Zaak C-665/11: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Juzgado Mercantil de Barcelona (Spanje) op 30 december 2011 — Alfonso Carlos Amselem Almor/NCG Banco, S.A.
Zaak C-665/11: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Juzgado Mercantil de Barcelona (Spanje) op 30 december 2011 — Alfonso Carlos Amselem Almor/NCG Banco, S.A.
17.3.2012 | NL | Publicatieblad van de Europese Unie | C 80/12 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Juzgado Mercantil de Barcelona (Spanje) op 30 december 2011 — Alfonso Carlos Amselem Almor/NCG Banco, S.A.
(Zaak C-665/11)
2012/C 80/16
Procestaal: Spaans
Verwijzende rechter
Juzgado Mercantil de Barcelona
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: Alfonso Carlos Amselem Almor
Verwerende partij: NCG Banco, S.A.
Prejudiciële vragen
1) | Wanneer een kredietinstelling aan een cliënt waarmee zij tevoren een hypothecaire lening heeft afgesloten, een interest rate swap aanbiedt om het risico van renteschommeling bij de voorgaande transactie te dekken, moet dit aanbod dan worden beschouwd als een dienst van beleggingsadvies, gedefinieerd in artikel 4, lid 1, punt 4, van de MiFID-richtlijn [richtlijn 2004/39/EG](1)? |
2) | Dient het niet-verrichten van de geschiktheidstoets die in artikel 19, lid 4, van die richtlijn voor een niet-professionele belegger is voorzien, te leiden tot nietigheid van rechtswege van de swap die tussen de belegger en de adviserende kredietinstelling is overeengekomen? |
3) | Ingeval de beschreven geleverde dienst niet als een beleggingsadvies wordt aangemerkt, leidt dan het enkele feit dat [de cliënt] is overgegaan tot de aanschaf van een complex financieel instrument als een interest rate swap, zonder dat [de beleggingsonderneming] de passendheidstoets heeft verricht die in artikel 19, lid 5, van de MiFID-richtlijn wordt voorzien, waarbij die omissie te wijten is aan de beleggingsonderneming, tot nietigheid van rechtswege van de swapovereenkomst die met de kredietinstelling zelf is gesloten? |
4) | Dient artikel 19, lid 9, van de MiFID-richtlijn in die zin te worden begrepen, dat het enkele feit dat een kredietinstelling een complex financieel instrument aanbiedt dat verbonden is met een hypothecaire lening, voldoende reden is om de in artikel 19 voorziene verplichtingen van een beleggingsonderneming om niet-professionele beleggers aan een geschiktheids- en een passendheidstoets te onderwerpen, buiten toepassing te laten? |
5) | Is het, om de verplichtingen ex artikel 19 van de MiFID-richtlijn buiten toepassing te kunnen laten, nodig dat het financiële product waarmee het aangeboden financiële instrument is verbonden, onderworpen is aan wettelijke normen voor de bescherming van de belegger, die vergelijkbaar zijn met de normen die in de genoemde richtlijn zijn vastgesteld? |