Zaak C-206/11: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Oberste Gerichtshof (Oostenrijk) op 2 mei 2011 — Georg Köck/Schutzverband gegen unlauteren Wettbewerb
Zaak C-206/11: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Oberste Gerichtshof (Oostenrijk) op 2 mei 2011 — Georg Köck/Schutzverband gegen unlauteren Wettbewerb
30.7.2011 | NL | Publicatieblad van de Europese Unie | C 226/11 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Oberste Gerichtshof (Oostenrijk) op 2 mei 2011 — Georg Köck/Schutzverband gegen unlauteren Wettbewerb
(Zaak C-206/11)
2011/C 226/20
Procestaal: Duits
Verwijzende rechter
Oberste Gerichtshof
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: Georg Köck
Verwerende partij: Schutzverband gegen unlauteren Wettbewerb
Prejudiciële vraag
Staan de artikelen 3, lid 1, en 5, lid 5, van richtlijn 2005/29/EG(1) van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2005 betreffende oneerlijke handelspraktijken van ondernemingen jegens consumenten op de interne markt en tot wijziging van richtlijnen 84/450/EEG, 97/7/EG, 98/27/EG en 2002/65/EG en van verordening (EG) nr. 2006/2004 („richtlijn oneerlijke handelspraktijken”), of andere bepalingen van deze richtlijn, in de weg aan een nationale regeling volgens welke de aankondiging van een uitverkoop zonder toestemming van het bevoegde bestuur niet is toegestaan en bijgevolg in het kader van een gerechtelijke procedure moet worden verboden, zonder dat het misleidende, agressieve of anderszins oneerlijke karakter van deze handelspraktijk door de rechterlijke instantie in het concrete geval hoeft te worden aangetoond?