Home

Zaak C-126/11: Beschikking van het Hof (Eerste kamer) van 15 december 2011 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Hof van Cassatie van België) — INNO NV/Unie van Zelfstandige Ondernemers VZW (UNIZO), Organisatie voor de Zelfstandige Modedetailhandel VZW (Mode Unie) en Couture Albert BVBA (Artikel 104, lid 3, eerste alinea, van het Reglement voor de procesvoering — Richtlijn 2005/29/EG — Oneerlijke handelspraktijken — Nationale regeling die aankondigingen van prijsverminderingen en suggesties daarvan verbiedt)

Zaak C-126/11: Beschikking van het Hof (Eerste kamer) van 15 december 2011 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Hof van Cassatie van België) — INNO NV/Unie van Zelfstandige Ondernemers VZW (UNIZO), Organisatie voor de Zelfstandige Modedetailhandel VZW (Mode Unie) en Couture Albert BVBA (Artikel 104, lid 3, eerste alinea, van het Reglement voor de procesvoering — Richtlijn 2005/29/EG — Oneerlijke handelspraktijken — Nationale regeling die aankondigingen van prijsverminderingen en suggesties daarvan verbiedt)

10.3.2012

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 73/12


Beschikking van het Hof (Eerste kamer) van 15 december 2011 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Hof van Cassatie van België) — INNO NV/Unie van Zelfstandige Ondernemers VZW (UNIZO), Organisatie voor de Zelfstandige Modedetailhandel VZW (Mode Unie) en Couture Albert BVBA

(Zaak C-126/11)(1)

(Artikel 104, lid 3, eerste alinea, van het Reglement voor de procesvoering - Richtlijn 2005/29/EG - Oneerlijke handelspraktijken - Nationale regeling die aankondigingen van prijsverminderingen en suggesties daarvan verbiedt)

2012/C 73/20

Procestaal: Nederlands

Verwijzende rechter

Hof van Cassatie van België

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: INNO NV

Verwerende partijen: Unie van Zelfstandige Ondernemers VZW (UNIZO), Organisatie voor de Zelfstandige Modedetailhandel VZW (Mode Unie) en Couture Albert BVBA

Voorwerp

Verzoek om een prejudiciële beslissing — Hof van Cassatie van België — Uitlegging van richtlijn 2005/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2005 betreffende oneerlijke handelspraktijken van ondernemingen jegens consumenten op de interne markt en tot wijziging van richtlijn 84/450/EEG van de Raad, richtlijnen 97/7/EG, 98/27/EG en 2002/65/EG van het Europees Parlement en de Raad en van verordening (EG) nr. 2006/2004 van het Europees Parlement en de Raad („richtlijn oneerlijke handelspraktijken”) (PB L 149, blz. 22)

Dictum

Richtlijn 2005/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2005 betreffende oneerlijke handelspraktijken van ondernemingen jegens consumenten op de interne markt en tot wijziging van richtlijn 84/450/EEG van de Raad, richtlijnen 97/7/EG, 98/27/EG en 2002/65/EG van het Europees Parlement en de Raad en van verordening (EG) nr. 2006/2004 van het Europees Parlement en de Raad („richtlijn oneerlijke handelspraktijken”), moet aldus worden uitgelegd dat zij zich verzet tegen een nationale bepaling als die welke in het hoofdgeding aan de orde is, die op algemene wijze aankondigingen van prijsverminderingen en suggesties daarvan tijdens de sperperiode verbiedt, voor zover deze bepaling de bescherming van de consumenten beoogt.