Home

Beschikking van het Hof (Zesde kamer) van 7 maart 2013

Beschikking van het Hof (Zesde kamer) van 7 maart 2013

Gegevens

Instantie
Hof van Justitie EU
Datum uitspraak
7 maart 2013

Uitspraak

Beschikking van het Hof (Zesde kamer) van 7 maart 2013 – Sindicato dos Bancários do Norte e.a.

(Zaak C-128/12)

"Prejudiciële verwijzing - Artikel 53, lid 2, van het Reglement voor de procesvoering - Handvest van de grondrechten van de Europese Unie - Nationale regeling tot verlaging van salaris van bepaalde werknemers in openbare sector - Geen uitvoering van Unierecht - Kennelijke onbevoegdheid van het Hof"

Prejudiciële vragenBevoegdheid van het HofGrenzenVerzoek tot uitlegging van het Handvest van de grondrechten van de Europese UnieNationale regeling die geen maatregel vormt die recht van de Unie ten uitvoer brengtKennelijke onbevoegdheid van het Hof (Art. 6, lid 1, VEU; art. 267 VWEU; Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, art. 51, lid 1) (cf. punten 9-14 en dictum)

Voorwerp

Verzoek om een prejudiciële beslissing – Tribunal do Trabalho do Porto – Uitlegging van de artikelen 20, 21, lid 1, en 31, lid 1, van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (PB 2000, C 364, blz. 1) – Eerbieding van het gelijkheidsbeginsel, van het non-discriminatiebeginsel en van het recht op rechtvaardige en billijke arbeidsomstandigheden – Nationale regeling tot verlaging van het salaris van bepaalde werknemers in de openbare sector

Dictum

Het Hof van Justitie van de Europese Unie is kennelijk onbevoegd om uitspraak te doen op het verzoek van het Tribunal do Trabalho do Porto (Portugal) van 6 januari 2012 om een prejudiciële beslissing.