Home

Samenvatting van het arrest

Samenvatting van het arrest

Zaak C-5/11

Titus Alexander Jochen Donner

(verzoek van het Bundesgerichtshof om een prejudiciële beslissing)

„Vrij verkeer van goederen — Industriële en commerciële eigendom — Verkoop van kopieën van werken in lidstaat waar auteursrecht op deze werken niet wordt beschermd — Vervoer van deze goederen naar andere lidstaat waar schending van dit auteursrecht strafbaar is — Strafprocedure tegen vervoerder wegens medeplichtigheid aan illegale verspreiding van auteursrechtelijk beschermd werk”

Samenvatting van het arrest

1.        Harmonisatie van wetgevingen — Auteursrecht en naburige rechten — Richtlijn 2001/29 — Harmonisatie van bepaalde aspecten van auteursrecht en naburige rechten in informatiemaatschappij — Distributie onder publiek — Begrip — Reclame voor kopieën van in lidstaat niet-auteursrechtelijk beschermde werken, gericht vanuit die lidstaat op leden van publiek in andere lidstaat waar auteursrechtelijke bescherming geldt, en opzetten van systeem voor levering van dergelijke kopieën in die tweede lidstaat — Daaronder begrepen

(Richtlijn 2001/29 van het Europees Parlement en de Raad, art. 4, lid 1)

2.        Vrij verkeer van goederen — Industriële en commerciële eigendom — Auteursrechten — Bescherming — Verkoop zonder toestemming van kopieën van werken die in lidstaat van verkoper niet auteursrechtelijk beschermd en in lidstaat van koper auteursrechtelijk beschermd zijn — Strafzaak in lidstaat van distributie van beschermde werken tegen medeplichtige aan distributie — Toelaatbaarheid

(Art. 34 VWEU en 36 VWEU)

1.        Een handelaar die zijn reclame richt op leden van het publiek in een bepaalde lidstaat en voor hen een specifieke wijze van levering en betaling creëert of beschikbaar stelt, of dit aan een derde toestaat, zodat deze leden van het publiek kopieën van in die lidstaat auteursrechtelijk beschermde werken kunnen laten leveren, verricht in de lidstaat waar de levering plaatsvindt distributie onder het publiek in de zin van artikel 4, lid 1, van richtlijn 2001/29 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij.

Distributie onder het publiek bestaat immers uit een reeks handelingen die in ieder geval gaat van de sluiting van een verkoopovereenkomst tot de uitvoering ervan door levering aan een lid van het publiek. Bij een grensoverschrijdende verkoop kunnen handelingen die leiden tot distributie onder het publiek in de zin van die bepaling, in verschillende lidstaten plaatsvinden. Een dergelijke transactie kan dan ook in verschillende lidstaten afbreuk doen aan het exclusieve recht om elke vorm van distributie onder het publiek toe te staan of te verbieden.

Een handelaar is dus aansprakelijk voor elke door hemzelf of voor zijn rekening verrichte handeling die leidt tot distributie onder het publiek in een lidstaat waar de verspreide goederen auteursrechtelijk worden beschermd. Daarnaast kan de handelaar ook aansprakelijk worden gesteld voor dergelijke handelingen van een derde wanneer hij zich specifiek richtte op het publiek in de staat van bestemming en hij niet onkundig kon zijn van de gedragingen van deze derde.

Wanneer de levering aan een lid van het publiek in een andere lidstaat niet wordt verricht door of voor rekening van een dergelijke handelaar, dient de nationale rechter in elk individueel geval te beoordelen of er aanwijzingen zijn dat die handelaar, enerzijds, zich inderdaad richtte op leden van het publiek in de lidstaat waar handelingen werden verricht die leidden tot distributie onder het publiek in de zin van artikel 4, lid 1, van richtlijn 2001/29 en, anderzijds, niet onkundig kon zijn van de gedragingen van de betrokken derde. Gegevens zoals het bestaan van een website in de taal van de lidstaat van levering, de inhoud en wijze van verspreiding van het reclamemateriaal van de verkoper en diens samenwerking met een bedrijf dat zich bezighoudt met leveringen naar die lidstaat, kunnen concrete aanwijzingen voor dergelijke gerichte activiteiten zijn.

(cf. punten 26-30, dictum 1)

2.        De artikelen 34 VWEU en 36 VWEU moeten aldus worden uitgelegd dat zij zich er niet tegen verzetten dat een lidstaat op grond van het nationale strafrecht vervolging instelt wegens medeplichtigheid aan de illegale verspreiding van kopieën van auteursrechtelijk beschermde werken wanneer kopieën van dergelijke werken in die lidstaat onder het publiek worden verspreid in het kader van specifiek op het publiek in die staat gerichte verkopen vanuit een andere lidstaat waar deze werken niet auteursrechtelijk zijn beschermd of waar de bescherming die zij genieten, niet rechtens afdwingbaar is jegens derden.

De beperking van het vrije verkeer van goederen die het gevolg is van de bescherming van het distributierecht van de auteur, is immers gerechtvaardigd en evenredig aan het nagestreefde rechtmatige doel in omstandigheden waarin de verdachte opzettelijk, of in ieder geval bewust, betrokken was bij handelingen die leidden tot verspreiding onder het publiek van beschermde werken in een lidstaat waar het auteursrecht onverkort bescherming genoot, waardoor inbreuk is gemaakt op het exclusieve recht van de auteursrechthebbende.

(cf. punten 36-37, dictum 2)