Home

Zaak F-93/12: Beroep ingesteld op 6 september 2012 — ZZ/Commissie

Zaak F-93/12: Beroep ingesteld op 6 september 2012 — ZZ/Commissie

10.11.2012

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 343/23


Beroep ingesteld op 6 september 2012 — ZZ/Commissie

(Zaak F-93/12)

2012/C 343/39

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partij: ZZ (vertegenwoordiger: M.-A. Lucas, advocaat)

Verwerende partij: Europese Commissie

Voorwerp en beschrijving van het geding

Verzoek om nietigverklaring van het besluit om verzoekers overeenkomst van arbeidscontractant niet te verlengen

Conclusies van de verzoekende partij

het besluit van de directrice van het OIB van 1 december 2011 om verzoekers op 15 januari 2012 aflopende aanstelling niet te verlengen, nietig verklaren;

voor zover nodig, het besluit tot bevestiging van dat besluit zoals dat volgt uit de brief van de directrice van 6 februari 2012, nietig verklaren;

de Commissie veroordelen tot betaling aan verzoeker ter vergoeding van de loopbaanschade die hij vanaf 15 januari tot en met 30 juni 2012 heeft geleden van een bedrag bestaande in het verschil tussen de nettobezoldiging die hij bij het OIB zou hebben ontvangen en de nettowerkloosheidsuitkeringen die hij heeft ontvangen, welke voorlopig op 11 309 EUR worden geschat, en tot betaling aan de gemeenschappelijke pensioenregeling van de bijdragen behorende bij de bezoldiging die hij had moeten ontvangen;

de verlenging voor onbepaalde tijd gelasten van verzoekers aanstelling bij het OIB, met ingang van de datum waarop zijn huidige aanstelling afloopt;

subsidiair, de Commissie veroordelen tot betaling aan verzoeker, ter vergoeding van de loopbaanschade die hij anders vanaf die datum zou lijden, van het verschil tussen de bezoldiging en de pensioenrechten die hij zou hebben genoten indien zijn aanstelling bij het OIB voor onbepaalde tijd was verlengd en de plaatsvervangende bezoldiging of inkomsten die en het pensioen dat hij elders zou kunnen genieten;

de Commissie veroordelen tot betaling aan verzoeker van een bedrag van 5 000 EUR ter vergoeding van de immateriële schade die hij door de niet-verlenging van zijn aanstelling bij het OIB heeft geleden;

de Commissie veroordelen tot betaling aan verzoeker van een bedrag van 5 000 EUR ter vergoeding van de immateriële schade die hij door de onwettigheid van zijn beoordelingsrapport over 2010 heeft geleden;

de Commissie verwijzen in de kosten.