwerking op gebied van de bewijsverkrijging in burgerlijke en handelszaken - Materiële werkingssfeer - Horen, door gerecht van lidstaat, van in andere lidstaat woonachtige getuige die partij is in hoofdgeding - Mogelijkheid om partij op te roepen om voor bevoegd gerecht als getuige te verschijnen volgens recht van lidstaat van dat gerecht)
2012/C 331/12
Procestaal: Nederlands
Verwijzende rechter
Hoge Raad der Nederlanden
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partijen: Maurice Robert Josse Marie Ghislain Lippens, Gilbert Georges Henri Mittler, Jean Paul François Caroline Votron
Verwerende partijen: Hendrikus Cornelis Kortekaas, Kortekaas Entertainment Marketing BV, Kortekaas Pensioen BV, Dirk Robbard De Kat, Johannes Hendrikus Visch, Euphemia Joanna Bökkerink, Laminco GLD N-A, Ageas NV, voorheen Fortis NV
Voorwerp
Verzoek om een prejudiciële beslissing — Hoge Raad der Nederlanden — Uitlegging van artikel 1, lid 1, van verordening (EG) nr. 1206/2001 van de Raad van 28 mei 2001 betreffende de samenwerking tussen de gerechten van de lidstaten op het gebied van bewijsverkrijging in burgerlijke en handelszaken (PB L 174, blz. 1) — Werkingssfeer — Getuigenverhoor door de Nederlandse rechter van personen die tevens partij zijn in het hoofdgeding, maar niet in Nederland woonachtig zijn — Nationaal procesrecht
Dictum
Verordening (EG) nr. 1206/2001 van de Raad van 28 mei 2001 betreffende de samenwerking tussen de gerechten van de lidstaten op het gebied van bewijsverkrijging in burgerlijke en handelszaken, en met name artikel 1, lid 1, daarvan, moet in die zin worden uitgelegd dat het bevoegde gerecht van een lidstaat dat een in een andere lidstaat woonachtige partij als getuige wenst te horen, teneinde dat verhoor te verrichten deze partij mag oproepen voor hem te verschijnen en haar mag horen overeenkomstig het recht van de lidstaat van dat gerecht.