Home

Zaak T-235/11: Beroep ingesteld op 29 april 2011 - Spanje/Commissie

Zaak T-235/11: Beroep ingesteld op 29 april 2011 - Spanje/Commissie

Beroep ingesteld op 29 april 2011 - Spanje/Commissie

(Zaak T-235/11)

Partijen

Verzoekende partij: Koninkrijk Spanje (vertegenwoordiger: M. Muñoz Pérez)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

De verzoekende partij verzoekt het Gerecht om:

- nietigverklaring van beschikking C(2011) 1023 def. van de Commissie van 18 februari 2011 tot vermindering van de bijstand van het Cohesiefonds voor de projectstadia:

"Levering en montage van spoorwegmateriaal op de hogesnelheidslijn Madrid-Zaragoza-Barcelona-Franse grens. Traject Madrid-Lleida" (CCI nr. 1999.ES.16.CPT.001)

"Hogesnelheidslijn Madrid-Barcelona. Traject Lleida-Martorell (platform, fase 1)" (CCI nr. 2000.ES.16.C.PT.001)

"Hogesnelheidslijn Madrid-Zaragoza-Barcelona-Franse grens. Aansluitingen naar Zaragoza" (CCI nr. 2000.ES.16.C.PT.003)

"Hogesnelheidslijn Madrid-Zaragoza-Barcelona-Franse grens. Traject Lleida-Martorell. Deeltraject X-A (Olérdola-Avinyonet del Penedés)" (CCI nr. 2001.ES.16.C.PT.007) en

"Nieuwe hogesnelheidslijn naar Levante. Deeltraject La Gineta-Albacete (platform)" (CCI nr. 2004.ES.16.C.PT.014).

- subsidiair, gedeeltelijke nietigverklaring met betrekking tot de correcties die worden toegepast op de uitdrukkelijk in dit geschrift genoemde wijzigingen, waarbij het bedrag van de correctie wordt verminderd met 27047647,00 EUR.

- in ieder geval de verwerende instelling in de kosten verwijzen.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van haar beroep voert de verzoekende partij drie middelen aan.

1) Eerste middel, ontleend aan schending van artikel H, lid 2, van bijlage II bij verordening (EG) nr. 1164/94 van de Raad van 16 mei 1994 tot oprichting van een Cohesiefonds (PB L 130, blz. 1), doordat de Commissie niet de termijn van drie maanden na de hoorzitting in acht heeft genomen voor het geven van de beschikking.

2) Tweede middel, wat leveringsovereenkomsten betreft, ontleend aan schending, door onjuiste toepassing, van artikel 20, lid 2, sub e, van richtlijn 93/38/EEG van de Raad van 14 juni 1993 houdende coördinatie van de procedures voor het plaatsen van opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en telecommunicatie (PB L 199, blz. 84) en, in het geval van de overeenkomsten tot aanneming van werk en de dienstovereenkomsten waarop de correctie wordt toegepast, ontleend aan schending, door onjuiste toepassing, van artikel 20, lid 2, sub f, van richtlijn 93/38, doordat een opdracht voor aanvullende diensten een figuur is die conceptueel verschilt van de wijziging van een overeenkomst in de fase van uitvoering waarin de Spaanse wetgeving inzake overheidsopdrachten voorziet, zodat deze wijziging niet onder de werkingssfeer van deze richtlijn valt.

3) Derde middel, subsidiair ten opzichte van het voorgaande middel en uitsluitend voor het geval van overeenkomsten tot aanneming van werk en dienstenovereenkomsten waarop de correctie wordt toegepast, ontleend aan schending van artikel 20, lid 2, sub f, van richtlijn 93/38, doordat aan alle voorwaarden is voldaan voor de gunning van de in de vijf door de correctie getroffen projectstadia uitgevoerde aanvullende werken door de Spaanse autoriteiten via onderhandelingen zonder bekendmaking.

--------------------------------------------------