Home

Zaak C-161/13: Arrest van het Hof (Vijfde kamer) van 8 mei 2014 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Tribunale amministrativo regionale per la Puglia — Italië) — Idrodinamica Spurgo Velox e.a./Acquedotto Pugliese SpA (Overheidsopdrachten — Watersector — Richtlijn 92/13/EEG — Doeltreffende en snelle beroepsprocedures — Beroepstermijnen — Datum waarop deze termijnen ingaan)

Zaak C-161/13: Arrest van het Hof (Vijfde kamer) van 8 mei 2014 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Tribunale amministrativo regionale per la Puglia — Italië) — Idrodinamica Spurgo Velox e.a./Acquedotto Pugliese SpA (Overheidsopdrachten — Watersector — Richtlijn 92/13/EEG — Doeltreffende en snelle beroepsprocedures — Beroepstermijnen — Datum waarop deze termijnen ingaan)

30.6.2014

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 202/9


Arrest van het Hof (Vijfde kamer) van 8 mei 2014 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Tribunale amministrativo regionale per la Puglia — Italië) — Idrodinamica Spurgo Velox e.a./Acquedotto Pugliese SpA

(Zaak C-161/13)(1)

((Overheidsopdrachten - Watersector - Richtlijn 92/13/EEG - Doeltreffende en snelle beroepsprocedures - Beroepstermijnen - Datum waarop deze termijnen ingaan))

2014/C 202/10

Procestaal: Italiaans

Verwijzende rechter

Tribunale amministrativo regionale per la Puglia

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partijen: Idrodinamica Spurgo Velox, Giovanni Putignano e figli srl, Cogeir srl, Splendor Sud srl, Sceap srl

Verwerende partij: Acquedotto Pugliese SpA

In tegenwoordigheid van: Tundo srl, Giovanni XXIII Soc. coop. arl

Voorwerp

Verzoek om een prejudiciële beslissing — Tribunale amministrativo regionale per la Puglia — Uitlegging van de artikelen 1, 2 bis, 2 quarter en 2 septies van richtlijn 92/13/EEG van de Raad van 25 februari 1992 tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende de toepassing van de communautaire voorschriften inzake de procedures voor het plaatsen van opdrachten door diensten die werkzaam zijn in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en telecommunicatie (PB L 76, blz. 14) — Beroepstermijn — Begin — Nationale regeling op grond waarvan de beroepstermijn begint te lopen op de dag van betekening aan verzoeker van de beschikking houdende definitieve gunning van de opdracht — Verzoeker die na deze betekening kennis heeft gekregen van een schending van de voorschriften voor het plaatsen van overheidsopdrachten

Dictum

De artikelen 1, leden 1 en 3, en 2 bis, lid 2, laatste alinea, van richtlijn 92/13/EEG van de Raad van 25 februari 1992 tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende de toepassing van de communautaire voorschriften inzake de procedures voor het plaatsen van opdrachten door diensten die werkzaam zijn in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en telecommunicatie, zoals gewijzigd bij richtlijn 2007/66/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2007, moeten aldus worden uitgelegd dat de termijn voor de indiening van een beroep tot nietigverklaring van de beschikking houdende gunning van een opdracht opnieuw aanvangt indien de aanbestedende dienst na de gunningsbeschikking maar vóór ondertekening van de overeenkomst een nieuwe beschikking heeft vastgesteld die van invloed kan zijn op de rechtmatigheid van de gunningsbeschikking. Deze termijn begint te lopen vanaf de mededeling van de latere beschikking aan de inschrijvers of, bij gebreke daarvan, vanaf het moment waarop de inschrijvers daarvan kennis hebben.

Ingeval een inschrijver na verstrijken van de beroepstermijn die in de nationale regeling is neergelegd, kennis krijgt van een vermeende onregelmatigheid die vóór de beschikking houdende gunning van een opdracht heeft plaatsgevonden, is een recht op beroep tegen die beschikking enkel gewaarborgd binnen die termijn, tenzij het nationale recht een dergelijk recht uitdrukkelijk garandeert, overeenkomstig het recht van de Unie.